Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 13 t/m 26
Lees hieronder meer informatie over de onderwerpen die belangrijk zijn van de 13e tot en met de 26e week van je zwangerschap.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 13
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Vitaminepreparaten
Als je gezond en gevarieerd eet krijg je voldoende vitaminen binnen en is het niet nodig om als zwangere vitaminepreparaten te gebruiken. Wil je toch extra vitamines slikken, kies dan een preparaat dat speciaal voor zwangeren ontwikkeld is, dat bevat minder vitamine A dan gewone preparaten. Te veel vitamine A kan namelijk schadelijk zijn voor de gezondheid van je kind.
Vitamine D
Het lichaam is in staat om zelf vitamine D aan te maken. Een voorwaarde is wel dat je voldoende daglicht op je huid krijgt. De Gezondheidsraad concludeert dat zwangere vrouwen op zich geen verhoogde behoefte aan vitamine D hebben. Toch geeft zij het advies om voor de zekerheid 10 microgram vitamine D per dag te gebruiken. De keuze voor het wel of niet gebruiken van vitamine D is aan jou. Het is vooral zinvol als:
- Je minder dan een half uur per dag buiten (in de zon) komt;
- Je huid niet in aanraking komt met de zon, bijvoorbeeld als gesluierd naar buiten gaat of make-up draagt met een beschermingsfactor;
- Je een donkere huidskleur hebt. Je moet dan langer in de zon zijn om voldoende vitamine D aan te maken.
Ook in voeding zit vitamine D, bijvoorbeeld in vette vis, halvarine, vlees en eieren. Maar de hoeveelheid vitamine D die je uit voeding kunt halen is onvoldoende om in de dagelijkse behoefte te voorzien.
Foliumzuur is alleen tot je 10 weken zwanger bent van belang, daarna mag je het doorslikken, maar is het niet meer zinvol.
Stemmingswisselingen
Onder invloed van hormonen hebben veel zwangere vrouwen last van stemmingswisselingen. Je kunt dan meer behoefte hebben aan warmte, tederheid en een beschermd gevoel. Soms zal de kwetsbaarheid en de onzekerheid overheersen, soms juist de energie en opgewektheid. Laat deze gevoelens gewoon toe. Gaan je emoties met je aan de haal en word je geconfronteerd met diep verdriet, dan is het goed om daar met iemand over te praten en te proberen om het een plek te geven.
Geef het aan bij je huisarts, verloskundige of gynaecoloog wanneer je problemen opmerkt met je stemming of wanneer je psychologische problemen hebt.
Lees meer: http://deverloskundige.nl/zwanger-worden/tekstpagina/9/psychische-problemen/
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 14
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Rol van de partner tijdens de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap heeft je partner een belangrijke rol. Niet alleen in veel praktische zaken maar ook op het emotionele vlak. Je hebt de steun van je partner hard nodig in deze maanden. Andersom is het belangrijk dat jij zoveel mogelijk probeert om je partner bij de zwangerschap te betrekken. Voor een partner is het niet altijd makkelijk om vanaf de zij-lijn toe te kijken en niet precies te weten wat er gaande is met jou en met jullie kindje. Dit kan ertoe leiden dat je partner bezorgd (en in jouw ogen soms misschien wel overbezorgd) raakt. Probeer daarom om alles zoveel mogelijk te delen en veel te praten met elkaar over de zwangerschap.
Kwaaltjes tijdens de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap kun je last krijgen van allerlei kwaaltjes. Die zijn soms erg vervelend maar over het algemeen kunnen ze geen kwaad. Als je last krijgt van zwangerschapskwaaltjes, meld dit dan tijdens de volgende controle bij je verloskundige of gynaecoloog.
Misselijkheid
Misselijkheid, al dan niet in combinatie met braken, is een veelvoorkomende kwaal, zo’n 60% van de zwangere vrouwen heeft hier last van. Met name in de eerste 16 weken van de zwangerschap kun je last hebben van misselijkheid, het ontstaat door de hormoonveranderingen die tijdens je zwangerschap optreden. Je hoeft je geen zorgen te maken over dat de baby er last van zou hebben, die merkt er meestal maar weinig van als de moeder zich niet lekker voelt. Het is alleen vervelend voor jezelf. Als je gestresst bent kan dit de misselijkheid verergeren. Gembersuppletie heeft juist een gunstig effect op de misselijkheid, je verloskundige of huisarts kan je hier meer informatie over geven.
Moet je erg vaak en veel overgeven of merk je dat je minder kunt plassen, raadpleeg dan je verloskundige of gynaecoloog. Soms leidt veel overgeven namelijk tot uitdroging, hiervoor kan opname in het ziekenhuis nodig zijn.
Bandenpijn
Bandenpijn wordt veroorzaakt door de spanning die komt te staan op de ‘banden’ die je baarmoeder op zijn plek houden. Je voelt dit als een scherpe pijn in de onderbuik of aan de zijkanten van je baarmoeder. De pijn kan soms doortrekken naar het schaambot en tot in de vagina.
Tips tegen bandenpijn:
- Let op een goede houding: sta rechtop zonder holle rug en span je buikspieren goed aan;
- Als je pijn hebt, ga dan even liggen. Houd eventueel iets warms tegen je buik, bijvoorbeeld een kruik;
- Ondersteun je buik door het dragen van een buikband voor zwangeren als je regelmatig bandenpijn hebt.
Houden de klachten aan, maak dan een afspraak bij de fysiotherapeut.
Bekkenpijn
Een aantal vrouwen meldt pijn in het bekken tijdens de zwangerschap. Deze pijn kan gelokaliseerd zijn in het schaambeen, in de liezen en aan de binnenkant van je bovenbenen. Ook worden vaak klachten gemeld in de lage rug, beide billen en uitstralend tot in de achterzijde van de bovenbenen. Het woord bekkeninstabiliteit wordt dan al snel genoemd maar binnen de bekkenfysiotherapie wordt gesproken over “bekkenpijn”. Dit omdat het bekken van elke zwangere vrouw soepeler en wat instabieler wordt. Dat hoeft geen probleem te zijn, want het is een natuurlijk proces. Pijnklachten kunnen ontstaan door lang zitten, overbelasting of een verkeerde beweging.
Hoe voorkom je bekkenpijn?
- Zorg voor een goede conditie, zowel voor als tijdens de zwangerschap. Hoe sterker je spieren rondom het bekken zijn, hoe beter je het bekken kunt steunen.
- Wissel veel van houding.
- Lang zitten is belastend voor de lage rug en het bekken en kan klachten geven, bewegen op een goede manier is erg belangrijk.
- Veel vrouwen hebben baat bij lopen, vaak verdwijnen de klachten bij wandelen.
- Heb je een administratief beroep, dan kan het goed zijn elk half uur even van je werkplek weg te lopen. Een paar minuten rondlopen kan al voldoende zijn.
- Je bureaustoel goed instellen doet ook wonderen: de zitting iets voorover laten hellen met een goede steun in de onderrug. Grotere bedrijven kunnen gebruik maken van Arbodiensten die o.a. werkplekonderzoek doen.
- Heb je een beroep waarbij je veel moet tillen, dan kan het goed zijn een juiste tiltechniek aan te leren: tillen via een ‘squat-beweging’ en een goed gestabiliseerd bekken tijdens het tillen voorkomen veel klachten.
- Een staand beroep vraagt om een goede gestabiliseerde houding tijdens het werk, die je ook lang vol kunt houden.
- Zitten op een lage bank kan klachten geven bij het opstaan. Een wat hogere stoel, bijvoorbeeld een verstelbare tuinstoel met een opgerold handdoekje in je onderrug geeft meer steun aan je bekken en daardoor kun je makkelijker weer gaan staan zonder klachten.
- Ook ’s avonds geldt: geen uren achtereen zitten maar af en toe even rondlopen.
Kortom: zoek bij alles wat je doet veel afwisseling en blijf bewegen!
Je hebt klachten, wat nu? Doorlopen of hulp zoeken?
Zoek hulp bij een geregistreerde bekkenfysiotherapeut. Een paar behandelingen zijn vaak al voldoende om de zwangerschap met zo min mogelijk klachten door te kunnen komen.
Harde buiken
De zogenaamde ‘harde buiken’ ontstaan doordat de spieren van de baarmoeder zich samentrekken. Dit voelt onprettig maar doet geen pijn. Harde buiken kunnen al vroeg in de zwangerschap ontstaan. Het verschijnsel is niet schadelijk voor de baby of voor jou.
Tips tegen harde buiken:
- Doe het rustiger aan. Harde buiken kunnen ontstaan omdat je te druk bent.
- Doe de ademhalingsoefeningen die je op zwangerschapscursus hebt geleerd.
- Ga even liggen en houd een warme kruik tegen je buik aan.
- Neem een douche of bad. Hierdoor ontspan je en dat geeft verlichting.
Waarschuw je verloskundige of gynaecoloog als:
- Je meerdere keren per uur harde buiken hebt (6-7x) en...
- Je nog geen 37 weken zwanger bent en de klachten niet verminderen als je ontspant (een uurtje gaat liggen met een warme kruik of na een bad of douche) en/of je harde buiken pijn gaan doen.
Rug- of bekkenpijn
Tijdens je zwangerschap veranderen je gewicht en je houding en worden je gewrichten beweeglijker. Hierdoor kun je last krijgen van je rug of bekken. Een goede houding kan klachten verminderen. Bewegen is goed, juist ook als je klachten hebt. Maar forceer niks en pas het aan naar wat je kunt.
- Sta rechtop, zorg dat je rug niet te hol is en span je bekkenbodem-, bil- en buikspieren aan.
- Zorg als je zit dat je bovenbenen horizontaal zijn en de rugleuning contact maakt met je onderrug voor voldoende steun.
- Buig je knieën als je moet bukken of tillen.
- Draai als je uit bed komt eerst op je zij en druk jezelf zijwaarts omhoog.
Heb je veel pijn en/of hinder van je rug of bekken, neem dan contact op met je verloskundige, huisarts of gynaecoloog.
