Na de bevalling

Lees hieronder meer informatie over de onderwerpen die belangrijk zijn na de bevalling.

Voeding in de kraamtijd

Eet gezond en zorg voor variatie in je voeding. Eet op vaste tijden en zorg dat je voldoende drinkt (minimaal 2 liter per dag). Voor een goede stoelgang eet je volkoren producten, groenten en fruit.

Voldoende ijzerrijke voeding is belangrijk. Dit zit in o.a. in rood vlees, groene groenten, abrikozen en appelstroop. Vitamine C (in fruit) bevordert de opname van ijzer en is goed voor je weerstand

Ontlasten na de bevalling

Ga zes tot acht keer per dag, bijvoorbeeld elke keer voor de voeding van je baby, plassen. Zorg voor voldoende hygiëne (spoel tijdens of na het plassen met water), was na elke toiletgang je handen met water en zeep. Het is normaal dat je in de eerste dagen na de bevalling nog geen goede controle hebt over je blaas en er ongewild urineverlies is. Belangrijk is het doen van bekkenbodemspieroefeningen.

De ontlasting komt meestal de derde of vierde dag na de bevalling weer spontaan op gang. Het is verstandig om vezelrijk te eten en voldoende te drinken om de stoelgang te stimuleren. Als je hechtingen hebt en/of last van aambeien kun je normaal naar het toilet gaan. Mocht het langer dan vier dagen duren voordat de eerste ontlasting komt, dan zal de verloskundige samen met je kijken hoe dit gestimuleerd kan worden.

Seks, vruchtbaarheid en anticonceptie

Seks kort na de bevalling is af te raden. Allereerst kan het pijnlijk zijn en er bestaat bovendien kans op infectie. Je moet je lijf eerst laten herstellen na een bevalling.

Ook kun je minder zin hebben in seks door de veranderende hormoonhuishouding in je lichaam, de hoeveelheid oestrogeen neemt af waardoor ook je seksuele verlangens afnemen. Dit herstelt zich na een tijdje vanzelf.

Wanneer kan je dan wel weer seks hebben? Wanneer jij er weer zin in hebt. Een goede maatstaf is verder als je niet meer vloeit. Een wond bij de vagina, zoals een scheur of eventueel een knip, geneest volledig binnen vier tot zes weken. Het litteken kan de eerste maanden wat stugger aanvoelen maar je kunt dit niet beschadigen door te vrijen. Door de hormonen in je lichaam kunnen je borsten gaan lekken tijdens het vrijen. Ook kan je vagina minder vochtig worden, het kan dan fijn zijn om een glijmiddel gebruiken.

Enige tijd na de bevalling zal je weer gaan menstrueren, wanneer verschilt per vrouw. Als je borstvoeding geeft, duurt het meestal langer voordat je cyclus weer op gang komt. Dit beschermt je echter niet tegen een nieuwe zwangerschap.

De eisprong vindt altijd eerder plaats dan de menstruatie, dus kun je al zwanger worden voordat je hebt gemenstrueerd. Anticonceptie is dus al voor die tijd van belang.

Kijk op  www.anticonceptie.nl of vraag de verloskundige, gynaecoloog of de huisarts naar de mogelijkheden.

Vitamine K en D

Vitamine K

Vitamine K is belangrijk voor de bloedstolling. Direct na de geboorte hebben alle pasgeborenen vitamine K nodig. Zij krijgen dan een dosis (1 mg) die voldoende is voor de eerste week. Na de eerste week hebben baby’s die borstvoeding krijgen tot een leeftijd van drie maanden 150 microgram per dag aan vitamine K nodig. Dit omdat er onvoldoende vitamine K in de moedermelk zit. Na drie maanden kan je kindje zelf voldoende vitamine K aanmaken. Ook bij meer dan 500 ml kunstvoeding per 24 uur kan met Vitamine K druppels worden gestopt.

Vitamine D

Geef je baby vanaf dag 8 ook elke dag 10 microgram vitamine D tot je kindje 4 jaar is. Dat is goed voor de botten en tanden. De Vitamine D is nodig naast de borst- of kunstvoeding.

Zowel vitamine K als D zijn in druppelvorm te koop bij de drogist of apotheek. Check de beschrijving om de juiste dosering te weten.

Controle na de bevalling

Ongeveer 6 weken na de bevalling kom je op nacontrole bij je verloskundige of gynaecoloog. Tijdens de controle zal de verloskundige of gynaecoloog vragen naar je herstel na de bevalling en ook de bevalling met je nabespreken en de eventuele consequenties voor een volgende zwangerschap en bevalling.

