Week 1 t/m 12

Lees hieronder meer informatie over de onderwerpen die belangrijk zijn van de 1e tot en met de 12e week van je zwangerschap.

Week 4

Foliumzuur

Voor een vrouw die probeert om zwanger te worden of zwanger is, is het belangrijk om foliumzuurtabletten te slikken. Foliumzuur is een vitamine die ook in eten zit, bijvoorbeeld in groenten, noten en fruit. Toch bevat onze normale dagelijkse voeding onvoldoende foliumzuur om de kans op zogenaamde neuraalbuisdefecten bij een baby te verkleinen.

Neuraalbuisdefecten zijn bijvoorbeeld een open ruggetje (spina bifida), het ontbreken van een deel van de hersenen (anencefalie) en een open gehemelte. Uit onderzoek is gebleken dat foliumzuur de kans op deze afwijkingen verkleint.

Je kunt foliumzuur kopen bij een drogist of apotheek, je hebt er geen recept voor nodig van een arts of verloskundige. Het advies is om dagelijks één tablet van 0,4 of 0,5 milligram (mg) te nemen. In multivitaminen voor zwangere vrouwen zit ook genoeg foliumzuur. Foliumzuur is niet schadelijk dus als je niet snel zwanger wordt kun je het gerust blijven slikken. Ben je al zwanger en nog niet begonnen met foliumzuur? Dan kun je er alsnog mee beginnen! Blijf slikken tot je 11 weken zwanger bent.

Soms is het anders

Heb je eerder een kind gekregen met een open ruggetje of open schedel? Of heb je epilepsie? Dan kan een hogere dosis foliumzuur worden aangeraden. Neem daarover contact op met je huisarts, verloskundige of gynaecoloog. Slik je extra vitamine B12 op recept? Dan is het misschien niet verstandig om extra foliumzuur te slikken. Vraag dit na bij je huisarts, verloskundige of gynaecoloog.


Alcohol en zwangerschap

Alcohol is een giftige stof die schadelijk is voor je ongeboren kindje. Daarom is het altijd de veiligste keuze voor een zwangere om helemaal geen alcohol te drinken. Ook een slokje van een alcoholisch drankje is al te veel!
De risico’s van alcoholgebruik en de ernst van de schade bij het ongeboren kind nemen toe als je vaker drinkt en naarmate je per keer meer drinkt.

Wat gebeurt er als je zou drinken?

Alcohol komt in je bloed. Het alcoholpromillage in jouw bloed is vrijwel hetzelfde als in het lichaam van je baby. Als jij een glas wijn drinkt is niet alleen jouw promillage maar ook dat van je kindje gestegen naar 0,3.

Natuurlijk heeft alcohol op een (ongeboren) baby die zich ontwikkelt een veel ernstiger effect dan op een volwassene. Dit komt omdat de lever van de baby nog niet rijp is en daardoor kan die de alcohol niet afbreken en dus blijft de alcohol langer in het bloed, met alle gevolgen van dien. De ontwikkeling die een kind in negen maanden doormaakt kan ernstig worden verstoord door alcoholgebruik van de moeder. Daarom is het belangrijk om helemaal niet te drinken als je zwanger bent.

Wat zijn de risico’s?

Er zijn risico’s verbonden aan het drinken van alcohol tijdens de zwangerschap. Deze risico's hangen samen met de hoeveelheid die je drinkt en met wat er op het moment van alcoholgebruik in het lichaam van de baby wordt ontwikkeld. De belangrijkste risico’s zijn:

  • schade aan organen, waaronder de hersenen, van de baby;
  • een baby die te vroeg geboren wordt;
  • een baby met een te laag geboortegewicht;
  • kans dat de baby het Foetaal Alcohol Spectrum Disorder (FASD) krijgt. Onder FASD vallen verschillende afwijkingen bij het kind die ontstaan door alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. De meest ernstige vorm hiervan is het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS).