Duizeligheid
Tijdens je zwangerschap kun je last hebben van duizeligheid, dit komt veel voor. Duizeligheid wordt veroorzaakt door lang staan, warmte, een lage bloeddruk, lage bloedsuikerspiegel of vermoeidheid.
Tips:
- Heb je het gevoel dat je flauw gaat vallen en zweet je, ga dan zitten zodat je je niet bezeert.
- Neem altijd iets te eten en drinken mee om te nuttigen als je duizelig wordt.
- Als je lang moet staan, verplaats je gewicht dan telkens van je ene naar je andere been. Zo voorkom je dat je duizelig wordt.
- Als je duizelig wordt terwijl je ligt, dan komt dat omdat het gewicht van de baarmoeder op de onderste holle ader drukt (Vena Cava syndroom). Dit grote bloedvat voert het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart. Als deze ader is dichtgedrukt stroomt er minder bloed vanuit het hart naar je hersenen waardoor je duizelig kunt worden. Door een rolletje van een handdoek of een kussentje onder je rechterzij te leggen, of door op je zij te gaan liggen, verdwijnt de duizeligheid.
Brandend maagzuur
Omdat je buik groeit, neemt de druk op je maag toe. Dit kan ervoor zorgen dat de sluitspier tussen de slokdarm en de maag niet meer goed sluit, waardoor het zure maagsap in de slokdarm kan komen.
Als je hier last van hebt kun je in overleg met je verloskundige, gynaecoloog of apotheker een medicijn als Rennie gebruiken.
Klachten kunnen erger worden door koffie, sinaasappelsap, koolzuurhoudende drankjes en vet eten.
Tips om brandend maagzuur te voorkomen:
- Gebruik melkproducten (yoghurt, karnemelk, vla, kwark, etc);
- Eet geen grote, sterk gekruide en/of vette maaltijden;
- Ga niet direct na het eten liggen;
- Verhoog het hoofdeinde van je bed zodat je niet helemaal plat ligt;
- Buig niet voorover als je moet bukken maar ga eerst door de knieën.
Aambeien
Aambeien zijn uitgezette adertjes in het slijmvlies van de anus. De wanden van de bloedvaten gaan open staan door het zwangerschapshormoon progesteron. De groeiende baarmoeder en het gewicht van de baby zorgen voor extra druk op de bloedvaten. Ook door een moeizame stoelgang of door het persen tijdens de bevalling kunnen aambeien ontstaan. Aambeien kunnen bloedverlies en jeuk veroorzaken of pijnlijk zijn. Met de volgende tips kun je de kans op aambeien verminderen:
- Eet vezelrijke voeding (veel groente, fruit en granen);
- Drink minstens anderhalve liter water per dag;
- Beweeg voldoende, zo wordt de ontlasting zachter waardoor je minder hoeft te persen.
Als je toch last hebt van aambeien is bij de apotheek of drogist een verzachtende zalf verkrijgbaar, bijvoorbeeld Curanol: www.curanol.nl
Obstipatie
Obstipatie betekent verstopping van de darmen, waardoor je meer moeite hebt met de stoelgang. Het is normaal dat de darmen tijdens de zwangerschap langzamer werken en je dus minder vaak ontlasting hebt.
Een verstopping kan ontstaan door een veranderde hormonale werking in je lichaam tijdens de zwangerschap. Het hormoon progesteron veroorzaakt een verslapping van de spieren in je darmwand, waardoor je de stoelgang moeizamer gaat en het zelfs pijn kan doen. Als de baarmoeder groter wordt, worden de darmen opzij gedrukt, ook dat kan voor obstipatie zorgen.
Vaker plassen en urineverlies
De baarmoeder groeit waardoor de druk op je blaas steeds groter wordt. Dit zorgt er voor dat je vaker moet plassen en kan ongewenst urineverlies veroorzaken. Deze klachten kun je bespreken met je verloskundige of gynaecoloog. Soms is het verstandig om naar een bekkenbodemfysiotherapeut te gaan. Die leert je oefeningen om de spieren van je bekkenbodem te trainen zodat je de urine beter op kan houden.
Het vaker moeten plassen kan ook een teken zijn van een blaasontsteking. Soms gaat dit samen met meer last van harde buiken en/of kleine beetjes plassen. Het branderige gevoel tijdens het plassen bij een blaasontsteking ontbreekt meestal als je zwanger bent.
Spataderen
Spataderen zijn ontsierende blauwe, verdikte kronkelende aderen die kunnen ontstaan op je benen maar ook op de schaamlippen. Spataderen kunnen pijnlijke en opgezette benen veroorzaken.
Tijdens de zwangerschap ontstaan ze door het hormoon progesteron, dat ervoor zorgt dat de bloedvaten wijder worden. Hierdoor werken de klepjes in de aderen ook minder goed, zodat het bloed minder goed terugstroomt naar het hart. De groter wordende baarmoeder en de grotere hoeveelheid bloed om rond te pompen tijdens de zwangerschap veroorzaken ook meer druk op de bloedvaten.
Spataderen verdwijnen meestal weer na de bevalling, in een enkel geval blijven ze bestaan. De volgende tips kunnen helpen om ze te voorkomen:
- Lig niet te lang in een warm bad;
- Vermijd een warmtebron op de benen (autoverwarming, kruik, elektrische deken etc.). Daarom raden we zonnebaden en saunabezoek ook af wanneer je spataderen hebt;
- Draag geen knellende kousen of sokken;
- Vermijd langdurig staan en stilzitten;
- Zit niet met je benen over elkaar;
- Beweeg voldoende, wandel of doe gymnastiekoefeningen;
- Slaap met je benen iets omhoog (kussen onder de benen) zodat het bloed makkelijker naar het hart kan terugstromen.
Als je toch last krijgt van spataderen kun je de benen regelmatig even omhoog leggen zodat het bloed beter terug kan stromen. Wisseldouches (afwisselend koud en warm water) en beweging stimuleren de doorbloeding. Een washandje met ijsblokjes op je benen verzacht de pijn.
Ook steunkousen kunnen helpen als je last hebt van spataderen, die kun je aanvragen via de huisarts of gynaecloog. Steunkousen worden op maat gemaakt maar je maat verandert tijdens je zwangerschap wel steeds. Een strakke, stevige panty volstaat vaak ook.
Je kunt spataderen ook laten masseren door de fysiotherapeut, dat bevordert de doorbloeding en zorgt ervoor dat je minder pijnklachten of een vermoeid gevoel ervaart. www.spatadertherapie.com
Striae (zwangerschapsstriemen)
Als de baarmoeder groeit komt er ook steeds meer spanning op je huid te staan. De bovenste lagen van de huid kunnen gaan scheuren, en dat wordt zichtbaar als strepen op je buik. Het insmeren van je huid met 'anti-striaeproducten' voorkomt dit helaas niet. Smeren van crèmes of olie kan wel het trekkende gevoel wegnemen. De plaatsen waar de huidlaag gescheurd is, zien er paars of rood uit. Na de zwangerschap trekt de kleur langzaam weg maar de huid herstelt niet meer.
Vaginale afscheiding of vochtverlies
Tijdens de zwangerschap kan je meer vaginale afscheiding hebben. Dat is normaal. Neem contact op met je verloskundige of gynaecoloog als de afscheiding een abnormale geur of kleur heeft of als je jeuk, pijn of een branderig gevoel hebt.
Vocht vasthouden
Omdat je tijdens de zwangerschap meer vocht vasthoudt, krijg je soms dikke voeten en enkels. Bij warmte en weinig beweging kan dit verergeren. Zorg dat je voldoende beweging hebt en leg je benen wat hoger als je zit of ligt. Probeer ondanks dat je vocht vasthoudt wel per dag 1,5 tot 2 liter vocht te drinken.
Tintelende handen (Carpaal tunnel syndroom)
Tintelingen in de handen worden vaak veroorzaakt door het carpaal tunnel syndroom (CTS). Soms zijn er zelfs pijnklachten. Dit wordt veroorzaakt door het extra vocht dat je tijdens de zwangerschap vasthoudt. Hierdoor kan een zenuw, die vanuit je arm via de pols naar je hand loopt, bekneld raken.
Het kan helpen om de pols (met name tijdens de nacht) minder te bewegen door bijvoorbeeld skatershandschoenen of een polsspalk te dragen. Bespreek je klachten met je verloskundige of gynaecoloog. Er is geen behandeling die de klachten volledig doet verdwijnen. Na de zwangerschap zullen deze klachten overgaan.
Kramp in de benen
Zwangerschapshormonen verslappen de wanden van de bloedvaten waardoor het bloed in de benen trager naar het hart terugstroomt. Zuurstofarm bloed dat te lang in de benen blijft veroorzaakt krampen. Meestal voel je dit in je kuiten, vooral ’s nachts. Wisseldouches (afwisselend warm en koud water), massages van de benen en het verhogen van je voeteneinde kunnen de klachten verminderen.
Extra calcium en magnesium (Multi-vitamine preparaat) helpen mogelijk ook kuitkrampen te beperken.
Pigmentvlekken
Tijdens de zwangerschap kunnen door de zon of zonnebank bruine vlekken in je gezicht ontstaan. Dit wordt ook wel ‘zwangerschapsmasker’ genoemd. Bescherm je huid daarom goed tegen de zon. Gebruik zonnebrandproducten met een hoge beschermingsfactor, blijf in de schaduw of draag een hoed. Gebruik van de zonnebank tijdens de zwangerschap wordt afgeraden. Na de zwangerschap verdwijnen de pigmentvlekken meestal vanzelf.
Vergeetachtigheid
Tijdens de zwangerschap en soms nog weken na de bevalling kunnen vrouwen erg vergeetachtig zijn. Dit noemt men ook wel zwangerschapdementie. Door alle dingen die er tijdens de zwangerschap op je afkomen kan het zijn dat je je gedachten er niet bij kunt houden en vergeetachtig bent. Ook veranderende hormonen en slaapgebrek zijn van invloed. Wees gerust, dit is maar tijdelijk.
