Behandelen ondervoeding

Een correcte bepaling van de voedingsbehoefte is essentieel voor een goede behandeling van ondervoeding. Vooral de eiwit- en energiebehoefte spelen een belangrijke rol. Voor volwassenen en kinderen gelden verschillende uitgangspunten.

Behandeling door diëtist

Blijft u of uw kind afvallen of wilt u begeleiding voor uzelf of uw kind bij het tegengaan van ondervoeding? Vraag aan uw huisarts een verwijzing voor een diëtist in uw buurt. Is uw kind bekend bij de kinderarts in ons ziekenhuis? Dan is het goed om met de kinderarts te overleggen voor een verwijzing naar de diëtist. Via deze link vindt u de contactgegevens van de diëtisten van ons ziekenhuis.

De diëtist behandelt patiënten die ondervoed zijn, of die een hoog risico hebben op ondervoeding. De diëtist verricht aanvullende diagnostiek. Daarna stelt hij of zij samen met de patiënt een behandelplan op. Voor de behandeling van ondervoeding zijn verschillende richtlijnen verschenen. De Stuurgroep Ondervoeding heeft een overzicht van deze richtlijnen.

Volwassenen

Als u ongewenst bent afgevallen of aanzienlijk minder eetlust heeft dan vroeger, kan er een risico zijn op ondervoeding. Ondervoeding moet zoveel mogelijk voorkomen worden, het kan namelijk zorgen voor verslechtering van de lichamelijke conditie en vertraagd herstel bij ziekte. Hoe herkent u een risico op ondervoeding en wat kunt u zelf doen om ondervoeding tegen te gaan?

  • u bent ongewenst afgevallen (3 kg in een maand of 6 kg in 6 maanden)
  • u merkt dat uw kleding ruimer is gaan zitten, of dat uw horloge of riem losser zit
  • u merkt dat u zichtbaar verminderde eetlust heeft
  • u hebt in het ziekenhuis drink- of sondevoeding gehad
  • uw BMI (Body Mass Index) is ≤ 18.5 (18-65 jaar) of ≤ 20 (vanaf 65 jaar) of ≤ 21 (bij COPD)

Bereken uw BMI (u komt op de website van het Voedingscentrum).

Bij (risico op) ondervoeding is het belangrijk om voldoende eiwitten te eten en om voldoende energie binnen te krijgen. De eiwitten zorgen voor toename van spierweefsel, herstel van wonden en compenseren de eiwitverliezen die u mogelijk door ziekte geleden heeft. Door extra energie (calorieën) kunt u op gewicht blijven of weer aankomen in gewicht. Hierdoor wordt de ondervoeding tegen gegaan.

Voldoende energie kunt u krijgen door te kiezen voor vet- en calorierijke voeding en door stapje voor stapje wat meer te eten. Kies bijvoorbeeld voor volle melkproducten en voor producten die meer vet bevatten, zoals noten, vette vis en avocado. Eiwitten zitten vooral in zuivel, vlees, noten en peulvruchten. Hieronder staan adviezen om bij het ontbijt, de lunch en de warme maaltijd voldoende eiwitten en energie binnen te krijgen.

Ontbijt en lunch  

  • kies bij het besmeren van de boterham voor dieetmargarine of roomboter, deze bevatten meer energie dan dieethalvarine
  • kies voor eiwitrijk beleg, zoals: kaas, kipfilet, ham, rookvlees, zalm of een eitje. En de boterham mag dubbel belegd!
  • drink voldoende zuivel, zoals: volle melk, karnemelk, yoghurtdrank
  • gaat het eten van brood moeizaam? Neem een schaaltje yoghurt/kwark met muesli en fruit, of een schaaltje pap, zoals griesmeel-, havermout- of karnemelkpap

