Cortrak sonde

Een Cortraksonde is een voedingssonde die via de neus wordt ingebracht. Bij het plaatsen van de sonde wordt er een sensor op de buik gelegd. De sensor kan zien welke weg de tip van de sonde aflegt in het lichaam. Dit wordt weergegeven op een monitor. Hierdoor is mogelijk om direct te zien of de tip van de sonde op de gewenste plek ligt. De sonde wordt geplaatst door de verpleegkundig consulent voeding.

Hoe ziet een cortraksonde eruit? 

Een Cortraksonde is geel van kleur en heeft een centimeteraanduiding. De Cortraksonde kan blijven zitten tot een wissel noodzakelijk is (bijv. defect, lekkage). De sonde heeft een diameter (Charrière) 10 of 12 en is van PUR (Poly-Urethaan).

Foto van een cortrak sonde
Cortrak sonde

Voeden via het darm, als

  • voeden via de maag niet kan of mag en er geen indicatie is voor een diagnostische scopie

Voeden via de maag, als

  • er wordt verwacht dat een reguliere plaatsing moeizaam verloopt
  • na een reguliere plaatsing een röntgenfoto van de buik nodig zal zijn
  • De maagsonde naar verwachting langer dan 4-6 weken geplaatst blijft

Medicatie toediening, als:

  • een grotere maat sonde (Charriere) nodig is, omdat de medicatie verstopping geeft van de sonde

 

De plaatsing van een Cortraksonde wordt binnen Ziekenhuis Gelderse Vallei uitgevoerd door de verpleegkundig consulent voeding. Het plaatsen van de sonde gebeurt klinisch of op de polikliniek van de maag-, darm-, leverziekten. U hoeft niet nuchter te zijn.

Er zijn 2 mogelijkheden om de sonde te fixeren:

Via de neuspleister (zie foto). Fixeer de sonde met de pleister op de neus. Deze moet vrijwel dagelijks gewisseld worden

Niko Naso-Fix - fixatiepleister voor neussonde - Catalogus - Pagina

De Nasal-Bridle van AMT (zie foto):

  • fixeert de sonde via een siliconen bandje achter het neusschaarbeen
  • deze hoeft maar 1x per 3 maanden verwisseld te worden
  • het lint wordt bevestigd aan de sonde door middel van een clip
  • de sonde wordt in de uitsparing in clip gelegd samen met de uiteinden van het lint
  • onder de clip wordt het lint, los van de sonde, in een knoop gelegd
  • met het bijgevoegde oranje plectrum wordt de clip weer geopend wanneer de sonde wordt  gewisseld of verwijderd
  • Deze procedure wordt op de MDL-functieafdeling uitgevoerd  door de MDL-arts of de verpleegkundig consulent voeding

Afbeeldingsresultaat voor corpack nasal bridle

De toediening van sondevoeding kan via toediening van porties of via een voedingspomp

  • gebeurt door middel van bolussen via de maag
  • gebeurt door middel van een pomp via de darm De darm is gewend om voeding in kleine porties vanuit de maag aangeboden te krijgen. Grote hoeveelheden sondevoeding die in één keer in de darm komen, kunnen veel klachten geven, zoals buikpijn en diarree

Controle van de ligging in de maag 

De controle kan plaatsvinden door middel van een pH stip en het optrekken van aspiraat (vocht) uit de sonde. Let op: de test is niet betrouwbaar als er korter dan 15 minuten geleden water door de sonde is gespoeld. Wanneer de pH 5,5 of lager is, ligt de tip van de sonde in de maag.

Controle van de ligging in de darm

Het kan voorkomen dat de tip (uiteinde) van de sonde in de maag terecht is gekomen. Er treden dan vaak klachten op als misselijkheid en/of braken. De controle of de tip van de sonde nog in de darm ligt kan met een pH stip en het optrekken van aspiraat (vocht) uit de sonde. Als de pH boven de 5,5 is, ligt de sonde in de darm. Let op: de test is niet betrouwbaar als er korter dan 15 minuten geleden water door de sonde is gespoeld. Als de pH 5,5 of lager is, kan de tip (einde van de sonde) terug gekruld zijn naar de maag. Neem dan contact op met de verpleegkundig consulent voeding. De verpleegkundig consulent voeding kan door middel van de voerdraad controleren of de tip van de sonde zich nog op de juist plek bevindt.

