PEG sonde

PEG staat voor percutane endoscopische gastrostomie. Door de huid heen wordt een opening naar de maag gemaakt. Via deze opening wordt een PEG-sonde geplaatst. Dit gebeurt met behulp van een endoscoop

Hoe ziet de PEG sonde eruit?

De PEG sonde heeft een rond plaatje wat in de maagwand komt te zitten. Dit plaatje zorgt ervoor dat de sonde er niet uit kan vallen. Aan de buitenkant zit een fixatieplaatje (driehoekje) dat tegen de buikwand wordt aangeschoven en vastgemaakt.

De PEG sonde die wordt geplaatst is de Freka sonde charrière (Ch) 15. Deze is van polyurethaan (PUR). Wanneer de sonde alleen wordt gebruikt voor voeden, wordt de Ch 15 geplaatst. Wanneer de sonde gebruikt wordt om de maag te hevelen (overbrengen van vloeistof), wordt de Ch 20 geplaatst.

De indicatiestelling voor het plaatsen van een PEG-sonde (klinisch of poliklinisch) gaat altijd in overleg met de behandeld arts, verpleegkundig consulent voeding en de MDL-arts.

De Verpleegkundig Consulent Voeding coördineert de plaatsing van de PEG sonde klinisch en poliklinisch binnen Ziekenhuis Gelderse Vallei.

Nuchter zijn

Het is belangrijk dat een patiënt nuchter is voordat de sonde geplaatst wordt. De instructies voor het nuchter zijn leest u op de pagina Nuchter zijn voor uw operatie. Krijgt u al sondevoeding via een neusmaagsonde, dan moet u 3 uur voor de ingreep stoppen met het toedienen van de sondevoeding, tenzij anders is afgesproken met u. 1 dag voor de ingreep stopt u met zuurremmende medicatie.

Antistolling

  • Acetylsalicylzuur/NSAID/clopidogrel: continueren
  • Clopidogrel (Plavix ®), Dypiridamol (Persantin ®), Ticagrelor (Brilique ®), Prasugrel (Efient ®): Stop dit 7 dagen voor het onderzoek indien dit in combinatie met ascal wordt gebruikt. Monotherapie continueren
  • DOAC: Dabigatran (Pradaxa®), Rivaroxaban (Xarelto®), Apixaban (Eliquis®), Edoxaban (Lixiana ®): 48 uur voor onderzoek staken. Zie onderstaande tabel 1 voor tijdsinterval stop NOAC. Herstart NOAC minimaal 24 uur na ingreep
  • Coumarine-derivaten (acenocoumarol/fenprocoumon): continueren, 38-48 uur voor onderzoek vitamine K 10 mg oraal (in praktijk om 18:00 uur 2 dagen voor onderzoek), cito INR-controle op de dag van de scopie

Richtlijnen voor patiënten met diabetes mellitus

  • bij orale antidiabetica: ochtend van het onderzoek geen tabletten geven
  • bij 1 x daags langwerkende insuline (bijvoorbeeld Insulatard, Humuline NPH, levemir of Lantus). Als men deze ‘s avonds spuit: normaal spuiten. Als men deze ‘s ochtends spuit: injectie verschuiven tot na het onderzoek
  • bij 2 x daags insuline (bijvoorbeeld Mixtard, Humuline mix of Novomix): De ochtend van het onderzoek geen insuline spuiten. Als men weer een lunch gebruikt: voor de lunch de helft van de dosering spuiten, die men normaal voor het ontbijt gebruikt. ’s Avonds weer spuiten zoals gebruikelijk.
  • bij kortwerkende insuline (bijvoorbeeld Actrapid, Apidra, Humalog of NovoRapid) in combinatie met langwerkende insuline: langwerkende insuline ongewijzigd spuiten. Nuchter zijn voor het onderzoek betekent ook geen kortwerkende insuline spuiten. Zodra men na het onderzoek weer gaat eten: kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd zoals gebruikelijk.
  • bij insulinepomp therapie (CSII): basaalstand ongewijzigd laten. Nuchter voor onderzoek betekent ook niet bolussen. Zodra men na het onderzoek weer gaat eten: bolussen voor de maaltijd zoals gebruikelijk.
  • bij Actrapidpomp: bij stoppen van orale voeding of sondevoeding: aanpassing actrapidpomp in overleg met internist of arts assistent interne geneeskunde