Warme maaltijd

  • bij het bereiden van de warme maaltijd kunt u extra vloeibaar bak- en braadvetten of olie gebruiken, ook een scheutje kookroom geeft meer energie
  • eet 1 keer per week vette vis. Vette vissoorten zijn onder andere: zalm, makreel, haring en paling
  • eet na de warme maaltijd een vol zuiveltoetje
  • gaat het eten van de warme maaltijd moeizaam? Mogelijk gaat het eten beter als u kiest voor een zachte consistentie en kleine stukjes vlees. Denk hierbij aan een pasta met een zachte ragoûtsaus of aardappelpuree met gekookte bloemkool

Tussendoor

  • probeer 3 keer per dag een klein tussendoortje met eiwitten te nemen. Zoals een toastje met zalm, een eitje met rookvlees, een handje ongezouten nootjes of wat stukjes kaas

  • neem een half uurtje voor de maaltijd een kopje bouillon, dit kan de eetlust opwekken
  • eet samen met anderen als dit mogelijk is
  • eet aan een gezellig gedekte tafel

Maakt u al gebruik van drinkvoeding om ondervoeding tegen te gaan? U vindt hier recepten en tips voor meer variatie met drinkvoeding.

  • weeg 1 keer per week, zo kunt u uw gewicht goed in de gaten houden
  • weeg altijd met dezelfde weegschaal, weegschalen kunnen namelijk erg van elkaar verschillen
  • weeg op hetzelfde tijdstip, bijvoorbeeld in de ochtend
  • weeg zonder schoenen, jas of zware kleding

Kinderen 1-4 jaar

Is uw kind onbedoeld afgevallen, heeft uw kind minder eetlust of er is een afbuiging te zien in de groeicurve? Dan heeft uw kind een verhoogd risico op ondervoeding. Het is belangrijk dat ondervoeding zoveel mogelijk voorkomen wordt. Het kan er namelijk voor zorgen dat uw kind achterblijft in de lengtegroei of dat de lichamelijke conditie verslechtert en uw kind langzamer herstelt tijdens ziekte. Hoe herkent u een risico op ondervoeding, wat kunt u zelf doen om ondervoeding tegen te gaan en wat is gezonde voeding passend bij de leeftijd van uw kind?

  • u merkt dat bepaalde kleding van uw kind losser is gaan zitten
  • uw kind verliest onbedoeld gewicht
  • er is een afbuiging in de groeicurve (gewicht naar lengte) zichtbaar
  • u merkt dat uw kind minder kan eten dan eerst, bijvoorbeeld door ziekte   

Van eten krijgt uw kind energie. Deze energie verbruikt hij bij alles wat hij doet: bij fietsen en sporten, maar ook bij ademen, liggen en lopen. Het is belangrijk om dagelijks voldoende energie (calorieën) binnen te krijgen door middel van gezond eten. Als je ziek bent heb je soms meer energie nodig, terwijl je mogelijk ook minder eet. Wanneer uw kind ziek is, is het ook belangrijk om voldoende eiwit binnen te krijgen. Eiwit is een bouwstof van het lichaam. Het is nodig voor de opbouw en behoud van de spieren en het bloed, de weerstand en het herstel van wonden. Eiwit zit vooral in: vlees, vis, kip, melkproducten, ei, peulvruchten, noten en pinda’s.

Ondervoeding kunt u tegengaan door te kiezen voor vet- en calorierijke voeding voor uw kind. Daarnaast is het bij risico op ondervoeding belangrijk om uw kind stapje voor stapje wat meer te laten eten. Natuurlijk moet het gezonde voeding blijven en is het belangrijk om aandacht te hebben voor voldoende eiwit. Kies bijvoorbeeld voor volle zuivelproducten, ongezouten noten, kip en vette vis. Geef uw kind naast de 3 hoofdmaaltijden ook gezonde energie- en eiwitrijke tussendoortjes. Hieronder staan adviezen om bij het ontbijt, de lunch, warme maaltijd en tussendoor voldoende eiwitten en energie binnen te krijgen.