Zijn er de komende tijd vragen die in je opkomen, schrijf ze dan op zodat je ze mee kan nemen naar je afspraak. Deze controle is voor jou bedoeld, de baby mag mee komen maar dit hoeft niet.

Voorkeurshouding

Baby’s nemen soms een voorkeurshouding aan, dit kan al snel na de geboorte gebeuren. Ze liggen dan vaak met het hoofdje naar eenzelfde kant en zullen weinig draaien in het bedje. Als dit te lang duurt kan het hoofdje vervormen doordat de botten nog zacht zijn

Door houdingsadviezen toe te passen lukt het meestal een voorkeurshouding te voorkomen of te doorbreken. De afplatting van de schedel trekt dan vanzelf bij door de groei van de schedel en het sterker worden van de botten. De kraamverzorgende en jeugdverpleegkundige kunnen je hierover adviseren

Veilig slapen tips


Huilen

Bijna alle baby’s huilen. Het huilen neemt toe in de eerste weken na de geboorte, met een piek rond de 6 weken. Normaal huilgedrag is afhankelijk van de leeftijd.

  • Leeftijd 2 weken: gemiddeld 1 tot 1,5 uur per dag;
  • Leeftijd 6 tot 8 weken: gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag;
  • Na de leeftijd van 3 tot 4 maanden neemt het huilen af naar gemiddeld 1 tot 1,5 uur per dag.

Het huilen wordt vaak erger tegen de avond. Er wordt dan vaak over een ’huiluurtje’ gesproken, hoewel het huilen dus vaak langer dan een uurtje duurt.

Bij overmatig huilen wordt gesproken van een ’huilbaby’. De officiële definitie van een huilbaby is de zogenaamde regel van 3:

  • de baby huilt meer dan 3 uur per dag;
  • meer dan 3 dagen per week;
  • gedurende meer dan 3 weken.

In de praktijk wordt echter gesproken van een huilbaby als de ouders het huilen als problematisch ervaren. Bij de meeste baby’s die overmatig huilen is er geen onderliggende oorzaak.

Vaak ken je als ouder de behoefte van je baby als die huilt. Heeft hij/zij honger of een vieze luier? Zit er een boertje dwars of wil je baby bij je in de buurt zijn? Je doet vaak vanzelf het juiste op het goede moment.

Wordt het je teveel? Leg je baby weg in zijn/haar bedje en loop weg om rustig te worden. Bel een vertrouwd iemand op om je zorgen te delen en maak het bespreekbaar. Ga nooit schudden met je baby.

Spugen van de baby

Elke baby spuugt weleens. Meestal spugen baby’s een mondje of golfje voeding uit. Het spugen treedt vooral op na het voeden of bij houdingsverandering. Dit is normaal. Als de baby wat meer spuugt, overleg dan met de verloskundige of na de kraamweek met de jeugdverpleegkundige wat je het beste kunt doen.

Wanneer is er reden tot zorg

Spugen is dus meestal normaal bij baby’s. Het kan echter ook een symptoom zijn van een medisch onderliggend probleem, bijvoorbeeld reflux (de maaginhoud loopt terug in de slokdarm) of een koemelkeiwit-allergie. Als je baby volgens jou veel spuugt en je ongerust bent, neem dan contact op met de verloskundige of huisarts. Samen kun je dan afstemmen wat je het beste kunt doen

Oefenen bekkenbodemspieren

Tijdens je zwangerschap en je bevalling hebben je bekkenbodemspieren een hoop te verduren gekregen. In de eerste weken na je bevalling is het belangrijk dat je deze beschadigde, uitgerekte spieren weer gaat oefenen en trainen.

Vanaf 24 uur na de bevalling kan je elke dag een aantal oefeningen doen om je bekkenbodemspieren te versterken. Deze oefeningen mogen geen pijn doen.
Als je last hebt van urineverlies, wat niet vreemd is na een bevalling, kan dit door het uitvoeren van deze oefeningen verbeteren. Het uitvoeren van de oefeningen is kort en krachtig, doe de oefeningen bijvoorbeeld tijdens het geven van de borstvoeding of tijdens het koken. Meestal staan de oefeningen ook in het boek wat je van de kraamzorg krijgt.

6 weken na de bevalling zou je je urine weer goed moeten kunnen ophouden, mocht je dan nog klachten ervaren, neem dan contact op met een bekkenbodem specialist.