Let op: als u thuis een Cortraksonde heeft, heeft u ook een voerdraad meegekregen. Neem deze voerdraad altijd mee naar de polikliniek van de verpleegkundig consulent voeding.

Een Cortraksonde is een dunne en lange sonde. De kans op verstopping is groot. Probeer zo min mogelijk fijn gemalen medicatie door de sonde te geven, maar overleg met de apotheker welke medicatie omgezet kan worden om het risico op verstopping van de sonde tot een minimum te beperken.

Preventie

  • 6 x daags bij jejunumsonde doorspoelen 30 cc lauwwarm water
  • 4 x daags bij maagsonde doorspoelen 30 cc lauwwarm water

Bij verstopping

  • probeer de sonde door te spuiten met een 20 ml spuit met handwarm water. Maak met een spuit een pompende beweging
  • rol de sonde eens door de vingers als de voeding aangekoekt is. Spuit door met lauwwarm water en herhaal dit nogmaals
  • probeer na te gaan waardoor de verstopping is veroorzaakt. Als medicatie de oorzaak is van de verstopping, dan moet er vaak een nieuwe sonde geplaatst worden
  • is de sonde verstopt door sondevoeding, dan kan de verstopping vaak opgeheven worden door bovenstaande methoden
  • alleen bij de neusmaagsonde met neuspleister: maak de neuspleister los. Spuit dan nog eens met lauwwarm water en pompende beweging de sonde door.
  • wanneer het niet lukt de verstopping op te heffen, laat de sonde zitten en neem contact op met de verpleegkundig consulent voeding
  • gebruik voor het ontstoppen alleen lauwwarm water, mespuntje bakingsoda opgelost in een 20ml Enfit spuit of Natriumbicarbonaat 4,2%

 Let op

  • voer de meegegeven voerdraad nooit zelf door een sonde om de verstopping op te lossen. Neem contact op met de voedingsverpleegkundige
  • gebruik geen kleiner spuitje dan 10 cc om de sonde open te krijgen. Kleinere spuitjes kunnen de druk in de sonde zo verhogen dat er een gaatje in de sonde kan komen

Verlies van de sonde

Het kan gebeuren dat de sonde per ongeluk een stukje of helemaal uitvalt. De toediening van de sondevoeding moet gestopt worden totdat de sonde weer goed ligt.

  • op maandag t/m vrijdag kan met de verpleegkundig consulent voeding contact opgenomen worden om de sonde weer terug te schuiven of te herplaatsen
  • wanneer dit ’s avonds of ’s nachts gebeurt, kan de sonde verwijderd worden en de volgende dag contact opgenomen worden met de verpleegkundig consulent voeding voor het plaatsen van een nieuwe sonde.
  • wanneer dit in het weekend gebeurt moet er contact opgenomen worden met de huisarts

Keel-, neus- en oorklachten

Bij langdurig gebruik van een neussonde kunnen keel-, neus- en oorklachten ontstaan.

  • waterijsjes of ijswater kunnen de klachten verlichten, wanneer dit onvoldoende helpt kan er 1000 mg paracetamol 4 keer per dag genomen worden
  • mocht dit niet werken, neem dan contact op met de verpleegkundig consulent voeding

  • leid de sonde voor het oor langs om decubitusplekken achter het oor te vermijden. Bevestig de sonde met behulp van een pleister of veiligheidsspeld op de kleding
  • controleer dagelijks of de pleister op de sonde nog goed op de neus vastzit. Als de pleister een beetje loslaat, vervang deze dan
  • spuit de sonde 6 x per dag door met minimaal 30 ml lauwwarm water om verstopping te voorkomen
  • geef alleen medicijnen via deze sonde als het echt niet anders kan. De sonde is dun en lang en dat maakt de kans op verstoppen erg groot
  • wanneer medicijnen toch via de sonde gegeven moeten worden, spuit dan de sonde vóór en na toediening goed door met minstens 60ml lauwwarm water
  • overleg met de apotheker of er een andere manier van toediening mogelijk is