Ontbijt en lunch

  • kies bij het besmeren van de boterham voor dieetmargarine, deze bevat meer energie dan dieethalvarine
  • kies voor eiwitrijk beleg, zoals: kaas, kipfilet, ham, rookvlees, zalm of een eitje. En de boterham mag dubbel belegd!
  • drink voldoende zuivel, zoals: volle melk, volle karnemelk, volle yoghurtdrank
  • gaat het brood eten (door ziekte) minder goed? Geef uw kind een extra zuiveltoetje na de broodmaaltijd, bijvoorbeeld pap (gemaakt met volle melk) of een schaaltje volle kwark

Warme maaltijd

  • tijdens het koken van de warme maaltijd kan er extra vloeibaar bak- en braadvetten of olie toegevoegd worden, ook een scheutje kookroom geeft meer energie
  • geef uw kind niet (te veel) te drinken tijdens en voor de maaltijd, hierdoor kan uw kind sneller een vol gevoel hebben waardoor uw kind minder van de maaltijd eet
  • is uw kind te moe om ’s avonds de warme maaltijd te eten? Mogelijk gaat het beter als de warme maaltijd een uur eerder of in de middag gegeven wordt
  • geef uw kind na de warme maaltijd een vol zuiveltoetje

Tussendoor
Probeer uw kind tot 3 keer per dag een klein tussendoortje met eiwitten te geven. Zoals een schaaltje volle zuivel, een handje ongezouten nootjes, een toastje met zalm of vleeswaren, wat stukjes kaas of een plakje worst. Ook ongezonde tussendoortjes, zoals een frikandel, M&M’s of roomijs geven het lichaam energie. Echter de hoeveelheid suikers, zout en ongezonde vetten in deze producten zijn schadelijk voor de gezondheid van uw kind. Daarom zijn ongezonde tussendoortjes niet aan te bevelen. Geef ongezonde producten altijd met mate en ga ondervoeding tegen met gezonde voeding. Drinkt uw kind beter dan dat hij eet wanneer hij ziek is? Geef uw kind tussendoor een extra glas volle karnemelk, melk of yoghurtdrank.

Sommige kinderen lopen risico op ondervoeding. Bijvoorbeeld omdat ze weinig voedingsmiddelen lusten of omdat ze voedsel weigeren. Dit kan van de ouders veel energie vragen. Hieronder een aantal tips:

  • geef het goede voorbeeld, kinderen doen de ouders na. Eet gezond, eet samen aan tafel en zet de tv uit tijdens het eten
  • als uw kind weinig of niet wil eten van wat er op het bordje ligt, geef dan ook niets anders en geen extra tussendoortje om de maaltijd te vervangen. Met het laatste wordt het slechte eten tijdens ‘etenstijd’ in stand gehouden.
  • wees duidelijk naar uw kind toe en trek als ouders 1 lijn
  • maak afspraken over bijvoorbeeld het aantal hapjes dat uw kind eet
  • lust uw kind veel voedingsmiddelen niet? Geef vooral de eiwit- en energierijke producten die uw kind wél lust. Probeer daarnaast de keuzes wat uit te breiden, veel proeven helpt! Sommige voedingsmiddelen moet u wel 40 keer aanbieden voordat uw kind het lust. Ook het combineren van smaken kan helpen bij het proeven. Gekookte wortel in een stamppot met aardappel smaakt anders dan de gekookte wortel los op het bord
  • geef uw kind een complimentje als hij of zij gezellig aan tafel heeft gezeten   

  • weeg 1 keer per week, zo kunt u het gewicht van uw kind goed in de gaten houden
  • weeg altijd met dezelfde weegschaal, weegschalen kunnen namelijk erg van elkaar verschillen
  • weeg op hetzelfde tijdstip, bijvoorbeeld in de ochtend
  • weeg zonder schoenen, jas of zware kleding

Zodra uw kind hersteld is en een goede groei heeft, hoeft uw kind niet meer extra eiwit en energie binnen te krijgen. Gezond eten blijft natuurlijk belangrijk. Wat is gezonde voeding passend bij de leeftijd van uw kind? Hieronder ziet u een tabel.