Hielprik

In de eerste week na de geboorte wordt wat bloed afgenomen uit de hiel van je baby. In het laboratorium wordt dit bloed onderzocht op een aantal zeldzame ziektes. Tijdige opsporing en behandeling van deze ziektes voorkomt of beperkt zeer ernstige schade aan de lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling van je kind. De meeste van deze ziektes zijn niet te genezen maar wel te behandelen met bijvoorbeeld medicijnen of een dieet.

Deelname aan de hielprik is vrijwillig, daarom wordt voor de uitvoering van de hielprik je toestemming gevraagd. De hielprik kan belangrijk zijn voor de gezondheid van je kind.

Ziekenhuis of thuis

Lig je enkele dagen na de geboorte nog in het ziekenhuis, dan wordt daar de hielprik afgenomen. Ben je thuis? Dan komt de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) of de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) bij je thuis prikken.

Op welke ziektes wordt het bloed onderzocht?

Het bloed van de hielprik wordt onderzocht op:

  • ziekten van de schildklier;
  • ziekten van de bijnieren;
  • vorm van bloedarmoede (sikkelcelziekte);
  • ziekten van de longen (taaislijmziekte of cystic fibrosis);
  • stofwisselingsziektes. De meeste daarvan zijn erfelijk en komen niet vaak voor.

De uitslag van de hielprik is vrijwel altijd binnen 4 weken bekend. Je ontvangt geen bericht als de uitslag goed is. Als er een afwijkende uitslag is gevonden ontvang je bericht van de huisarts. Soms is de hoeveelheid afgenomen bloed te weinig voor het onderzoek. De hielprik moet dan opnieuw uitgevoerd worden.

De gehoortest

De gehoortest wordt meestal tegelijktijdig afgenomen, dit gebeurt altijd thuis.

Meer informatie


De partner

Ook voor de partner is de kraamperiode nieuw. Het is aan te raden om voldoende rust te nemen op tijden dat het kan. Niet alleen voor de kraamvrouw is de kraamperiode een emotionele tijd maar ook voor de partner. Je bereidt je voor op de komst van een baby maar het kan altijd anders lopen dan dat je verwacht. Praat over je gevoelens en emoties en bespreek de bevalling met elkaar. Neem de tijd om elkaar ook als ouders van je kindje te leren kennen, maar elkaar ook als partner te zien.

Baby blues

In de eerste week na je bevalling gebeurt er ontzettend veel, dit kan zijn weerslag hebben op je gevoel. Blij en trots laten jullie je kindje aan iedereen zien en jullie krijgen bloemen en cadeaus. Na enkele dagen zal je merken dat het wat zwaarder wordt, de nachten zonder slaap gaan zijn tol eisen en je wilt alles zo goed mogelijk doen. Dan kunnen er opeens tranen komen: de kraamtranen!

Kraamtranen zijn heel normaal. Laat het lekker gaan en laat je verwennen door de kraamverzorgende. Belangrijk is dat je rust neemt. Dat is voor je lijf, borstvoeding en emoties erg belangrijk. Heb je het gevoel dat het niet goed met je gaat, geef het dan aan bij je kraamverzorgende en verloskundige. Dan gaan zij met jou kijken of er meer aan de hand is en wat hieraan kan worden gedaan.

De baby blues gaat vanzelf weer over. Zolang je er niet al te veel last van hebt, kun je een aantal dingen doen om de symptomen te bestrijden:

  • Gun jezelf voldoende rust, geef toe aan de vermoeidheid die je voelt en stel geen hoge eisen aan jezelf. Als je tijd voor jezelf neemt, is het makkelijker om te wennen aan de nieuwe situatie.
  • Durf om hulp te vragen en laat je helpen door je partner, familie of vrienden.
  • Verwen jezelf, eet gezond en drink veel.
  • Verder helpt het altijd als je je gevoelens met iemand deelt en de gelegenheid krijgt om alle zorgen van je af te praten. Er is immers niks zo lekker als gewoon even uithuilen wanneer je daaraan behoefte hebt.

Veel kraamvrouwen krijgt na de bevalling last van deze zogenaamde kraamvrouwentranen of baby blues, je bent dus echt niet de enige.

Geelzucht

Ziet je baby geel? Dit is een normaal verschijnsel. Meer dan de helft van alle pasgeborenen krijgt een wat gelige huidskleur, meestal op de tweede of derde dag na de geboorte. Je baby krijgt een gelige huidskleur in het gezicht en op de romp, armen en benen. Soms kleurt ook het oogwit geel. Er zijn verschillende oorzaken van geelzucht bij baby’s maar meestal wordt het veroorzaakt door de afbraak van een teveel aan rode bloedcellen. De lever kan de afbraakproducten die hierbij ontstaan (o.a. bilirubine, de oorzaak van de gelige verkleuring) nog onvoldoende verwerken waardoor deze zich ophopen. Bij borstvoeding blijft de gele kleur vaak langer bestaan. Dit kan verder geen kwaad voor de baby.