Een PEG sonde wordt ingebracht door middel van een endoscopische procedure. Nadat de gastroscoop in de maag gebracht is, wordt de onderzoeksruimte verduisterd. Met behulp van transilluminatie wordt de plaats van de PEG sonde bepaald. Onder plaatselijke verdoving wordt een klein sneetje in de buikwand gemaakt waardoor een draad naar binnen gevoerd wordt. Met de scoop wordt de draad via de mond naar buiten gehaald. Daar wordt de PEG sonde aan de draad vastgemaakt. Vervolgens wordt de sonde voorzichtig aan de draad via het gemaakte sneetje naar buiten getrokken. Aan de binnenkant van de maag zit het inwendige fixatieplaatje van de PEG sonde.

Ongeveer 1,5 uur voor plaatsing van de PEG sonde is de opname op de dagbehandeling. U krijgt 1 uur voor de ingreep antibiotica via een infuus.

De maag-darm-leverarts plaatst de PEG sonde. Het inbrengen vindt plaats op de endoscopiekamer. Deze plaatsing gebeurt onder sedatie (een vorm van verdoving). Dit is geen narcose, maar medicatie die het bewustzijn verlaagt zodat u niets van de ingreep merkt.

Na het plaatsen van de PEG sonde gaat u terug naar de dagbehandeling. Via de PEG sonde wordt 1 uur na plaatsing water toegediend. Als na toediening van het water geen pijn of misselijkheidklachten heeft, mag u naar huis. Vanaf 3 uur na de plaatsing mag u starten met sondevoeding.

Door de PEG sonde wordt een fistelkanaal (een uitgang vanuit de maag door de huid van de buik naar buiten) gevormd tussen de maagwand en de buikwand. Het is belangrijk dat dit kanaal zich kan vormen, zodat er geen vocht of lucht in de buikholte kan komen.

Voor de vorming van een fistelkanaal is het belangrijk dat het fixatieplaatje (driehoekplaatje) dat op de sonde zit, de eerste 7 dagen op dezelfde afstand vast blijft zitten. De juiste afstand is aangegeven door middel van een markering (pleister) op de sonde vlak achter het fixatieplaatje (zie foto). Maak dit niet los.


  • maak 1 keer per dag de insteekopening schoon met een steriel gaasje gedrenkt in Chloorhexidinedigluconaat 0,5% m/vin alcohol 70%. Leg het gaasje op de insteekopening en veeg het gaasje over de buik van de insteekopening af. Pak bij elke veegbeweging een nieuw schoon gaasje
  • maak het fixatieplaatje niet los. Controleer of de pleister nog vlak achter het fixatieplaatje zit
  • controleer de insteekopening bij het fixatieplaatje. Bij een te strakke fixatie kan onder het fixatieplaatje een drukplek ontstaan op de huid. Neem dan contact op met de verpleegkundig consulent voeding
  • controleer de insteekopening op roodheid, lekkage van pus, bloed en maaginhoud
  • plaats na het schoonmaken een steriel splitgaas om de sonde heen en plak een pleister op de split van het gaasje
  • maak de sonde vast met de griplok pleister, deze kan 1 week blijven zitten


  • als er tijdens de eerste week na plaatsing van de PEG sonde hevige buikpijn optreedt, stop dan direct met voeden en neem contact op met de verpleegkundig consulent voeding. ’s Avonds, ’s nachts en in het weekend neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis
  • u mag wel douchen, maar niet in bad 

Het fistelkanaal is gevormd. De strakke fixatie van de PEG sonde tegen de buikwand aan is niet meer nodig.