Foetaal Alcohol Syndroom (FAS)

De beschadigingen die een kind kan oplopen als de moeder alcohol heeft gedronken, kunnen ernstige gevolgen hebben. Gevolgen kunnen bijvoorbeeld gedragsproblemen zijn of afwijkingen aan lever, hart, ogen en handen. Maar ook neurologische beschadigingen en afwijkende gezichtskenmerken komen voor, dit heet het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS).

Negen Maanden Niet

NegenMaandenNiet biedt een gratis online cursus voor zwangere vrouwen om ze te adviseren en te begeleiden bij het niet drinken van alcohol tijdens de zwangerschap. De cursus is bedoeld voor alle zwangere vrouwen die alcohol drinken, van een enkele keer tot regelmatig.

De methode is ontwikkeld door het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) en de Universiteit Maastricht. Tijdens de cursus leer je meer over de gevolgen van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. Ook krijg je advies als je zelfstandig jouw alcoholgebruik wil minderen of stoppen.

Meer informatie

Roken en zwangerschap

Roken tijdens de zwangerschap is zeer ongezond voor het ongeboren kind en kan ernstige schade veroorzaken.

Waarom is roken tijdens de zwangerschap zo ongezond?

Als je rookt inhaleer je schadelijke stoffen die vervolgens door de lever en nieren grotendeels worden opgeruimd. Maar de schadelijke stoffen komen ook in het bloed van je kind terecht. Omdat de organen van een ongeboren kind nog niet rijp zijn worden de stoffen niet afgebroken en blijven ze langer in het bloed. Zo kunnen ze veel schade aanrichten, ongeboren kinderen zijn erg kwetsbaar tijdens die negen maanden waarin ze zich volop ontwikkelen.

De nicotine in tabaksrook vernauwt de bloedvaten en de koolmonoxide neemt de plaats in van zuurstof in het bloed. De baby krijgt daardoor minder zuurstof en minder voedingsstoffen binnen. Als er schade optreedt bij het kindje is deze vaak blijvend. Een huisarts of verloskundige kan je adviseren en ondersteunen bij het stoppen met roken tijdens de zwangerschap.

Risico’s

Als je rookt tijdens je zwangerschap of als je meerookt omdat mensen in je directe omgeving roken, loopt je ongeboren baby allerlei risico’s. Ook jij loopt meer risico's en hebt grotere kans op complicaties tijdens de zwangerschap. Dit zijn de risico's en mogelijke complicaties:

  • miskraam
  • vroeggeboorte: roken vergroot de kans dat de baby te vroeg wordt geboren, dat wil zeggen vóór de 37e week. Kinderen die te vroeg worden geboren hebben vaak een moeilijke start omdat de organen nog niet volledig ontwikkeld zijn
  • laag of te laag geboortegewicht: vrouwen die de hele zwangerschap blijven roken krijgen gemiddeld een minder zwaar kindje. Tijdens de bevalling loopt een licht kind meer risico omdat het zwakker is
  • loslating placenta: als de placenta (moederkoek) loskomt van de baarmoederwand noemen we dit een placentaloslating. Als dit gebeurt voordat het kindje is geboren, krijgt de baby geen zuurstof meer. Hierdoor overlijdt de baby.

Gevolgen voor het kind op de lange termijn

  • benauwdheid, hoesten en astma bij de baby;
  • hersenbeschadiging door de nicotine, ADHD, leerproblemen en een lagere intelligentie;
  • obesitas.

Meer informatie

 


Drugs en zwangerschap

Drugsgebruik vergroot de kans op problemen tijden de zwangerschap en na de geboorte. Het kan de ontwikkeling van het kind ernstig verstoren. Ook is de kans op aangeboren afwijkingen in sommige gevallen vergroot. Drugsgebruik voorafgaand aan de bevruchting (dus voor je zwanger wordt) kan ook invloed hebben op de ontwikkeling van het kind.

Stop daarom tenminste drie maanden voordat je zwanger wilt worden met drugsgebruik. Mocht je drugs gebruikt hebben voorafgaand aan of tijdens de eerste weken van de zwangerschap, bespreek dit dan met je huisarts, verloskundige of gynaecoloog.

