Extra vocht en zout

De hoeveelheid vocht en zout in sondevoeding is niet altijd voldoende om de behoefte te dekken.

Vocht

Om de vochtbehoefte te dekken, is vaak extra water nodig. Sondevoeding bevat naast vocht ook voedingsstoffen. Daarom levert 1 liter sondevoeding gemiddeld genomen slechts 800-850 ml water. Geconcentreerde sondevoedingen zelfs maar 700 ml. Aanvulling met extra water kan nodig zijn om de vochtbehoefte te dekken.

Zout

Een aantal sondevoedingen bevat weinig natrium (keukenzout). Dit is geen probleem, als er naast de sondevoeding nog wordt gegeten. Wordt de sondevoeding als enige voeding gebruikt? Dan kan het zinvol zijn om extra zout toe te dienen, als sondevoeding weinig zout levert. Extra zout vermindert namelijk de kans op diarree.

Het Institute of Medicine heeft een adequate inneming (AI) vastgesteld van 1500 milligram natrium (3,75 g zout) per dag. Dit hebben volwassenen nodig om de verliezen via onder andere urine en zweet onder normale omstandigheden aan te vullen. Op de leeftijd van 12 maanden is de nierfunctie volledig ontwikkeld. De AI is daarom vanaf die leeftijd gegeven.


 Adequate inneming Maximale inname
Leeftijd
Natrium

(mg/dag)
Zout

(g/dag)
Natrium

(mg/dag)
Zout

(g/dag)
0 tot 6 maanden
--
--
<400
<1.0
7 tot 12 maanden
--
--
400
1.0
1 tot 3 jaar
1000
2.5
1200
3.0
4 tot 6 jaar
1200
3.0
1600
4.0
7 tot 8 jaar
1200
3.0
2000
5.0
9 tot 10 jaar
1500
3.75
2000
5.0
11 tot 50 jaar
1500
3.75
2400
6.0
51 tot 70 jaar
1300
3.25
2400
6.0
ouder dan 70 jaar
1200
3.0
2400
6.0

Voor alle volwassenen geldt het advies om niet meer dan 6 gram zout (2400 mg Natrium) per dag binnen te krijgen. Voor kinderen is dat minder. Is er sprake van grote verliezen? Bijvoorbeeld door diarree, een ileostoma, een totale colonresectie met aanleg ileo-anaalpouch of salt loosing nefropathie? Dan is de zoutbehoefte hoger dan de maximale inname van 6 gram per dag.

Start met ± 1 gram zout (=400 mg Natrium) per liter sondevoeding. Ontstaat er alsnog diarree? Geef dan ± 2 gram zout per liter sondevoeding. Dit advies geldt niet bij nierschade, hartfalen / decompensatio cordis en levercirrose met ascites.

In een monopack zit 1 gram zout. Een theelepel zout komt overeen met 3 gram zout. Voeg het zout toe aan het doorspuitwater.

Benodigdheden

  • 20 ml spuit
  • 1 gram zout
  • 20 ml lauw warm water

Werkwijze

Los per keer 1 gram zout op in 20 ml lauwwarm water. Gebruik deze zoutoplossing voor het doorspuiten van de sonde. Verdeel het zout over de dag. Geef 1 gram per keer.