Onderzoek en behandeling

Als er getwijfeld wordt of het bilirubinegehalte te hoog is, wordt bloedonderzoek gedaan. Bij een te hoog bilirubine gehalte is behandeling nodig. Blauw licht kan helpen het bilirubine af te breken, dit wordt fototherapie genoemd. De baby wordt dan in het ziekenhuis opgenomen en onder de blauwe lamp gelegd. Het bilirubine gehalte is te hoog bij ongeveer 1% van de baby’s. Bij veruit de meeste baby’s behoeft het geel zien dus geen behandeling.

Wanneer moet je contact opnemen met de verloskundige of huisarts?

  • Als de gele kleur optreedt binnen 24 uur na de geboorte;
  • Als je baby suf is en niet goed drinkt, naast de gele kleur;
  • Als je baby langer dan 6 weken geel ziet;
  • Als je baby witte ontlasting en donkere urine heeft, naast de gele kleur.

Stuwing

Enkele dagen na de bevalling kan stuwing ontstaan in de borsten, dit is een drukkend gevoel waarbij de borsten pijnlijk en gezwollen aanvoelen. Er kunnen ook rode plekken te zien zijn op je borst. De stuwing ontstaat doordat het lichaam meer vocht en bloed naar de borsten stuurt. Daarnaast kan de toegenomen melkproductie voor stuwing zorgen.

Tips:

  • Draag een stevige BH zonder beugels;
  • Verwarm de borsten met een kruik of pittenzak voor de voeding;
  • Masseer je hele borst tijdens het voeden of afkolven, zelfs tot onder je oksel;
  • Leg de baby goed aan. Het kan zijn dat de baby wat moeilijker aanpakt door de gespannen borsten. Het helpt soms om eerst even voor te kolven;
  • Koel de borst na de voeding;
  • Geef je flesvoeding en heb je last van stuwing? Zorg dan dat je dag en nacht een BH draagt, koel zonodig en masseer niet! Soms kan de stuwing zo heftig zijn dat je je borsten een keer moet leegkolven

Bloedverlies na de bevalling

Na de bevalling is normaal dat je behoorlijk wat (helderrood) bloed verliest, vooral tijdens de eerste 2 dagen. Je kan dan ook eventueel wat bloedstolsels verliezen, deze kunnen soms zo groot zijn als een tennisbal. Als het kraamverband binnen een half uur weer volledig doordrenkt is met bloed moet je contact opnemen met je verloskundige of huisarts. Neem ook contact op als je veel stolsels verliest of als je je tijdens het liggen duizelig voelt.

Na een paar dagen wordt het bloedverlies minder en donkerder van kleur.

In verband met de hygiëne is het verstandig om bij iedere toiletgang het verband te verwisselen. Ook kan het prettig zijn de schaamlippen met water na te spoelen met behulp van een spoelflesje.

Naweeën

Nadat de baby is geboren, kun je last hebben van naweeën. Aan de binnenkant van de baarmoeder heeft de placenta (moederkoek) vast gezeten, wat een grote wond veroorzaakt. Door de naweeën blijft het bloedverlies beperkt. Het is dus normaal dat je na de bevalling weer opnieuw buikpijn hebt.

Het proces van het samentrekken van de baarmoeder verloopt het beste als je een lege blaas hebt. Zorg er daarom voor dat je in ieder geval voor elke voeding gaat plassen. De verpleegkundige of kraamverzorgende controleert elke dag de stand van je baarmoeder.

Meconium

De eerste ontlasting die je baby heeft heet meconium. Deze poep komt meestal in de eerste of tweede dag na de geboorte en is donkergroen tot zwart van kleur en plakkerig. Na enkele dagen verandert de ontlasting onder invloed van de voeding; de poep wordt lichter van kleur en dunner. De ontlasting van je baby is afhankelijk van de voeding die je geeft.

Geef je borstvoeding?

Bij borstvoeding is de ontlasting meestal mosterdgeel van kleur maar kan ook andere kleuren hebben, bijvoorbeeld groen of bruin. De ontlasting is meestal dun en komt in het begin meerdere keren per dag. Na een aantal weken komt de ontlasting minder vaak.

Geef je kunstvoeding?

Bij kunstvoeding is de ontlasting dun tot vast en kan geel, bruin of groen zijn. De ontlasting komt meestal eenmaal per één tot drie dagen.