Cocaïne

Het gebruik van cocaïne rond de bevruchting en tijdens de zwangerschap is gevaarlijk. Het vergroot de kans op een miskraam, loslating van de placenta, groeivertraging van de baby en vroeggeboorte. Ook kunnen afwijkingen optreden aan de nieren, de geslachtsorganen en ledematen van het ongeboren kind. Kinderen die voor hun geboorte cocaïne hebben binnengekregen, hebben vaker dan gemiddeld leer- en spraakproblemen.

Ecstasy (XTC)

XTC laat net als cocaïne de bloedvaten van de baarmoeder en placenta samentrekken. Er is een verhoogde kans op hart- en skeletafwijkingen, prikkelbaarheid van het jonge kind of zelfs doodgeboorte.

Cannabis: marihuana, wiet en hasj

Cannabis is de soortnaam van de gehele plant waarvan marihuana, wiet en hasj afkomstig zijn. Door het gebruik van deze middelen stijgt het koolmonoxide-gehalte in het bloed van de moeder vijf maal zo sterk als bij het roken van een gewone sigaret. Het ongeboren kind kan hierdoor zuurstofgebrek krijgen.

Heroïne

Heroïnegebruik tijdens de zwangerschap verhoogt de kans op aangeboren afwijkingen niet. Wel komen gedragsstoornissen zoals ADHD vaker voor. Daarnaast raakt het ongeboren kind verslaafd aan heroïne. Het kind zal na de geboorte ontwenningsverschijnselen vertonen. Die kunnen zeer ernstig verlopen. Heroïne is ongezond en verslavend en afkicken is dan ook dringend nodig, al vóór de bevruchting.

Daarnaast gelden ook alle risico`s van roken: o.a. een vergrote kans op een miskraam, vroeggeboorte, te laag gewicht van de baby en loslating van de placenta.

Bloedverlies

Bloedverlies geeft vaak veel zorgen over de zwangerschap. Bij één op de vijf zwangere vrouwen treedt in de eerste 16 weken bloedverlies op, in de helft van deze gevallen is het bloedverlies onschuldig. Het kan echter ook het eerste verschijnsel zijn van een miskraam. Hierbij heb je vaak niet alleen last van bloedverlies maar ook van buikpijn en krampen. Heb je helderrood bloedverlies, neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog.

Krijg je in de tweede helft van je zwangerschap bloedverlies, dan kan dit te maken hebben met de placenta of veroorzaakt worden door wondjes aan de baarmoedermond. Neem in dit geval altijd contact op met de verloskundige of gynaecoloog. Meestal wordt er dan een echo afgesproken om de oorzaak van het bloedverlies vast te stellen.

Miskraam

In het geval van een miskraam spreekt men ook wel van het verlies van een ‘jonge zwangerschap’. Vaak is de oorzaak van een miskraam onbekend. Het kan zijn dat iets in het samenvoegen van de eicel en de zaadcel niet goed is gegaan, of in de ontwikkeling van de eerste celdelingen. Hierdoor kan het embryo zich niet goed ontwikkelen en wordt het door het lichaam afgestoten. In veel gevallen gaat het om een vroege miskraam, dat wil zeggen vóór de twaalfde week van de zwangerschap. De kans op een vroege miskraam is 10 tot 15%. Naarmate een vrouw ouder is, neemt de kans op een miskraam toe.

Klachten bij een miskraam

Bloedverlies en buikpijn vroeg in de zwangerschap kunnen de eerste tekenen zijn van een miskraam.

Behandeling bij een miskraam

Als een miskraam is vastgesteld, zijn er verschillende manieren waarop het zwangerschapsweefsel door het lichaam wordt afgestoten. Het meest natuurlijke is om af te wachten tot het lichaam het weefsel vanzelf afstoot, dit wordt een spontane miskraam genoemd. De baarmoeder drijft hierbij zelf het zwangerschapsweefsel naar buiten, dit gaat gepaard met krampen met bloedverlies en is een natuurlijk proces. Als de miskraam compleet is gaan de pijn en het bloedverlies vanzelf over. Het voordeel van een spontane natuurlijke miskraam is dat er geen ingreep nodig is. Als de miskraam niet vanzelf op gang komt wordt de vrouw doorverwezen naar de gyneacoloog. Deze kijkt samen met je wat de beste optie is.