Stemmingswisselingen
Onder invloed van hormonen hebben veel zwangere last vrouwen stemmingswisselingen. Je kunt dan meer behoefte aan warmte, tederheid en een beschermd gevoel hebben. Soms zal de kwetsbaarheid en de onzekerheid overheersen, soms juist de energie en opgewektheid. Laat deze gevoelens gewoon toe. Gaan je emoties met je aan de haal en word je geconfronteerd met diep verdriet, dan is het goed om daar met iemand over te praten om te proberen het een plek te geven.
Voeding voor je baby
Maak een weloverwogen keuze voor borst- of kunstvoeding
Ongeacht welke voeding een baby krijgt heeft is lichamelijk contact met de baby belangrijk. Lichamelijk contact, eventueel huid-op-huid, geeft je kind een gevoel van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen. Dit heeft een positieve invloed op de hechting met je kindje. Probeer dit dus zowel als moeder en vader in te bouwen of je nu borstvoeding of kunstvoeding geeft.
Gezondheidsvoordelen van borstvoeding
Je geeft je baby een goede start met borstvoeding. Moedermelk is de meest natuurlijke manier om een baby te voeden. Het moederlichaam maakt deze melk aan en het spreekt voor zich dat deze voeding afgestemd is op de behoeften van jouw baby. Lange tijd heeft men gedacht dat kunstvoeding net zo goed is voor een baby, maar inmiddels is wetenschappelijk bewezen dat het geven van borstvoeding veel gezondheidsvoordelen heeft. Kunstvoeding is gemaakt van koemelk en bevat geen levende cellen die bescherming bieden aan de baby.
De beschermende werking van borstvoeding zit vooral in de antistoffen die in de borstvoeding zitten. Deze antistoffen zijn nodig omdat het afweersysteem van de baby vlak na de geboorte nog niet voldoende werkt. De baby is daardoor vatbaar voor infecties. In de buik wordt de baby beschermd tegen infecties en krijgt hij deze antistoffen via de placenta. Na de geboorte krijgt de baby deze antistoffen via de borstvoeding.
Om de kans van slagen positief te beïnvloeden is goede voorbereiding op het geven van borstvoeding belangrijk. Er wordt bij veel verloskundigenpraktijken voorlichtingsavonden aangeboden over borstvoeding of een zogenaamde borstvoedingscursus. Als je goed weet wat je te wachten staat wordt het geven van borstvoeding makkelijker. Partners zijn ook van harte welkom. Ook voor hen is goede voorbereiding belangrijk.
Verschillende soorten kunstvoeding
Als je kiest voor kunstvoeding heb je de keuze uit vele soorten. Kunstvoeding voor baby’s tot 6 maanden heet ‘volledige zuigelingenvoeding’. Als dit op de verpakking staat, bevat het product alle voedingsstoffen die de baby nodig heeft. De Warenwet schrijft fabrikanten voor wat er exact in volledige zuigelingenvoeding moet zitten. Maak geen flesvoeding door koemelk, geitenmelk of andere (rauwe) melk met water te mengen. Dit is geen geschikte en volwaardige voeding voor baby’s! Alle merken kunstvoeding zijn even goed. De verschillen zitten in de ‘extra’ stoffen die fabrikanten toevoegen. Ook deze extra stofjes zijn vastgelegd in de wet en zijn dus niet slecht voor je kind maar ze voegen ook niets toe aan de gezondheid van je kindje. Overleg met je verloskundige of arts welke voeding het meest geschikt is voor jouw kindje.
Lees meer:
- http://deverloskundige.nl/net-bevallen/tekstpagina/67/voeding-baby/
- https://www.lalecheleague.nl/
- Film: Borstvoeding in Ziekenhuis Gelderse Vallei
Zwangerschapsdiabetes in de voorgeschiedenis of diabetes in de familie
Als je zwangerschapssuiker (diabetes gravidarum) in één van je vorige zwangerschappen hebt gehad, krijg je bij 16 weken zwangerschap een suikertest, ook wel OGTT genoemd. Als je risicofactoren zoals diabetes type 2 in de familie hebt of in een eerdere zwangerschap een kind met een hoog geboortegewicht hebt gekregen, wordt de OGTT tussen de 24 en 28 weken zwangerschap gedaan.
Deze test onderzoekt of je zwangerschapsdiabetes hebt. Meer informatie over deze test kun je vinden in de bibliotheek van deze app.
Zwangerschapssuiker is meestal goed te behandelen met dieet-aanpassingen. Soms is het nodig om tijdens de zwangerschap insuline te spuiten.
Groot kind in de voorgeschiedenis
Je hebt in het verleden een kindje gekregen dat te groot was. Een groot kindje hoeft geen probleem te zijn tijdens de bevalling maar je bloedsuikers worden tijdens deze nieuwe zwangerschap wel extra gecontroleerd. Als jouw verloskundige het nodig vindt, zullen er groeiecho’s plaatsvinden. Tussen de 24 en 28 weken zwangerschap zullen we een suikertest doen; de OGTT. Later in de zwangerschap krijg je hier meer informatie over.
Verhoogde BMI
BMI is makkelijk te berekenen: je gewicht in kilo’s deel je door het kwadraat van je lengte (lengte x lengte). Het getal wat uit deze berekening komt is je BMI. In het medisch profiel wat je aan het begin van deze app hebt ingevuld, heb je je lengte en gewicht ingevuld. Hieruit blijkt dat jouw BMI wat hoger is.
Ten gevolge van jouw overgewicht kan het zijn dat je in de zwangerschap meer risico hebt op bijvoorbeeld een hoge bloeddruk, pre eclampsie, zwangerschapssuikerziekte, te snelle groei van het kindje, of overmatig bloedverlies na de bevalling. De verloskundige of gynaecoloog zal dit tijdens de eerste controle met je bespreken.
Ondanks de risico’s in het niet verstandig te gaan afvallen in de zwangerschap. Zo kan het kind belangrijke voedingsstoffen mislopen. Een zwangere met een normaal BMI komt in de zwangerschap 12 tot 18 kilo aan. Is je BMI hoger dan 30, dan moet je proberen niet meer dan 6 tot 8 kilo aan te komen voor je eigen gezondheid en die van je baby. Sommige vrouwen gebruiken de zwangerschap als excuus net iets meer te gaan eten dan ze nodig hebben en dat is niet nodig. Zolang je maar gevarieerd en gezond blijft eten. Je lichaam neemt alle voedingsstoffen veel efficiënter en sneller op als je zwanger bent, dus je kindje komt niks te kort. En daarnaast blijven bewegen, of sporten, kan prima in de zwangerschap. In de meeste gemeentes worden er speciale sportactiviteiten voor zwangeren georganiseerd. Als je buik wat groter is, zijn sporten waarbij je hard kunt vallen of in je buik kan krijgen (hockey, vechtsporten, skiën) een minder goed idee. Als je het prettig vindt kunnen we je in contact brengen met een diëtiste, bespreek dit met je verloskundige of gynaecoloog.
Uit ervaring is gebleken dat complicaties tijdens de zwangerschap, de bevalling en na de bevalling toenemen bij een BMI> 30.
Tijdens de zwangerschap
• ontstaat er vaker zwangerschapssuikerziekte.
• is er vaak bij aanvang van de zwangerschap al een hogere bloeddruk of suikerziekte aanwezig.
• ontstaat vaker een hoge bloeddruk, soms in combinatie met eiwitverlies in de urine (ook wel pre-eclampsie genoemd).
• komen vaker kinderen met een hoog geboortegewicht (macrosomie) voor als gevolg van relatief hoge bloedsuikerspiegels tijdens de zwangerschap.
Tijdens de bevalling
• als gevolg van het vaker voorkomen van een kind met een hoog geboortegewicht en andere zwangerschapscomplicaties (zoals een hoge bloeddruk), wordt de bevalling vaker ingeleid.
• komt het vaker voor dat er tekenen zijn van nood bij de baby; dit is af te leiden uit het hartritmepatroon van de baby en is soms ook te zien aan de kleur van het vruchtwater (groen).
• zien we vaker dat er een keizersnede (twee keer zo vaak) nodig is, omdat er een trager verloop is van de ontsluiting of uitdrijving.
• komt een moeizame geboorte van de schouders vaker voor.
• bestaat er een grotere kans op (te) veel bloedverlies.
• is het plaatsen een ruggenprik lastiger en zal niet altijd lukken (zie ook verderop in deze folder).
Na de bevalling
• kan het langer duren voordat de borstvoeding op gang komt.
• komen er meer baarmoederontstekingen voor in de kraamtijd.
• is er een grotere kans op trombose en/of longembolie bij de moeder.
• kan het herstel van de buikwond na een keizersnede langer duren.
Minimaal vereiste zorg bij obesitas bij BMI > 30
Wanneer uit de eerste controle tijdens de zwangerschap blijkt dat er sprake is van obesitas, zijn extra onderzoeken in de loop van de zwangerschap noodzakelijk. Deze onderzoeken zijn gericht op het vroegtijdig opsporen of voorkomen van eventuele complicaties. Welke onderzoeken er precies nodig zijn, bespreekt de verloskundige of arts bespreekt met je tijdens de intake.
Gewichtstoename
Over het algemeen is een gewichtstoename van 12 tot 16 kg normaal voor een zwangere. Een aantal kilo’s gewichtstoename ontstaat door de zwangerschap: baby, placenta (moederkoek), vruchtwater en extra vocht in je lichaam. Dit is ongeveer 7 tot 8 kg. Deze kilo’s ben je snel kwijt na de bevalling. De overige kilo’s zijn om reserves aan te leggen voor als je borstvoeding gaat geven. Bij overgewicht zijn deze kilo’s in feite al aanwezig. Dus is het streven om niet meer dan 6 tot 8 kg aan te komen.
Afvallen lijkt ongewenst in de zwangerschap omdat schadelijke afbraakproducten de baby kunnen bereiken via de placenta. Uw gewicht wordt bij de verloskundige en gynaecoloog niet bij iedere controle gemeten. We adviseren wel om dit zelf regelmatig te doen. Je kunt altijd vragen of je gewogen kunt worden tijdens de controle.