1 t/m 3 jaar
4 jaar
groente
1-2 opscheplepels
50-100 gram
2-3 opscheplepels
100-150 gram
fruit
1,5 portie
150 gram
1,5 portie
150 gram
brood
2-3 volkoren boterhammen
2-4 volkoren boterhammen
aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten
1-2 opscheplepels of 1-2 aardappelen
2-3 opscheplepels of 2-3 aardappelen
vlees(waren), vis, kip of vleesvervangers
1 portie
60 gram
1 portie
60-80 gram
ongezouten noten (i.v.m. verstikkingsgevaar worden er geen noten geadviseerd voor kinderen 1-3 jaar.)
30 gram notenpasta zonder toegevoegd suiker en zout.
15 gram
zuivel
2 porties(producten)
2 porties melk(producten)
20 gram kaas
smeer en bereidingsvetten (vloeibaar bak en braadproduct, olie)
30 gram
30 gram
vocht
1 liter
1-1,5 liter


Bron: Voedingscentrum, 2016

Kinderen 5-12 jaar

Is uw kind onbedoeld afgevallen, heeft hij minder eetlust of er is een afbuiging te zien in de groeicurve? Dan heeft uw kind een verhoogd risico op ondervoeding. Het is belangrijk dat ondervoeding zoveel mogelijk voorkomen wordt. Het kan er namelijk voor zorgen dat uw kind achterblijft in de lengtegroei. Of dat de lichamelijke conditie verslechtert en dat hij langzamer herstelt tijdens ziekte. Hoe herkent u een risico op ondervoeding, wat kunt u zelf doen om ondervoeding tegen te gaan en wat is gezonde voeding passend bij de leeftijd van uw kind?

  • u merkt dat bepaalde kleding van uw kind losser is gaan zitten
  • uw kind verliest onbedoeld gewicht
  • er is een afbuiging in de groeicurve (gewicht naar lengte) zichtbaar
  • u merkt dat uw kind minder kan eten dan eerst, bijvoorbeeld door ziekte

Van eten krijgt uw kind energie. Deze energie verbruikt hij bij alles wat hij doet: bij fietsen en sporten, maar ook bij ademen, liggen en lopen. Het is belangrijk om dagelijks voldoende energie (calorieën) binnen te krijgen door middel van gezond eten. Als uw kind ziek is, heeft hij soms meer energie nodig, terwijl hij mogelijk ook minder eet. Als uw kind ziek is, is het ook belangrijk dat hij voldoende eiwit binnen krijgt. Eiwit is een bouwstof van het lichaam. Het is nodig voor de opbouw en behoud van de spieren en het bloed, de weerstand en het herstel van wonden. Eiwit zit vooral in: vlees, vis, kip, melkproducten, ei, peulvruchten, noten en pinda’s.

Ondervoeding kunt u tegengaan door te kiezen voor vet- en calorierijke voeding. Daarnaast is het bij risico op ondervoeding belangrijk om stapje voor stapje wat meer te eten. Natuurlijk moet de voeding wel gezond blijven. Het is ook belangrijk om aandacht te hebben voor voldoende eiwit. Kies bijvoorbeeld voor volle zuivelproducten, ongezouten noten, kip en vette vis. Eet naast de 3 hoofdmaaltijden gezonde energie- en eiwitrijke tussendoortjes. Hieronder staan adviezen om bij het ontbijt, de lunch, warme maaltijd en tussendoor voldoende eiwitten en energie binnen te krijgen.