Verstopping

Veel baby’s lijken last te hebben van verstopping, bijvoorbeeld omdat ze hard persen en rood aanlopen. De poep is gewoon zacht en komt regelmatig. In dit geval moet de baby nog leren poepen (het persen en de ontsluiting van de kringspier op elkaar laten aansluiten). Bij verstopping komt de ontlasting minder vaak en is poepen soms pijnlijk doordat de ontlasting hard is. In dat geval kun je zelf wat extra water in de fles doen.
Blijft de ontlasting moeizaam? Neem dan contact op met de verloskundige of als het optreedt na de kraamweek neem dan contact op met de huisarts of het consultatiebureau.

Hechtingen

Wanneer je gehecht bent of scheurtjes hebt opgelopen tijdens de bevalling maar ook als het allemaal soepel is verlopen, zal je na een vaginale bevalling de eerste dagen behoorlijk beurs zijn bij je bekkenbodem. Het in en uit bed komen, zitten op een stoel en naar het toilet gaan kunnen hierdoor nog gevoelig zijn.

Om de pijn te verzachten hier een aantal tips:

  • Leg meerdere malen per dag een koude washand of kompres tegen de beurse plek;
  • Zorg de eerste week dat er altijd een flesje of kannetje met (lauw) water in het toilet bij de hand staat. Tijdens het plassen kun je tegelijk met water spoelen zodat het brandende gevoel tijdens het plassen wordt verzacht. Je kan ook onder de douche plassen;
  • Probeer de eerste week je rust te nemen, dit zal het herstel versnellen;
  • Kies voor een harde stoel om op te gaan zitten, hierdoor zal de zwelling bij de hechtingen in de bekkenbodem verminderen

Herstel na de bevalling

De bevalling, zeker bij een eerste kind, kan er lichamelijk behoorlijk inhakken. Je lichaam doet zijn best om te herstellen na de bevalling maar factoren als weinig slaap, bloedverlies, pijn en hechtingen kunnen dit behoorlijk tegenwerken. Ook het verzorgen en voeden van de baby komt daar nog bij.
Om snel en goed te herstellen is het belangrijk dat je goed voor jezelf zorgt. Neem rust, onderneem de eerste week niet veel maar blijf rondom je bed. Door te rusten zorg je voor een goed herstel van de baarmoeder, de bekkenbodemspieren en eventuele beschadigingen. En hoe sneller jij herstelt, hoe meer je kunt genieten van je baby.

Herstel na keizersnede

Na een keizersnede is het nóg belangrijker om rust te nemen. Een keizersnede is een ingrijpende buikoperatie, waarvan het herstel 6 tot 8 weken zal duren. Volg de onderstaande adviezen op in deze herstelperiode en luister goed naar je lichaam.

  • Til niet te zwaar gedurende de eerste 5 weken na de bevalling. De wond moet namelijk eerst goed genezen zijn.
  • Niet fietsen gedurende de eerste 2 weken, je merkt zelf wanneer je dit weer kunt.
  • Het advies is om in ieder geval de eerste 2 weken niet zelf auto te rijden. Je bent vaak wat minder geconcentreerd en bij een eventuele noodstop kan er veel druk op je buik komen.
  • Stel sporten uit tot 6 weken na de bevalling. Laat de wond eerst goed genezen.
  • Verricht de eerste 6 weken geen zwaar huishoudelijk werk.
  • Lichte huishoudelijke activiteiten (kleine afwas doen, koffiezetten) kun je weer oppakken zodra je merkt dat het gaat.
  • Wees voorzichtig met traplopen, let op dat je de bekkenbodem aanspant en de adem niet inhoudt.

Wondverzorging

Het is raadzaam de wond aan de lucht te laten drogen. De hechtingen lossen vanzelf op. Indien er krammetjes of nietjes aanwezig zijn dan worden deze door je verloskundige verwijderd.

Lichamelijke hygiëne

Je hebt de eerste weken na de bevalling vaak vaginaal bloedverlies. Zorg voor goede hygiëne, bijvoorbeeld door de vagina te spoelen met lauwwarm water. Het gebruik van tampons wordt afgeraden, gebruik maandverband om het bloedverlies op te vangen. Als je gaat douchten, douche dan niet te lang of te warm. Je kunt onwel worden van een te warme douche.

Geslachtsgemeenschap

Zolang je nog vaginaal bloedverlies hebt is het aan te raden om te wachten met geslachtsgemeenschap. Meestal is dit tot 6 weken na de geboorte.