Bloeddrukcontrole
Bij iedere zwangerschapscontrole wordt je bloeddruk gemeten. Zo nodig wordt dit met een aangepaste (brede) band gedaan. Bij zwangere vrouwen wordt over het algemeen de meeste waarde gehecht aan de onderdruk (diastolische bloeddruk). Bij een hoge bloeddruk kunnen complicaties bij moeder en kind optreden. De nieren en lever kunnen tijdelijk slechter gaan werken en er kunnen afwijkingen in de bloedstolling ontstaan. De bloedtoevoer naar de placenta (moederkoek) kan afnemen. Dit kan tot gevolg hebben dat de baby in groei achterblijft of dat de conditie van de baby vermindert.
Bloedsuikercontrole
Aan het begin van de zwangerschap wordt bij iedere zwangere een bloedsuikerbepaling en urine screening gedaan. Bij patiënten met een BMI > 30 wordt tevens een OGTT (orale glucose tolerantie test) uitgevoerd bij 22 tot 26 weken zwangerschap om zwangerschapssuiker (diabetes gravidarum) op te sporen. Dit onderzoek duurt 2 uur en je moet nuchter komen. Er wordt eerst wat bloed afgenomen. Daarna krijg je een suikerdrankje. Na 2 uur rustig wachten zonder iets te eten of drinken, wordt nogmaals bloed afgenomen. Als de test afwijkend is, krijg je een dieet en controles bij een internist en diabetesverpleegkundige. Er is sprake van zwangerschapssuiker: dit wordt ook wel diabetes gravidarum genoemd.
Structureel echoscopisch onderzoek (SEO)
Bij obesitas wordt aangeraden het structureel echoscopisch onderzoek rond de 20 weken te plannen. Houd er rekening mee dat de kwaliteit van de beeldvorming bij de echo lastig kan zijn door het buikvet van de moeder. Bij zeer moeilijke beeldvorming kan het voorkomen dat niet alles kan worden beoordeeld en het onderzoek, ondanks dat het niet compleet is, wordt afgerond.
Groeicontrole van de baby
Naast uitwendig onderzoek worden er ook op een aantal momenten in de zwangerschap groeiecho’s gemaakt, om te beoordelen of er sprake is van een normale groei.
De betrouwbaarheid van deze echo’s kan minder zijn in verband met mogelijk slechtere beeldvorming.
Controle door verloskundige of gynaecoloog
Ondanks al deze risico’s is het veilig om met een BMI <40 begeleid te worden door een verloskundige tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamtijd. De verloskundige kan de risico’s tijdig opsporen en zal je, indien nodig, doorsturen naar een gynaecoloog.
Als het BMI >40 is bij aanvang van de zwangerschap, vindt de zorg in principe in de tweede lijn plaats.
Plaats van de bevalling
Bij een BMI tussen de 30 en 35 is een thuisbevalling alleen mogelijk op de begane grond. Woon je in een flat, dan kun je alleen thuis bevallen als er een mogelijkheid is om met de lift naar beneden te gaan. Dit is voor je eigen veiligheid en die van je baby. Als er problemen zijn waar ambulancevervoer voor nodig is, moet je snel en veilig naar het ziekenhuis gebracht kunnen worden.
Bij een BMI tussen de 35 en 40 heb je een indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. Dit wordt vergoed door de zorgverzekeraar.
Pijnbestrijding en narcose tijdens de bevalling
Zwangerschap en overgewicht zijn mogelijke risicofactoren voor anesthesie gerelateerde problemen. Bij ernstig overgewicht zijn de noodzakelijke handelingen voor pijnbestrijding door middel van een ruggenprik en voor anesthesie voor een operatie, technisch lastiger.
Voor meer informatie over andere vormen van pijnbestrijding bestaat een aparte folder.
De ruggenprik (epiduraal/spinaal)
Een ruggenprik geeft verdoving van het onderste deel van het lichaam die zich kan uitstrekken tot de bovenbuik. Een ruggenprik gaat doorgaans gepaard met een bloeddrukdaling. Soms treedt er een hoge uitbreiding van de verdoving op die het lastig maakt om goed door te kunnen ademen. Ook geeft een ruggenprik incidenteel hoofdpijnklachten. De hoofdpijn neemt meestal toe bij rechtop zitten en verdwijnt doorgaans na enkele dagen (en kan geen kwaad).
Er zijn twee soorten ruggenprikken:
• Bij de epiduraalanesthesie wordt een dun plastic slangetje (katheter) in de epiduraalruimte geplaatst. Dat is een ruimte in de wervelkolom in de buurt van het zenuwweefsel, net buiten de hersenvliezen. Via de katheter kan een verdovingsvloeistof continu toegediend worden. De epidurale verdoving wordt vaak toegepast om de pijn tijdens het bevallen te behandelen. Indien nodig, kan de epiduraalkatheter ook gebruikt worden voor pijnstilling na afloop van een keizersnede.
• Bij spinaalanesthesie wordt verdovingsvloeistof geïnjecteerd in de zogenaamde spinaalruimte. De spinaalruimte is een ruimte binnen de hersenvliezen die hersenvocht bevat, samen met de zenuwen die het onderlijf bedienen. De spinaalanesthesie is de meest gebruikte verdoving voor een keizersnede. De verdoving met spinaalanesthesie is vergeleken met een epiduraalanesthesie technisch makkelijker, werkt sneller in en is intenser.
Anesthesie voor de bevalling
De anesthesie voor een keizersnede kan worden verzorgd via algehele anesthesie of door middel van een plaatselijke verdoving, in de vorm van een ruggenprik. Voor de zwangere en haar ongeboren baby is de ruggenprik meestal de veiligste techniek. Met een ruggenprik wordt het onderlichaam verdoofd, zodat je geen pijn voelt maar wel bij kennis blijft tijdens de operatie. Algehele anesthesie bij een zwangere met overgewicht is risicovoller dan een ruggenprik vanwege de noodzaak tot beademing. Bij de beademing kan het lastig zijn de beademingsbuis vlot in de luchtpijp te plaatsen waardoor er een zuurstoftekort kan ontstaan en/of maagsappen naar de long kunnen overlopen.
Toch zijn er soms redenen om te kiezen voor algehele anesthesie:
• hoge mate van spoed met de keizersnede, waarbij er onvoldoende tijd is om de ruggenprik uit te voeren en het effect daarvan af te wachten.
• stollingsstoornissen die een ruggenprik risicovol maken door een bloeding in de nabijheid van het zenuwweefsel in het wervelkanaal.
• afwijkingen aan de rug die het onmogelijk maken een ruggenprik uit te voeren.
• onvoldoende verdovend effect na het uitvoeren van een ruggenprik.
Complicaties in het kraambed
Overgewicht is een risicofactor voor het ontwikkelen van een trombosebeen en/of longembolie. Vroegtijdige mobilisatie (uit bed!) is daarbij belangrijk.
Aanbevelingen voor een volgende zwangerschap
Voor een eventuele volgende zwangerschap heeft het voordelen als je de zwangerschap begint met een lager BMI. Een geringe gewichtsafname heeft vaak al effect! Behalve dat je vaak makkelijker zwanger wordt, nemen ook de risico’s op complicaties in de zwangerschap af. Om een voorbeeld te geven: als je tussen twee zwangerschappen 4.5 kg afvalt, verminder je het risico op het krijgen van zwangerschapssuiker met 40%.
Ooit keizersnede gehad
Als je eerder een keizersnede hebt gehad kom je vaak rond 20 weken zwangerschap op gesprek bij de gynaecoloog om de komende bevalling te bespreken. In dit gesprek worden de verschillende opties en verwachtingen t.a.v. de bevalling besproken worden.
Daarna zal vanaf 34 of 36 weken zwangerschap de gynaecoloog de zorg overnemen van de verloskundige uit de eerste lijn. De eerste afspraak is bij de gynaecoloog, die zal het plan met je bespreken als dit nog niet eerder in de zwangerschap is gedaan. De volgende controles gebeuren afwisselend bij een klinisch verloskundige en de gynaecoloog.
Fluxus en/of MPV
Je krijgt in deze zwangerschap extra informatie omdat je in het verleden ruim bloedverlies had tijdens een bevalling of omdat de placenta niet vanzelf kwam. De zwangerschapscontroles kunnen gewoon plaatsvinden bij een verloskundigenpraktijk maar de bevalling zal onder leiding van de verloskundige plaatsvinden in het ziekenhuis, we noemen dit een Medium Risk (MR) bevalling. De reden hiervoor is dat je bij een volgende bevalling iets meer risico hebt dat je opnieuw ruim bloedverlies krijgt.
Tijdens een bevalling verlies je bloed, meestal is dat 500 tot 800 milliliter. Als je 1000 milliliter (één liter) of meer bloed verliest, is er sprake van overmatig vaginaal bloedverlies na de bevalling. Dit wordt ook wel fluxus postpartum genoemd en komt voor bij ongeveer 5% van alle bevallingen (zowel bij vaginale bevallingen als bij keizersneden). Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor een fluxus, later in de zwangerschap krijg je hier nog meer uitleg over. Ben je nieuwsgierig dan kun je alvast in de bibliotheek kijken.
Het kan ook zijn dat de placenta na een vorige bevalling niet geboren wilde worden en dat deze 'manueel' is verwijderd, dit noemen we een MPV. Dit is ook een reden om met je verloskundige in het ziekenhuis te bevallen. Als na de bevalling de placenta opnieuw niet spontaan geboren wil worden zal de gynaecoloog de zorg overnemen en de placenta verwijderen. Dit gebeurt op de operatiekamer.
Tijdens de bevalling in het ziekenhuis krijgt jouw verloskundige hulp van een gespecialiseerd verpleegkundige van de afdeling in plaats van dat een kraamverzorgster assisteert. Je zal voor de bevalling een infuus krijgen, mocht je na de bevalling veel bloed gaan verliezen, dan kun je direct vocht en medicijnen krijgen via het infuus. Dit bespaart tijd en voorkomt andere complicaties. De verloskundige zal, nadat de baby geboren is, een injectie geven met een medicijn dat ervoor zorgt dat de baarmoeder samentrekt zodat de placenta sneller loslaat.
Klein kind in de voorgeschiedenis
Je hebt in het verleden een kindje gekregen dat te klein was bij de geboorte. Dit betekent dat je in deze zwangerschap extra controles krijgt om de groei van dit kindje te controleren.