Ontbijt en lunch    

  • kies bij het besmeren van de boterham voor dieetmargarine, deze bevat meer energie dan dieethalvarine  
  • kies voor eiwitrijk beleg, zoals: kaas, kipfilet, ham, rookvlees, zalm of een eitje. En de boterham mag dubbel belegd!
  • drink voldoende zuivel, zoals: volle melk, volle karnemelk, volle yoghurtdrank
  • gaat het brood eten (door ziekte) minder goed? Neem een extra zuiveltoetje na de broodmaaltijd, bijvoorbeeld pap (gemaakt met volle melk) of een schaaltje volle kwark

Warme maaltijd

  • tijdens het koken van de warme maaltijd kan er extra vloeibaar bak- en braadvetten of olie toegevoegd worden, ook een scheutje kookroom geeft meer energie
  • drink niet (teveel) tijdens de maaltijd, hierdoor kan uw kind sneller een vol gevoel hebben waardoor hij minder van de maaltijd eet   
  • is uw kind (door ziekte) te moe om ’s avonds de warme maaltijd te eten? Mogelijk gaat het beter als hij de warme maaltijd een uur eerder of in de middag eet
  • geef na de warme maaltijd een vol zuiveltoetje aan uw kind

Tussendoor
Probeer tot 3 keer per dag een klein tussendoortje met eiwitten aan uw kind te geven. Zoals een schaaltje volle zuivel, een handje ongezouten nootjes, een toastje met zalm of vleeswaren, wat stukjes kaas of een plakje worst. Ook ongezonde tussendoortjes, zoals een frikandel, M&M’s of roomijs geven het lichaam energie. Echter de hoeveelheid suikers, zout en ongezonde vetten in deze producten zijn schadelijk voor de gezondheid. Daarom zijn ongezonde tussendoortjes niet aan te bevelen. Eet ongezonde producten altijd met mate en ga ondervoeding tegen met gezonde voeding. Drinkt uw kind beter dan dat hij eet wanneer hij ziek is? Dan kunt u tussendoor een extra glas volle karnemelk, melk of yoghurtdrank geven.

Lust uw kind veel voedingsmiddelen niet? Geef dan vooral de eiwit- en energierijke producten die hij wèl lust. Probeer daarnaast de keuzes wat uit te breiden, veel proeven helpt! Bij het proeven kunt u nieuwe smaken ook combineren met een smaak die u al kent, zoals aardappel of appelmoes toevoegen bij een nieuwe groente. Probeer na een aantal keer proeven de nieuwe smaak aan uw kind te geven zonder de bekende smaak. Sommige voedingsmiddelen moet uw kind wel 40x proeven voordat hij het lust! Vooral doen dus!

  • geef het goede voorbeeld, kinderen doen de ouders na. Eet gezond, eet samen aan tafel en zet de tv uit tijdens het eten   
  • als uw kind weinig of niet wil eten van wat er op het bordje ligt, geef dan ook niets anders en geen extra tussendoortje om de maaltijd te vervangen. Met het laatste wordt het slechte eten tijdens ‘etenstijd’ in stand gehouden   
  • geef uw kind een complimentje als hij of zij gezellig aan tafel heeft gezeten   

  • weeg 1 keer per week, zo kunt u het gewicht goed in de gaten houden   
  • weeg altijd met dezelfde weegschaal, weegschalen kunnen namelijk erg van elkaar verschillen
  • weeg op hetzelfde tijdstip, bijvoorbeeld in de ochtend   
  • weeg zonder schoenen, jas of zware kleding

Zodra uw kind hersteld is en een goede groeicurve heeft, hoeft hij geen extra eiwit en energie binnen te krijgen. Gezond eten blijft natuurlijk belangrijk. Wat is gezonde voeding passend bij de leeftijd van uw kind? Hieronder ziet u het in de tabel.