  • verwijder de pleister op de sonde. Deze is niet meer van belang
  • sonde gewoon mee wassen met de dagelijkse was of douchemoment. Desinfecteren is niet meer nodig
  • als de sonde geen vocht meer afscheidt, is een gaasje om de sonde ook niet meer nodig
  • het is belangrijk de sonde elke week een kwartslag te draaien en vast te zetten met een grip lok pleister zodat de insteek niet gaat wijken


Zwemmen mag na 2 weken weer opgepakt worden. Als u gaat zwemmen in chloorhoudend water is het verstandig de PEG sonde af te plakken met een doorzichtige pleister. Zwemmen in zee heeft geen speciale behandeling nodig.

Dompel en draai de sonde na 7 dagen dagelijks een 5 tot 10 cm naar binnen. Hiermee wordt voorkomen dat het plaatje in het maagslijmvlies vast gaat groeien (buried bumper, zie complicaties).


Maak het fixatieplaatje los maken en duw de sonde naar binnen. Trek de sonde weer aan en fixeer het fixatieplaatje weer tegen de buikwand aan met 5 tot 10mm tussenruimte.


Probeer zo min mogelijk fijngemalen medicatie door de sonde te geven, maar overleg met de apotheker welke medicatie omgezet kan worden om het risico op verstopping van de sonde tot een minimum te beperken.

Het voorkomen van een vertopping:

  • bij het gebruik van sondevoeding via de pomp, spoel de sonde minimaal 4x per dag door met 30 ml lauwwarm water
  • spoel de sonde iedere keer door met 30 ml lauwwarm water nadat voeding of medicatie door de sonde is gegeven
  • spoel de sonde 1 x per dag door met 30 ml lauwwarm water als de sonde niet wordt gebruikt

Bij verstopping:

  • probeer de sonde door te spuiten met een 20 ml spuit met handwarm water. Maak met een spuit een pompende beweging
  • rol de sonde eens door de vingers als voeding aangekoekt zit. Spuit door met hand warm water en herhaal dit nogmaals
  • gebruik voor het ontstoppen alleen handwarm water, of een mespuntje bakingsoda opgelost in een 20ml Enfit spuit of Natriumbicarbonaat 4,2 %
  • is de sonde verstopt door sondevoeding, dan kan de verstopping vaak opgelost worden door bovenstaande methoden
  • wanneer medicatie de oorzaak is van de verstopping, dan is dit vaak lastig op te lossen
  • wanneer het niet lukt de verstopping op te lossen, laat de sonde dan zitten en neem contact op met de verpleegkundig consulent voeding

Let op

Gebruik geen kleiner spuitje dan 10 cc om de sonde open te krijgen. Kleinere spuitjes kunnen de druk in de sonde zo verhogen dat er een gaatje in de sonde kan komen.

Neem contact op met verpleegkundig consulent voeding bij volgende verschijnselen:

  • lekkage langs de sonde
  • irritatie van het fistelkanaal
  • ontsteking van het fistelkanaal
  • hypergranulatieweefsel
  • buried bumper: het inwendige fixatieplaatje aan de binnenkant van de maag is vast gaan groeien in het maagslijmvlies
  • drukplekken van de sonde

Een PEG sonde hoeft pas verwisseld te worden bij slijtage.

De eindconnector (aansluitstukje aan het einde van de PEG sonde) moet 1x per week schoongemaakt worden. Draai hiervoor de delen van elkaar af. Maak de onderdelen schoon in een warm sopje, gebruik eventueel een tandenborstel. Leg ze daarna op een schone doek om te drogen Een reserve eindconnector is te bestellen bij de leverancier van de sondevoeding.

Let op

Het witte klemmetje moet alleen dichtgezet worden om terugvloed uit de maag te voorkomen als de dop van de eindconnector open is. In alle andere gevallen geeft het extra schade en slijtage aan de sonde als het klemmetje dicht staat, waardoor de sonde eerder verwisseld moet worden. Plaats het witte klemmetje zo dicht mogelijk bij de eindconnector.