Er wordt gekeken naar het geboortegewicht en de zwangerschapsduur van het kindje dat te licht was bij de vorige bevalling. Hier worden percentielen voor gebruikt. Het percentiel van jullie vorige kind is in deze ZwApp automatisch berekend op basis van de gegevens die je bij de start van de app hebt ingevuld in het medisch profiel. Een percentiel is een waarde van 0 tot 100. Stel je hebt 100 kinderen van een bepaalde zwangerschapsduur, dan zullen ze allemaal een ander geboortegewicht hebben. Er zullen dan lichte en zwaardere kinderen bij zijn. Al deze kinderen worden op volgorde gezet, opklimmend in gewicht. Het kind met het op twee na lichtste gewicht is P2 en het kind met op 2 na het zwaarste gewicht is P98.
Om te controleren of jullie kindje in deze zwangerschap wel voldoende groeit worden er groeiecho’s gemaakt. Bij een groeiecho worden drie dingen gemeten:
- de hoofdomtrek
- de buikomtrek
- de lengte van het botje in het bovenbeen
De metingen worden in een groeicurve gezet en aan de hand van deze uitkomsten wordt bepaald of je kindje goed groeit.
Als je in het verleden een kindje hebt gekregen met een te laag geboortegewicht (lager dan P5) dan betekent dit dat je deze zwangerschap onder controle zal zijn van de gynaecoloog en een klinisch verloskundige. Dit omdat je meer kans hebt dat dit kindje ook minder goed groeit. Vanaf 26 weken zwangerschap zal er elke 3 weken een groeiecho gemaakt worden.
Als je in het verleden een kindje hebt gekregen dat aan de lichte kant was bij de geboorte (P5 tot P10) dan kunnen de zwangerschapscontroles bij de verloskundige in jouw buurt plaatsvinden. Er worden dan in de zwangerschap bij de verloskundige groei echo's gemaakt.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 15
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Invloed van hormonen
Hormonen, wat kunnen ze voor heftige emoties zorgen! Soms herken je jezelf misschien even niet meer of reageer je veel emotioneler dan je gewend bent. Ook dit hoort bij de zwangerschap. Die hormonen zorgen er namelijk voor dat je lichaam zorgt voor de groeiende baby en zich klaarmaakt voor de bevalling.
Het hormoon progesteron zorgt ervoor dat je spieren wat verslappen, onder andere de spieren van je darmen. Daardoor kunnen je darmen wat meer opgezet zijn in het begin van je zwangerschap en kan het best zo zijn dat je broeken al snel strak beginnen te zitten. Ook kan het zijn dat je stoelgang moeizamer is door de tragere werking van je darmen. Door het hormoon prolactine kunnen je borsten wat groter worden en extra gevoelig zijn.
Maagzuur
Omdat je buik groeit, neemt de druk op je maag toe. Samen met het hormoon Progesteron kan dit ervoor zorgen dat de sluitspier tussen de slokdarm en de maag niet meer goed sluit. Het zure maagsap kan zo in de slokdarm komen. Als je hier last van hebt kun je in overleg met je verloskundige, gynaecoloog of apotheker een medicijn als Rennie gebruiken.
Klachten kunnen erger worden door koffie, sinaasappelsap, koolzuurhoudende drankjes en vet eten.
Tips om brandend maagzuur te voorkomen:
- Gebruik melkproducten (yoghurt, karnemelk, vla, kwark, etc);
- Eet geen grote, sterk gekruide en/of vette maaltijden;
- Ga niet direct na het eten liggen;
- Verhoog het hoofdeinde van je bed zodat je niet helemaal plat ligt;
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 16
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Zwangerschapscursussen
Zwangerschapscursussen dragen bij aan een goede voorbereiding op de bevalling, hierdoor heb je een grotere kans op een voorspoedige bevalling. Alle zwangere vrouwen kunnen deelnemen aan deze cursussen. Hieronder volgen een aantal voorbeelden van zwangerschapscursussen, op de website van je verloskundige vind je het aanbod bij jou in de buurt.
Zwangerschapshaptonomie
Al voor de geboorte contact maken met je kind bevordert de hechting na de geboorte. Dit is een goede basis is voor de rest van zijn of haar leven. Ouders worden goed op de bevalling voorbereid, wat rust en vertrouwen geeft. Er wordt gestreefd naar een zo natuurlijk mogelijke bevalling, als een samenwerking tussen ouders en kind, waarbij een belangrijke rol voor de partner is weggelegd. www.zwangerschapshaptonomie.com
HypnoBirthing®
Angst maakt het lichaam gespannen en gesloten. Dit bemoeilijkt een bevalling en veroorzaakt pijn. Tijdens deze cursus leer je angst en beperkende gedachten los te laten waardoor je positief kunt uitkijken naar de geboorte van je kind. Ook leer je krachtige technieken voor diepe ontspanning en effectieve ademhalingen. Daarnaast krijg je veel informatie en praktische tips, zodat je ontspannen en vol vertrouwen kunt bevallen. www.hypnobirthinggelderland.nl/informatie/hypnobirthing/wat-is-hypnobirthing
Mindfulness
Door het volgen van deze training kun je situaties beter accepteren zoals ze zijn. Je leert om ook in onprettige omstandigheden te ontspannen. Deze vaardigheid en instelling kan je voordeel opleveren tijdens je zwangerschap, de bevalling, het kraambed en de borstvoedingsperiode. www.mindful-mothers.com
Zwanger en Fit
Veel fysiotherapiepraktijken bieden een cursus 'Zwanger en Fit' aan voor tijdens de zwangerschap. Onderzoek heeft uitgewezen dat de zwangerschap, de bevalling en het herstel beter verlopen als je gezond en fit bent. Hierdoor kunnen klachten en lichamelijke ongemakken tijdens en na de zwangerschap worden voorkomen. De lessen worden gegeven door een speciaal opgeleide fysiotherapeut. Zwanger en Fit is een actieve cursus voor vrouwen die zwanger zijn of net zijn bevallen. De groepen zijn gemengd; zwangere en bevallen vrouwen trainen gezamenlijk. Je hoeft nog geen ervaring te hebben met sporten, iedereen kan meedoen. Je kunt starten met Zwanger en Fit vanaf de 16e zwangerschapsweek. Een voordeel van vroeg in de zwangerschap beginnen met deze training is dat je conditie en spierkracht dan meestal nog vrij goed op niveau zijn. Door gericht te trainen is het makkelijker om je conditie en spierkracht zo optimaal mogelijk te houden gedurende de zwangerschap en na de bevalling. Zes weken na de bevalling kun je de training weer oppakken, tot maximaal negen maanden na de bevalling.
Zwangerschapsyoga
Zwangerschapsyoga zorgt voor een vitaal en soepel verloop van de zwangerschap en bereidt je fysiek en mentaal voor op de bevalling. Yoga tijdens de zwangerschap zorgt ervoor dat je tijd en ruimte maakt om de (hormonale) veranderingen in je lichaam bewust mee te maken. Door de yogahoudingen bouw je kracht op en leer je meer te luisteren naar je intuïtie en innerlijke kracht. De technieken die tijdens de zwangerschapsyogalessen aangeleerd worden zijn er onder andere op gericht het bekken soepeler en sterker te maken.
Zwangerschapszwemmen
Bij verschillende zwembaden wordt zwangerschapszwemmen aangeboden.
In het water voel je je bijna gewichtloos en juist dat heeft een ontspannende uitwerking op je lichaam. Zwangerschapszwemmen vindt plaats in heerlijk warm water, dat heeft bovendien een gunstige invloed op je bloedcirculatie. Daardoor vindt een verhoogde zuurstofopname in je bloed plaats, wat belangrijk is voor jou en je baby. In het water worden allerlei oefeningen gedaan waardoor je heerlijk ontspannen thuiskomt en waar je tevens wat aan hebt tijdens je bevalling.
Samen Bevallen
Samen Bevallen is een zwangerschapscursus waarbij je je samen met je partner voorbereidt op de bevalling en op de komst van jullie kindje. Zo krijgen jullie allebei alle informatie die belangrijk is voor de bevalling. Bovendien leert je partner diverse vaardigheden om je te helpen en ondersteunen tijdens de bevalling. Er is ruim aandacht voor informatieoverdracht, het stellen van vragen, het bespreken van onzekerheden en het oefenen van ontspanning, ademhaling, houdingen, perstechniek, pershoudingen en massage. www.samenbevallen.nl
ZwangerTotaal
ZwangerTotaal is een uniek groepsprogramma voor zwangeren én pas bevallen vrouwen. ZwangerTotaal wordt gegeven door oefentherapeuten die gespecialiseerd zijn in het behandelen van bekkenklachten. www.zwangertotaal.nl.Prenatale controles
Wat gebeurt er tijdens een controle afspraak?
Tijdens een prenatale controle wordt gekeken naar jouw welbevinden en dat van je ongeboren kind. Je bloeddruk en eventueel je gewicht worden gemeten en indien nodig zal bloed- of urineonderzoek worden gedaan. De verloskundige of gynaecoloog voelt aan je buik om de groei van de baby te bepalen en luistert of kijkt naar het hartje om de conditie van de baby de beoordelen. Indien nodig kunnen er echo’s gemaakt worden om bijvoorbeeld de groei van je kindje te controleren. De verloskundige of gynaecoloog kan je alles vertellen over bijvoorbeeld het verloop van je zwangerschap, wat je kan verwachten van de bevalling, pijnbestrijding tijdens de bevalling en borstvoeding.
Hoe vaak je op prenatale controle komt is afhankelijk van je persoonlijke conditie en die van de baby. Als je bijvoorbeeld een hoge bloeddruk hebt of als het kindje niet voldoende groeit kan het nodig zijn om vaker op controle te komen. Tijdens de controles is er alle ruimte voor het stellen van vragen. De verloskundige of gynaecoloog wil jou en je partner graag leren kennen om zo ‘zorg op maat' te kunnen leveren.