5 t/m 8 jaar
9 t/m 12 jaar
groente
2-3 opscheplepels
100-150 gram
3-4 opscheplepels
150-200 gram
fruit
1,5 portie
150 gram
2 porties
brood
2-4 volkoren boterhammen
4-5 volkoren boterhammen
aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten
2-3 opscheplepels of 2-3 aardappelen
3-5 opscheplepels of 3-5 aardappelen
vlees(waren), vis, kip of vleesvervangers
1 portie
60-80 gram
1 portie
100 gram
ongezouten noten
15 gram
25 gram
zuivel
2 porties (melk)producten
20 gram kaas
3 porties melk(producten)
20 gram kaas
smeer en bereidingsvetten (vloeibaar bak en braadproduct, olie)
30 gram
40 gram
vocht
1-1,5 liter
1-1,5 liter


Bron: Voedingscentrum, 2016 

Tieners 13-18 jaar

Als je onbedoeld bent afgevallen, minder eetlust hebt of er is een afbuiging te zien in jouw groeicurve, heb je een verhoogd risico op ondervoeding. Het is belangrijk dat ondervoeding zoveel mogelijk voorkomen wordt. Het kan er namelijk voor zorgen dat jij achterblijft met jouw groei of dat jouw lichamelijke conditie verslechtert en dat je langzamer herstelt tijdens ziekte. Hoe herken je een risico op ondervoeding, wat kunt je zelf doen om ondervoeding tegen te gaan en wat is gezonde voeding passend bij jouw leeftijd?

  • je merkt dat bepaalde kleding losser is gaan zitten
  • je verliest onbedoeld gewicht   
  • er is een afbuiging in de groeicurve (gewicht naar lengte) zichtbaar
  • je merkt dat je minder kunt eten dan eerst, bijvoorbeeld door ziekte
  • jouw Body Mass Index (BMI) is te laag is voor jouw leeftijd. Bereken je BMI hier   
  • in de tabellen kun je zien wat voor jouw leeftijd een goede BMI is   

Van eten krijg je energie. Deze energie verbruik je bij alles wat je doet: bij fietsen en sporten, maar ook bij ademen, liggen en lopen. Het is belangrijk om dagelijks voldoende energie (calorieën) binnen te krijgen door middel van gezond eten. Als je ziek bent heb je soms meer energie nodig, terwijl je mogelijk ook minder eet. Als je ziek bent is het ook belangrijk om voldoende eiwit binnen te krijgen. Eiwit is een bouwstof van het lichaam. Het is nodig voor de opbouw en behoud van de spieren en het bloed, de weerstand en het herstel van wonden. Eiwit zit vooral in: vlees, vis, kip, melkproducten, ei, peulvruchten, noten en pinda’s.

Ondervoeding kan je tegengaan door te kiezen voor calorierijke voeding. Daarnaast is het bij risico op ondervoeding belangrijk om stapje voor stapje wat meer te eten. Natuurlijk moet het eten wel gezond zijn. Vermijd daarom producten met veel suiker en ongezonde vetten. Deze bevatten vaak weinig gezonde voedingsstoffen. Voorbeelden van ongezonde energiebronnen zijn: frisdranken, energydrank en fastfood. Kies juist voor gezonde voedingsmiddelen met meer energie en voldoende eiwit, zoals volle zuivelproducten, ongezouten noten, kip en vette vis. Eet naast de 3 hoofdmaaltijden ook gezonde energie- en eiwitrijke tussendoortjes. Hieronder staan adviezen om bij het ontbijt, de lunch, warme maaltijd en tussendoor voldoende eiwitten en energie binnen te krijgen.