Zwangerschapsverklaring
Je werkgever heeft een zwangerschapsverklaring nodig om je zwangerschapsverlof in te plannen en de vermoedelijke bevallingsdatum in te kunnen vullen op aanvraag van de zwangerschapsuitkering door de werkgever. Je hebt de verklaring ook nodig omdat het UWV deze kan opvragen ter controle. Bewaar daarom de zwangerschapsverklaring tot minimaal 1 jaar na de uitkering. Ook als je zwanger en zelfstandige bent heeft het UWV de zwangerschapsverklaring nodig. Ga je nog vliegen tijdens je zwangerschap? Luchtvaartmaatschappijen kunnen vragen naar je zwangerschapsverklaring. Maak een paar kopieën zodat je de verklaring zelf ook hebt
Lees meer: http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/124/op-je-werk/
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 17
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Erkenning
Een partner is automatisch (bij wet) de ouder van de baby als hij/zij getrouwd is met de moeder van het kind of een geregistreerd partnerschap heeft met haar. In alle andere gevallen zal de partner het kind eerst moeten ‘erkennen’. Regel de erkenning nog voor de geboorte bij de burgelijke stand van de gemeente. Bij voorkeur doe je dit voor 24 weken zwangerschapsduur. De moeder moet dan schriftelijke toestemming geven dat de partner het kind mag erkennen als zijn/haar kind. Door de erkenning is de vader of duomoeder nog geen wettelijke vertegenwoordiger van het kind, daarvoor moet eerst het ouderlijk gezag worden aangevraagd.
Ben je niet getrouwd of geen geregistreerd partner van elkaar, dan is het kind wettelijk gezien alleen gekoppeld aan de moeder.
Na de geboorte moet het ouderlijk gezag worden aangevraagd. Bij erkenning van een eerste kind kun je kiezen of het kind de achternaam van de vader of moeder krijgt. Alle volgende kinderen binnen dezelfde relatie krijgen na erkenning dezelfde achternaam. Let op: bij erkenning van het eerste kind moet ook de moeder persoonlijk aanwezig zijn voor de keuze van de achternaam
Lees meer:
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 18
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
20-weken echo
Veel aanstaande ouders vragen zich af of hun kind wel gezond zal zijn. Dat is begrijpelijk. Gelukkig worden de meeste kinderen gezond geboren. Met de 20-weken echo wordt gekeken naar mogelijke afwijkingen bij de baby. Dit onderzoek maakt deel uit van prenatale screening. De 20-weken echo wordt volledig vergoed vanuit de basiszorgverzekering. Voorbeelden van afwijkingen die tijdens de 20-weken echo kunnen worden gezien:
- open rug/open schedel
- waterhoofd
- hartafwijkingen
- breuk of gat in het middenrif
- breuk of gat in de buikwand
- afwezigheid of afwijking van de nieren
- afwijkende ontwikkeling van de botten
- afwijkingen van armen of benen
Verder wordt gekeken of het kind goed groeit en of er voldoende vruchtwater is.
Een 20-weken echo zonder afwijkingen is geen garantie voor een gezond kind, niet alle afwijkingen worden gezien op de echo.
De echo brengt geen risico’s met zich mee voor moeder en kind. De 20-weken echo is een medisch onderzoek en geen “pretecho”. Het bepalen van het geslacht is ook niet het doel van de echo. Als de echoscopist het geslacht kan zien, zal hij/zij dit alleen op jouw verzoek vertellen.
Meestal wordt de 20-wk echo uitgevoerd in een echocentrum. Bij ons in de regio is dat bijvoorbeeld echocentrum FARA, https://www.verloskundigcentrumfara.nl/fara/twintig-weken-echo/ . In sommige situaties wordt de 20-wk door een gynaecoloog verricht. Gespecialiseerde gynaecologen in Ziekenhuis Gelderse Vallei zijn dr. I. Krabbendam, drs. R. Laan en drs. M.C. Spaargaren, https://www.geldersevallei.nl/patient/onderzoeken/prenatale-screening# of http://www.npdn.nl/Uitgebreide%20echo%20GUO.php
De 20-weken echo kan geruststellend zijn maar weet dat niet alle afwijkingen altijd gezien worden. Onduidelijke beeldvorming of afwijkingen kunnen je ook ongerust maken en je voor moeilijke keuzes stellen t.a.v. eventueel verder onderzoek. Het vervolgonderzoek bestaat uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek bij een gynaecoloog in Ziekenhuis Gelderse Vallei en in enkele situaties ook in het RadboudUMC. Je kindje wordt dan nader onderzocht. Je kunt op elk moment afzien van verder onderzoek.
Bij bepaalde afwijkingen is het voor het kind beter dat het geboren wordt in een gespecialiseerd ziekenhuis. Dan kan het kind meteen na de geboorte de juiste zorg krijgen.
Sommige afwijkingen hebben grote gevolgen voor het kind, voor jou en je partner. Je staat dan voor de moeilijke keuze om de zwangerschap uit te dragen of te laten beëindigen. Praat hierover met je partner, verloskundige, huisarts en/of gynaecoloog. Als je besluit dat je de zwangerschap voortijdig wilt beëindigen, dan kan dat tot 24 weken zwangerschap.
Bewust kiezen
Je bepaalt zelf of je de 20-weken echo wilt laten uitvoeren. Als er bij dit onderzoek iets afwijkends wordt gevonden bepaal je ook zelf of je vervolgonderzoek wil. Afwegingen die je hierbij kan maken:
- hoeveel wil je weten over jouw kind voordat het wordt geboren?
- Als uit de 20-weken echo blijkt dat je kind mogelijk een lichamelijke afwijking heeft, wil je dan wel of geen vervolgonderzoek laten doen?
- Als uit het vervolgonderzoek blijkt dat je kind inderdaad een lichamelijke afwijking heeft, hoe bereid je je hier dan op voor?
- Hoe kijk je aan tegen het eventueel voortijdig beëindigen van een zwangerschap bij een (ernstige) lichamelijke afwijking?
Heb je behoefte aan ondersteuning bij het maken van de keuze om wel of geen 20-weken echo te laten uitvoeren? Dan kun je altijd terecht bij jouw verloskundige, huisarts of gynaecoloog.
Of lees meer op: https://www.onderzoekvanmijnongeborenkind.nl/20-wekenecho
Jeuk
Ongeveer 20% van alle vrouwen krijgt tijdens haar zwangerschap te maken met een vorm van jeuk. Dit is, naast misselijkheid en brandend maagzuur, de meest voorkomende zwangerschapskwaal.
Jeuk kan op elk moment in de zwangerschap opspelen maar in de meeste gevallen ontstaat dit in de laatste 3 maanden van de zwangerschap.
Deze zogenaamde ‘zwangerschapsjeuk’ kan ontstaan door een toename van de hormonen oestrogeen en progesteron. Dit is vrijwel altijd onschuldig.
Soms kan de jeuk veroorzaakt worden door het minder goed werken van de lever minder goed onder invloed van de veranderende hormonen, hierdoor komen ‘galzure zouten’ in de bloedbaan. Dit kan jeuk veroorzaken. Hierbij heb je vaak last van jeuk op je handpalmen en voetzolen. Mocht dit het geval zijn, neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog.
Middelen die jeuk kunnen verminderen:
- Cardiflor-crème van VSM
- Calendula-zalf of emulsie van VSM
- ijskompressen op de jeukende plek(ken)
- mentholgel,-zalf of -poeder (niet op open wondjes gebruiken)
Praktische adviezen
- drink minimaal 2 liter water per dag
- drink geen alcohol, koffie en thee
- gebruik geen tabak en cacao-houdende producten, beperk het gebruik van suiker, zout en vet
- draag kleding van katoen
- was je kleding met een PH-neutraal wasmiddel
Als de mogelijke behandelingen niet aanslaan kan, afhankelijk van hoe ver de zwangerschap gevorderd is en het gehalte galzure zouten in het bloed, besloten worden om de bevalling in te leiden
Lees meer: http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/204/jeuk/
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 19
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Blaasontsteking
Klachten als een zeurderige pijn in de onderbuik of harde buiken kunnen ontstaan door een blaasontsteking. Het typische kenmerk van een branderig gevoel bij het plassen ontbreekt meestal bij zwangere vrouwen met een blaasontsteking. Heb je klachten, neem dan contact op met de huisarts. Je urine kan dan gecontroleerd worden om vast te stellen of je een blaasontsteking hebt. Een blaasontsteking wordt behandeld met antibiotica.
Wanneer je altijd al gevoelig bent voor een blaasontsteking helpen onderstaande tips om dit te voorkomen:
- veel drinken om goed door te spoelen (minstens 2 liter per dag);
- elke ochtend een glas cranberrysap, cranberrythee of een cranberrytablet nemen;
- even gaan plassen nadat je geslachtsgemeenschap hebt gehad
Lees meer: http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/200/vaak-plassen/
Slapen
Tijdens je zwangerschap heb je misschien meer moeite om in slaap te komen dan normaal. Een grotere buik, maagzuur, piekeren, rugpijn en kortademigheid kunnen leiden tot minder goed slapen.
Je kunt gefrustreerd raken over het gebrek aan goede slaap. Toch is slaap erg nodig tijdens de zwangerschap. Ga anders overdag even tussendoor een dutje doen. Slaap wanneer je kunt.
Slaaphoudingen
Hoewel op je rug slapen een veel voorkomende slaaphouding is voor veel zwangere vrouwen, kan het toch rugpijn veroorzaken. Ook het ademhalen kost meer inspanning en doordat er een flink gewicht rust op je ingewanden en belangrijke bloedvaten, is deze positie ook nadelig voor de bloedsomloop, ademhaling, spijsvertering, aambeien en bloeddruk.
De meeste zwangere vinden slapen het prettigst op de linker zij omdat dit de bloedcirculatie vanuit het hart goed op gang houdt en je het minste last hebt van maagzuur. Maar ook op je rug of buik slapen hoeft geen enkel probleem te zijn, zolang jij nog lekker kan liggen.
Om comfortabel te liggen kun je kussens gebruiken om je buik en rug te ondersteunen. Een kussen tussen je gebogen benen zorgt voor minder belasting op je onderrug en maakt het slapen op je zij comfortabeler. Een kussen achter je rug zorgt ervoor dat je in deze houding blijft liggen.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 20
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Kinkhoestvaccinatie
Wat is kinkhoest?
Kinkhoest is een besmettelijke ziekte en wordt veroorzaakt door een bacterie. Dit kan zorgen voor ernstige hoestbuien. De hoestklachten kunnen maanden aanhouden en zo heftig zijn dat je ervan moet braken.
Jonge baby’s
Kinkhoest is gevaarlijk voor jonge baby’s. Zij kunnen door kinkhoest longontsteking of ademnood krijgen. Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 120 baby’s met kinkhoest opgenomen in het ziekenhuis. Ongeveer 1-3 baby’s per jaar sterven aan kinkhoest of aan de onverwachte gevolgen.
Vaccinatie
Veel baby’s die de ziekte krijgen, krijgen deze de eerste maanden na de geboorte. Baby’s worden in Nederland ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2 maanden oud zijn. De eerste maanden zijn ze dus nog niet beschermd.
Je kunt je baby meteen beschermen tegen kinkhoest door je tijdens de zwangerschap te laten vaccineren. Jouw verloskundige of gynaecoloog informeert je hierover. De antistoffen gaan via de navelstreng naar de ongeboren baby. Je baby is dan vanaf de geboorte al beschermd tegen de ziekte.
Is de vaccinatie veilig?
Met Onderzoek is aangetoond dat deze vaccinatie veilig is voor moeder en kind. In bijvoorbeeld Engeland, België, Spanje en de Verenigde Staten worden zwangere vrouwen al langer gevaccineerd met dit vaccin. . Wel is er kans op bijwerkingen zoals bij alle inentingen, denk hierbij aan slaperigheid, hoofdpijn of pijn op de injectieplek.
Kijk voor meer informatie ook op: www.rivm.nl/kinkhoestprik-zwanger
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 21
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
OGTT
OGTT is de afkorting van Orale Glucose Tolerantie Test. Het is een test die wordt uitgevoerd om vast te stellen of iemand zwangerschapsdiabetes heeft (zwangerschapssuikerziekte).
Veel zwangeren vinden de OGTT een belastende test, je moet namelijk nuchter zijn voor het onderzoek en het drankje dat je voor deze test moet drinken is heel erg zoet. Sommige zwangeren worden hier misselijk van. Op dit moment is de OGTT echter de beste manier om zwangerschapsdiabetes op te sporen.
Waarom een OGTT?
De test wordt gedaan bij de zwangeren die een grotere kans op zwangerschapsdiabetes hebben. De test wordt tussen de 24 en 28 weken zwangerschap verricht.
Redenen voor deze test zijn:
- Overgewicht (BMI hoger dan 30);
- Een zwaar kind bij een eerdere bevalling (zwaarder dan 4500 gram of boven de 95 percentiel lijn);
- Midden-Oosterse, Marokkaanse, Egyptische of Zuid-Aziatische afkomst;
- Een groot geschat kindje in verhouding tot de zwangerschapsduur in deze zwangerschap;
- Een te grote hoeveelheid vruchtwater in de baarmoeder.
Je krijgt een formulier voor het laboratorium mee van je verloskundige of gynaecoloog, je hoeft geen afspraak te maken voor de OGTT. Je mag zelf bepalen op welke dag (maandag t/m vrijdag) je naar het ziekenhuis komt. Het onderzoek vindt plaats op het afnamelab (begane grond, bestemming 6).
De voorbereiding
Vanaf 22.00 uur op de avond vóór het onderzoek mag je niet meer eten of drinken (als je erge dorst hebt mag je wat water nemen). Vanaf die tijd mag je je ook niet meer inspannen en niet roken. Op de dag van het onderzoek kun je je vanaf 08.00 uur melden bij het afnamelab. Je mag je niet inspannen voor het onderzoek, kom dus niet op de fiets als je verder weg woont. Het is verstandig een boek of iets dergelijks mee te nemen om de wachttijd tussen de twee bloedafnames aangenamer te maken. Je kunt een boterham meenemen om ná de test te eten.
De gang van zaken
De laborant zal bloed afnemen uit een ader in de arm. Hierna krijgt je het suikerdrankje te drinken. Twee uur later neemt de laborant nog een keer bloed af uit de arm.
Sommige zwangeren worden na het drinken van de suikeroplossing erg misselijk. Meld het aan de medewerker van het laboratorium als je hier last van krijgt, hij/zij zorgt er dan voor dat je kunt gaan liggen. Door te liggen is de kans kleiner dat je moet braken.
Gedurende het onderzoek blijft je in het ziekenhuis, hierbij moet je rustig blijven zitten en je mag niet eten, drinken of roken. De test duurt in totaal ruim twee uur.
De uitslag
De uitslag van de test krijg je van jouw verloskundige of gynaecoloog. Als de uitslag afwijkend is word je doorverwezen naar de internist en een diabetesverpleegkundige om te kijken op welke manier je jouw bloedsuikers stabiel kunt houden. Behandeling kan soms eenvoudig met wat voedingsaanpassingen (dieet). Als dit niet voldoende blijkt te zijn krijg je medicatie (insuline).
Bevallen na keizersnede
Je gaat in het ziekenhuis bevallen onder begeleiding van een klinisch verloskundige, arts-assistent en/of een gynaecoloog.
Na een voorgaande keizersnede mag je vaginaal bevallen, dit is veilig. De kans dat een vaginale bevalling lukt hangt van een aantal factoren af, gemiddeld is dit 75% (NVOG 2010). Een belangrijke factor hierin is de reden waarom je de vorige keer een keizersnede hebt gehad. Meestal bestaat er een keuze tussen een vaginale bevalling en een keizersnede. Beide manieren van bevallen zijn zeer veilig maar hebben elk hun eigen voor- en nadelen. Tijdens de nieuwe zwangerschap is het belangrijk dat je in het eerste trimester op de polikliniek komt om jouw verwachtingen ten aanzien van de bevalling te bespreken. Met de gynaecoloog bespreek je de verschillende opties om zo een plan voor de bevalling te maken dat zo goed mogelijk is afgestemd op jouw medische achtergrond en wensen.
Tijdens het gesprek met de gynaecoloog worden de voor- en nadelen met je besproken. Soms is een vaginale bevalling niet de beste keuze, bijvoorbeeld als je in het verleden meer dan 1 keizersnede hebt gehad of als er een andere reden is die een keizersnede vereist. Dan zal er een keizersnede gepland worden rond 39 weken zwangerschap, niet eerder in verband met de rijping van de baby.
Een keizersnede kent voor- en nadelen, evenals een vaginale bevalling. Nadelen van een keizersnede zijn een langere herstelperiode en mogelijke ademhalingsproblemen voor de baby. Gelukkig komt dit laatste zeer weinig voor en is dit van voorbijgaande aard, het kan echter wel reden zijn om de baby tijdelijk op te nemen op de kinderafdeling.
Nadeel van een vaginale bevalling na een eerdere keizersnede is dat je 0,5-1% (NVOG, 2010) kans hebt op een littekenruptuur. Dit betekent dat het litteken in de baarmoeder, ontstaan als gevolg van de eerdere keizersnede, tijdens de bevalling verzwakt en/of open gaat. Dit is gelijk de reden waarom je in het ziekenhuis moet bevallen, hier kunnen we jou en de baby goed observeren. Als er verdenking bestaat op deze complicatie tijdens een vaginale bevalling zal er direct een keizersnede worden gedaan.
Voordelen van een vaginale bevalling zijn een sneller herstel en een korter verblijf in het ziekenhuis, minder pijn na de bevalling en er hoeft geen chirurgische ingreep plaats te vinden. Daarnaast is het een natuurlijke bevalling, wat gunstig is voor de baby. De gynaecoloog zal samen met jou beoordelen wat voor jou en de baby het beste plan is.
Als je niet vanzelf bevalt voor de 42 weken of als er een medische indicatie bestaat om je eerder te laten bevallen, bespreekt de gynaecoloog de verschillende mogelijkheden. Er kan gekozen worden om de bevalling in te leiden, dit wordt gedaan door middel van een ballonkatheter of het breken van de vliezen. Meer informatie hierover vind je in de bibliotheek bij het onderwerp ‘inleiding van de bevalling’. Als de keizersnede is gepland en je krijgt eerder spontaan weeën of de vliezen breken, dan zal de keizersnede worden vervroegd. Als dit zich voordoet voor de 37e week van de zwangerschap dan zal besproken worden wat, afhankelijk van de situatie, de beste optie is.
Tijdens een vaginale bevalling houden we de conditie van moeder en de baby goed in de gaten. Er zal vrijwel continue CTG-bewaking zijn (hartfilmpje van de baby).
Grote veranderingen
De zwangerschap is een periode van grote lichamelijke en emotionele veranderingen. Elke vrouw ervaart deze veranderingen anders, sommige vrouwen voelen zich negen maanden lang beter dan ooit, anderen hebben klachten. De mogelijke zwangerschapsklachten verschillen bij iedere vrouw en bij elke zwangerschap. De ene vrouw kan haar werk voortzetten tot vier of zes weken voor de uitgerekende datum, de andere vrouw zal al eerder haar werkzaamheden moeten aanpassen.
Ook in emotioneel opzicht verandert er veel. Voor de meeste vrouwen en hun partners is een zwangerschap een blijde gebeurtenis. Soms zijn er ook zorgen over bijvoorbeeld de relatie, werk, geld of het verloop van de zwangerschap. Je kunt dit ten allen tijde bespreken met je verloskundige en/of gynaecoloog.
Lactatiekundige
Borstvoeding geven gaat niet altijd vanzelf en daarom heb je soms extra hulp nodig. Een lactatiekundige kan je daarbij helpen. Zij zijn gespecialiseerd in alles wat met borstvoeding te maken heeft. Er zijn meerdere lactatiekundigen in de regio die je kunnen begeleiden.
Zowel ziekenhuis Gelderse Vallei als verloskundigenpratijken en kraamzorgorganisaties hebben lactatiekundigen in dienst. Zij kunnen ingeschakeld kunnen worden bij vragen of wanneer je hulp nodig hebt. Overleg met je gynaecoloog, verloskundige of kraamverzorgende als je problemen ervaart of vragen hebt.