Ontbijt en lunch

  • kies bij het besmeren van de boterham voor dieetmargarine, deze bevat meer energie dan dieethalvarine
  • kies voor eiwitrijk beleg, zoals: kaas, kipfilet, ham, rookvlees, zalm of een eitje. En de boterham mag dubbel belegd!
  • drink voldoende zuivel, zoals: volle melk, volle karnemelk, volle yoghurtdrank   
  • gaat het brood eten (door ziekte) minder goed? Neem een extra zuiveltoetje na de broodmaaltijd, bijvoorbeeld pap (gemaakt met volle melk) of een schaaltje volle kwark

Warme maaltijd    

  • tijdens het koken van de warme maaltijd kan er extra vloeibaar bak- en braadvetten of olie toegevoegd worden, ook een scheutje kookroom geeft meer energie
  • drink niet (teveel) tijdens en voor de maaltijd, hierdoor kun je sneller een vol gevoel hebben waardoor je minder van de maaltijd eet   
  • ben je (door ziekte) te moe om ’s avonds de warme maaltijd te eten? Mogelijk gaat het beter als je de warme maaltijd een uur eerder of in de middag eet   
  • neem na de warme maaltijd een vol zuiveltoetje

Tussendoor
Probeer tot 3 keer per dag een klein tussendoortje met eiwitten te eten. Zoals een schaaltje volle zuivel, een handje ongezouten nootjes, een toastje met zalm of vleeswaren, wat stukjes kaas of een plakje worst. Ook ongezonde tussendoortjes, zoals een frikandel, M&M’s of roomijs geven het lichaam energie. Echter zijn de hoeveelheid suikers, zout en ongezonde vetten in deze producten schadelijk voor jouw gezondheid. Daarom zijn ongezonde tussendoortjes niet aan te bevelen. Eet ongezonde producten altijd met mate en ga ondervoeding tegen met gezonde voeding.

Gaat drinken beter dan eten wanneer je ziek bent? Dan kan je tussendoor een extra glas volle karnemelk, melk of yoghurtdrank nemen. Neem geen frisdrank of energydrank. Deze dranken bevatten wel energie (calorieën), maar ook veel ongezonde stoffen en juist erg weinig goede voedingsstoffen.

Lust je veel voedingsmiddelen niet? Eet vooral de eiwit- en energierijke producten die je wèl lust. Probeer daarnaast de keuzes wat uit te breiden. Sommige voedingsmiddelen moet je wel 40x proeven voordat je eraan gewent bent en het lust. Bij het proeven kun je nieuwe smaken ook combineren met een smaak die je al kent, zoals aardappel of appelmoes toevoegen bij een nieuwe groente. Probeer na een aantal keer proeven de nieuwe smaak te eten zonder de bekende smaak.

  • weeg 1 keer per week, zo kan je jouw gewicht goed in de gaten houden
  • weeg altijd met dezelfde weegschaal, weegschalen kunnen namelijk erg van elkaar verschillen
  • weeg op hetzelfde tijdstip, bijvoorbeeld in de ochtend
  • weeg zonder schoenen, jas of zware kleding

Zodra je hersteld bent en een goede groei hebt, hoef je geen extra eiwit en energie binnen te krijgen. Gezond eten blijft natuurlijk belangrijk. Wat is gezonde voeding passend bij jouw leeftijd? Hieronder zie je een tabel. 


13 jaar
14 t/m 18 jaar
groente
3-4 opscheplepels
150-200 gram
5 opscheplepels
250 gram
fruit
2 porties
2 porties
brood
4-5 volkoren boterhammen
4-5 volkoren boterhammen
aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten
3-5 opscheplepels of 3-5 aardappelen
4-5 opscheplepels of 4-5 aardappelen
vlees(waren), vis, kip of vleesvervangers
1 portie
100 gram
1 portie
100 gram
ongezouten noten
25 gram
25 gram
zuivel
3 porties melk(producten)
20 gram kaas
3 porties melk(producten)
40 gram kaas
smeer en bereidingsvetten (vloeibaar bak en braadproduct, olie)
40 gram
45 gram
vocht
1-1,5 liter
1,5-2 liter


Bron: Voedingscentrum, 2015

Het Voedingscentrum over ondervoeding

Samen met de Alliantie Voeding In de Zorg heeft het Voedingscentrum de folder Ondervoeding (pdf 466KB) ontwikkeld. Hierin staan tips bij ondervoeding en herstel na ziekte.