In Nederland zijn ook twee borstvoedingsorganisaties actief die bestaan uit vrijwilligers. Deze organisaties beschikken over een aantal moeders die zelf ruime ervaring hebben met het geven van borstvoeding en zich extra hebben geschoold met betrekking tot dit onderwerp. Ze geven gratis adviezen over praktische zaken rondom borstvoeding.
- La Leche League (LLL) www.lalecheleague.nl
- Nederlandse Vereniging Lacatiekundigen www.nvlborstvoeding.nl
Ook zijn er de zogenaamde mama cafés. Hier kun je met andere moeders ervaringen uitwisselen, o.a. over borstvoeding.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 22
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Vaginale schimmel
Vaginale schimmelinfectie, oftewel Candida infectie, is een veel voorkomend probleem tijdens de zwangerschap. Dit komt omdat tijdens een zwangerschap je weerstand lager is en omdat de zuurgraad van je vagina tijdens de zwangerschap verandert. De klachten die hierbij horen zijn jeuk (vaginaal) en een witte, brokkelige afscheiding. Een schimmelinfectie mag gewoon behandeld worden, je kunt hiervoor het beste even naar de huisarts gaan. Als je er geen last van hebt, kan je gerust even afwachten. Voor de baby kan een schimmelinfectie geen kwaad. Als je in je uitgerekende periode zit, kun je de schimmel beter wel behandelen.
Je kunt een schimmelinfectie proberen te voorkomen door:
- katoenen ondergoed te dragen;
- geen inlegkruisjes te gebruiken;
- even te plassen nadat je geslachtsgemeenschap hebt gehad;
- geen zeep te gebruiken als je je vagina wast
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 23
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Vergeetachtigheid
Tijdens de zwangerschap en soms nog weken na de bevalling kunnen vrouwen erg vergeetachtig zijn. Dit noemt men ook wel zwangerschapdementie. Door alle dingen die er tijdens de zwangerschap op je afkomen kan het zijn dat je je gedachten er niet bij kunt houden en vergeetachtig bent. Ook veranderende hormonen en slaapgebrek zijn van invloed. Wees gerust, dit is maar tijdelijk, probeer dat maar te onthouden.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 24
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Schadelijke stoffen en straling
Probeer in de zwangerschap contact met de volgende stoffen zo veel mogelijk te vermijden:
- verf op terpentinebasis
- ongediertebestrijdingsmiddelen
- chemicaliën
Van haarverf zijn tot nu toe geen schadelijke effecten bekend, check wel altijd de omschrijving op de verpakking.
Krijg je een röntgenonderzoek? Zeg dan dat je zwanger bent. Soms is het mogelijk het onderzoek uit te stellen tot na de bevalling. Als het onderzoek toch plaats moet vinden kan de baarmoeder vaak worden afgeschermd. De baby krijgt dan zo min mogelijk straling.
Een MRI-scan kan zonder gevaar voor de baby worden gemaakt. Van beeldschermen en magnetrons is geen schadelijke invloed aangetoond.
Lees meer: http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/32/schadelijke-stoffen/
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 25
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Reizen
Je kunt tijdens je zwangerschap gerust op reis gaan. Neem dan je medische gegevens en je checks van de zwangerschap mee zodat je altijd de benodigde informatie bij de hand hebt als het nodig is.
Neem als je naar een ver land wil reizen contact op met je huisarts of www.geldersevalleivivre.nl/Travel_Clinic_Vivre.html een reizigersadvies en eventuele vaccinaties. Zeg daarbij duidelijk dat je zwanger bent. Tegen vliegreizen bestaat uit medisch oogpunt geen bezwaar voor moeder en kind. Luchtvaartmaatschappijen willen meestal geen zwangere vrouwen na 32-34 weken zwangerschapsduur vervoeren omdat ze geen bevallingen in de lucht willen riskeren. Het verschilt per vliegtuigmaatschappij welke grens er wordt gehanteerd dus het is verstandig om dit te checken voor het boeken van je vlucht;
Goede reis!
Zwangerschapsverlof
Bepaalde werkomstandigheden kunnen risico’s voor de zwangerschap met zich meebrengen. Daarom zijn er verschillende regelingen voor zwangere en pas bevallen werknemers.
Werk waarin je wordt blootgesteld aan trillingen (vrachtauto’s, landbouwmachines), ioniserende straling (straling van radioactieve stoffen), chemische stoffen of infectierisico’s zijn niet bevorderlijk voor de gezondheid tijdens de zwangerschap. Dit geldt ook voor fysiek zwaar werk, zoals veelvuldig tillen, trekken, duwen of dragen. Als je met zulke werkomstandigheden te maken hebt, overleg dan met je werkgever. Deze moet het werk aanpassen en je eventueel ander werk aanbieden. Je kunt ook overleggen met de bedrijfsarts (Arbo-dienst) of inlichtingen vragen bij de Arbeidsinspectie. Het kan ook zijn dat je werkgever je een preventief consult aanbiedt bij de bedrijfsarts. De bedrijfsarts kan de risico’s tijdens het werk in kaart brengen en de werkgever hierover adviseren. Uiteraard kun je hier ook over praten met je verloskundige, huisarts of gynaecoloog.
Als je in nacht- of ploegendienst werkt, kun je aan je werkgever vragen om je werk- en rusttijden tijdens de zwangerschap aan te passen. Een zwangere heeft recht op extra pauzes en is in principe niet verplicht om ‘s nachts te werken of om over te werken. Deze regels gelden ook voor de eerste zes maanden na de bevalling.
Het is belangrijk dat je uitgerust begint aan de bevalling. Iedere vrouw heeft recht op 16 weken zwangerschapsverlof. Je zwangerschapsverlof gaat in vanaf 34 of 36 weken zwangerschap. Het verlof duurt tot en met 10 weken na de bevallingsdatum. Beval je eerder, dan blijft de duur van het verlof op 16 weken staan. Beval je later, dan duurt het verlof automatisch langer. Je hebt altijd recht op 10 weken verlof na de bevalling. Naast een regeling voor zwangerschapsverlof bestaat er een regeling voor ouderschapsverlof.
Ben je zwanger van een tweeling of meerling, dan gelden er andere regels. Kijk verder op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zwangerschapsverlof-en-bevallingsverlof/vraag-en-antwoord/langer-zwangerschapsverlof-meerling
Klachtenregeling
Het is belangrijk dat jij je goed voelt bij je zorgverlener. Zwanger zijn is al spannend genoeg. Heb je vragen? Heb je twijfels? Of ben je ergens ontevreden over? Bespreek dit dan met je zorgverlener.
Kom je er samen niet uit? Dan kun je een klacht indienen. Hiervoor zijn verschillende manieren. Hieronder staat per organisatie genoemd hoe je een klacht kunt indienen.
Ziekenhuis Gelderse Vallei
Meer informatie over de klachtenregeling vind je hier. Ook is het mogelijk om direct naar het klachtenformulier te gaan.
Verloskundige
- Kijk voor meer informatie over de klachtenregeling van de praktijk op de website van je verloskundige.
- Het is ook mogelijk om een klachtenfunctionaris in te schakelen.
Neem contact op met de klachtenfunctionaris van het CBKZ (Centraal Bureau Klachtenmanagement in de Zorg). Zij zijn onpartijdig, werken onafhankelijk en helpen je graag verder met ondersteuning en advies. Ook bemiddelt de klachtenfunctionaris bij het vinden van een oplossing. Alles wat je de klachtenfunctionaris vertelt, is vertrouwelijk. Meer informatie via klachtverloskunde.nl
De externe klachtenfunctionaris van het CBKZ is telefonisch bereikbaar van maandag tot en met vrijdag (van 09.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.30 uur) via 088 – 0245123. Je kunt ook een mail sturen naar klachtverloskunde@cbkz.nl.
Als je er met de verloskundige en de bemiddeling van de klachtenfunctionaris niet uit komt, kunt je je klacht voorleggen aan de Geschilleninstantie Verloskunde. Deze onafhankelijke instantie onderzoekt en beoordeelt of de klacht gegrond is. Zij doet hierover een bindende uitspraak www.geschilleninstantieverloskunde.nl
Kraamzorg
Een klacht over de kraamzorg kunt u per e-mail indienen aan een onafhankelijke klachtenfunctionaris van brancheorganisatie geboortezorg (Bo geboortezorg). Dit kan via klachtenfunctionaris@bogeboortezorg.nl
Ook kunt u bellen met het algemene nummer van BO geboortezorg: 085 0471 999
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Week 26
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Aambeien
Aambeien zijn uitgezette adertjes in het slijmvlies van de anus. De wanden van de bloedvaten gaan open staan door het zwangerschapshormoon progesteron. De groeiende baarmoeder en het gewicht van de baby zorgen voor extra druk op de bloedvaten. Ook door moeizame ontlasting of door het persen tijdens de bevalling kunnen aambeien ontstaan. Aambeien kunnen bloedverlies en jeuk veroorzaken of pijnlijk zijn. Met de volgende tips kun je de kans op aambeien verminderen:
- Eet vezelrijke voeding (veel groente, fruit en granen);
- Drink minstens anderhalve liter water per dag;
- Beweeg voldoende, zo wordt de ontlasting zachter waardoor je minder hoeft te persen.
Als je toch last hebt van aambeien is bij de apotheek of drogist een verzachtende zalf verkrijgbaar, bijvoorbeeld Curanol: www.curanol.nl.
Pigmentvlekken
Tijdens de zwangerschap kunnen door de zon of zonnebank bruine vlekken in je gezicht ontstaan. Dit wordt ook wel het ‘zwangerschapsmasker’ genoemd. Bescherm je huid daarom goed tegen de zon. Gebruik zonnebrandproducten met een hoge beschermingsfactor, blijf in de schaduw of draag een hoed. Het gebruik van de zonnebank tijdens de zwangerschap wordt afgeraden. Over het algemeen verdwijnen de pigmentvlekken of het zwangerschapsmasker weer geleidelijk na de zwangerschap, maar kunnen ook blijven bestaan.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}