Lees meer: http://deverloskundige.nl/miskraam 

Foliumzuur

Voor een vrouw die probeert om zwanger te worden of zwanger is, is het belangrijk om foliumzuurtabletten te slikken. Foliumzuur is een vitamine die ook in eten zit, bijvoorbeeld in groenten, noten en fruit. Toch bevat onze normale dagelijkse voeding onvoldoende foliumzuur om de kans op zogenaamde neuraalbuisdefecten bij een baby te verkleinen.

Neuraalbuisdefecten zijn bijvoorbeeld een open ruggetje (spina bifida), het ontbreken van een deel van de hersenen (anencefalie) en een open gehemelte. Uit onderzoek is gebleken dat foliumzuur de kans op deze afwijkingen verkleint.

Je kunt foliumzuur kopen bij een drogist of apotheek, je hebt er geen recept voor nodig van een arts of verloskundige. Het advies is om dagelijks één tablet van 0,4 of 0,5 milligram (mg) te nemen. In multivitaminen voor zwangere vrouwen zit ook genoeg foliumzuur. Foliumzuur is niet schadelijk dus als je niet snel zwanger wordt kun je het gerust blijven slikken. Ben je al zwanger en nog niet begonnen met foliumzuur? Dan kun je er alsnog mee beginnen! Blijf slikken tot je 11 weken zwanger bent.

Soms is het anders
Heb je eerder een kind gekregen met een open ruggetje of open schedel? Of heb je epilepsie? Dan kan een hogere dosis foliumzuur worden aangeraden. Neem daarover contact op met je huisarts, verloskundige of gynaecoloog.
Slik je extra vitamine B12 op recept? Dan is het misschien niet verstandig om extra foliumzuur te slikken. Vraag dit na bij je verloskundige, gynaecoloog of huisarts.

Voor meer informatie:

  • http://deverloskundige.nl/zwanger-worden/subtekstpagina/14/foliumzuur/

Moeders voor moeders

Voor veel stellen is zwanger worden niet vanzelfsprekend. Moeders voor Moeders wil een bijdrage leveren aan het vervullen van de kinderwens van stellen met vruchtbaarheidsproblemen.

Wat doet Moeders voor Moeders?

Moeders voor Moeders zamelt urine in van zwangere vrouwen. Uit deze urine wordt het hCG-hormoon gewonnen. Dit hormoon wordt door farmaceuten gebruikt voor het vervaardigen van geneesmiddelen die worden gebruikt bij vruchtbaarheidsbehandelingen.

Hoe werkt het?

Je kunt je aanmelden via www.moedersvoormoeders.nl, dit kan vanaf het moment dat je weet dat je zwanger bent tot en met de 11e week van je zwangerschap. Meedoen kan vanaf de 6e tot en met de 16e week. In deze periode bevat je urine namelijk het meeste hCG-hormoon.

Meer informatie

Voor meer informatie bel je met het gratis telefoonnummer 0800-0228070 of ga je naar  www.moedersvoormoeders.nl.

Voeding

Voor een goede groei en ontwikkeling van je kindje is het belangrijk om gezond te leven. Een goede voeding is daar onderdeel van. Het is belangrijk om gevarieerd te eten en te zorgen voor een gezond gewicht. Hieronder vind je een lijstje met tips en aanbevelingen:

  • Eet voldoende vezels, die zitten bijvoorbeeld in bruin brood, groente en fruit;
  • Kies voor ijzerrijke producten: spruitjes, kool, broccoli, witlof, donkere bladgroentes, volkoren brood, aardappels en peulvruchten;
  • Zorg dat je voldoende vitamine C binnenkrijgt, dit bevordert de opname van ijzer. Vitamine C zit bijvoorbeeld in (verse) sinaasappelsap.
  • Was je groenten en fruit voor je het gaat eten;
  • Beperk het eten van lever (producten) tot 1 keer per week;
  • Beperk snel oplosbare suikers, die zitten o.a. in koekjes, snoepjes en chocolade maar ook in kant-en-klaar maaltijden, sauzen en vruchtenyoghurt;
  • Drink geen sport- of energiedrankjes;
  • Eet geen rauw vlees;
  • Eet geen rauwe eieren of producten waar rauwe eieren in verwerkt zijn (bijvoorbeeld tiramisu);
  • Eet geen zachte kazen gemaakt van rauwe melk. Deze zijn te herkennen aan 'au lait cru', 'demeaux' of 'fermier' op de verpakking;
  • Eet geen voorverpakte vis uit de koeling zoals: gerookte zalm, paling en mosselen. Vers mag je deze producten wel eten.

Wil je een product opzoeken? Download de zwangerhap, een app van het voedingscentrum die zorgt voor actuele informatie over veilige voeding in de zwangerschap


Als je zwanger bent kun je gekke eetgewoontes krijgen. Sommige vrouwen krijgen ineens trek in vreemde combinaties of in eten dat ze voor hun zwangerschap nooit aten. Wat deze veranderingen veroorzaakt is niet bekend. Meestal is het geen probleem om hieraan toe te geven, mits het niet al te ongezond wordt natuurlijk.

Het is niet nodig om voor twee te eten als je zwanger bent. Als je niet te veel en gezond eet, kom je na de zwangerschap snel weer op je oude gewicht.

Lees meer:
http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/30/voeding/
http://deverloskundige.nl/uploads/deverloskundige.nl/knov_client_downloads/72/file/010090_106661_Bro_Zwanger_V3.pdf

 


Misselijkheid

Tijdens de zwangerschap kun je last krijgen van allerlei kwaaltjes. Deze zijn soms erg vervelend maar over het algemeen kunnen ze geen kwaad. Als je last krijgt van zwangerschapskwaaltjes, meld dit dan tijdens de volgende controle bij je verloskundige of gynaecoloog.

Misselijkheid

Misselijkheid, al dan niet in combinatie met braken, is een veelvoorkomende kwaal, zo’n 60% van de zwangere vrouwen heeft hier last van. Met name in de eerste 16 weken van de zwangerschap kun je last hebben van misselijkheid, het ontstaat door de hormoonveranderingen die tijdens je zwangerschap optreden. Je hoeft je geen zorgen te maken over dat de baby er last van zou hebben, die merkt er meestal maar weinig van als de moeder zich niet lekker voelt. Het is alleen vervelend voor jezelf.

Vooral in de eerste 3 tot 4 maanden van de zwangerschap kun je last hebben van (ochtend)misselijkheid en overgeven.

Tips:

  • eet voordat je opstaat al iets lichts zoals een cracker of beschuitje en sta daarna rustig op
  • drink geen koffie of cola
  • eet geen te vet, gasrijk (kool) of zout voedsel
  • eet kleine beetjes verdeeld over de dag. Je merkt zelf welke voeding je het beste verdraagt
  • gember of gembertabletten

Moet je erg vaak en veel overgeven of merk je dat je minder kunt plassen, raadpleeg dan je verloskundige of gynaecoloog. Soms leidt veel overgeven namelijk tot uitdroging, hiervoor kan opname in het ziekenhuis nodig zijn

Aangeboren afwijkingen

Als je zwanger bent krijg je twee prenatale screenings aangeboden:

  • Op de kans op Down-, Edwards- en Patausyndroom (NIPT of combinatietest);
  • Op een groot aantal afwijkingen bij 20 weken zwangerschap (20-weken echo);

Je kunt kiezen voor verschillende vormen van prenatale screening:

De NIPT

De zwangere kan kiezen voor verschillende vormen van prenatale screening:
Bij de NIPT-test wordt er bloed afgenomen bij de zwangere vrouw. De Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) is een bloedtest waarbij DNA in het bloed van de zwangere wordt onderzocht op chromosoomafwijkingen. Het plasma van een zwangere bevat vrij circulerend DNA (cfDNA). Deze DNA-fragmenten zijn in overgrote meerderheid afkomstig van de zwangere zelf. Een klein deel is (ongeveer 10%) is afkomstig van de placenta. Er is dus geen sprake van foetaal DNA in de moederlijke circulatie. Het bloed wordt bekeken op chromosoomafwijkingen. Naast de kans op downsyndroom geeft de uitslag ook informatie over de kans op trisomie 18 (Edwards syndroom) en trisomie 13 (Patausyndroom). Deze laatste twee syndromen komen minder vaak voor. Het NIPT-onderzoek brengt in tegenstelling tot de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie (invasieve diagnostiek) geen risico op een miskraam met zich mee. De uitslag van de NIPT kan ‘niet-afwijkend’ of ‘afwijkend’ zijn.

Met ingang van 1 april 2017 kunnen zwangeren kiezen voor de NIPT als eerste screeningstest. Zij doen dan mee aan de wetenschappelijke implementatiestudie TRIDENT-2 en moeten hiervoor expliciet toestemming geven door het ondertekenen van het “Toestemmingsformulier: prenatale screening met NIPT (TRIDENT-2 studie)”.
Meer informatie over keuzes vindt je op www.onderzoekvanmijnongeborenkind.nl. De kosten van de NIPT moet je zelf betalen.

De uitslag van de NIPT kan ‘niet-afwijkend’ of ‘afwijkend’ zijn:

Afwijkend

Bij een afwijkende uitslag kan het zijn dat je kind toch geen aandoening heeft. Indien er sprake is van een afwijkende uitslag voor down-, edwards- of patausyndroom, krijgt de zwangere zo spoedig mogelijk telefonisch de uitslag. De zwangere wordt (indien gewenst) verwezen naar een Centrum voor Prenatale Diagnostiek om verdere mogelijkheden te bespreken. Als je zekerheid wilt of overweegt de zwangerschap af te breken, is verder onderzoek nodig om de NIPT-uitslag te bevestigen. Je kunt dan kiezen voor en vruchtwaterpunctie of een vlokkentest. Als je hiervoor in aanmerking komt zal je hierover meer informatie krijgen van je verloskundige of gynaecoloog.

Niet-afwijkend

Bij een niet-afwijkende uitslag wordt een vervolgonderzoek niet geadviseerd, de kans is dan erg klein dat je kind toch een aandoening heeft. Je bepaalt zelf of je de screening op downsyndroom wilt laten doen.

De combinatietest

De combinatietest is een kansberekening waarbij er vroeg in de zwangerschap onderzocht wordt of er een verhoogde kans is dat je kind downsyndroom heeft. Dit onderzoek zal na 1-4-2017 minder vaak gedaan worden.

De combinatietest bestaat uit een combinatie van twee onderzoeken:

  1. Een bloedonderzoek bij jou, in de periode van 9 tot 14 weken van de zwangerschap;
  2. De nekplooimeting bij het ongeboren kind. Dat gebeurt met een echografie die plaatsvindt in de periode van 11 tot 14 weken zwangerschap.

De kosten van de combinatietest moet je zelf betalen.

Bloedonderzoek en nekplooimeting

Bij het bloedonderzoek wordt bloed afgenomen en onderzocht in een laboratorium. Bij de nekplooimeting wordt een echo gemaakt waarbij de dikte van de zogenaamde nekplooi van je kind gemeten wordt. De nekplooi is een dun vochtlaagje onder de huid in de nek. Dit laagje vocht is altijd aanwezig, ook bij gezonde kinderen. Hoe dikker de nekplooi, hoe groter de kans is dat het kind downsyndroom heeft.

De uitslag van Combinatietest kan ‘niet-verhoogde kans’ of ‘verhoogde kans’ zijn.

Verhoogde kans

Als uit het vervolgonderzoek blijkt dat je kind inderdaad een aandoening heeft, hoe bereid je je hierop voor? Op welke manier kijk je aan tegen het leven met een kind met downsyndroom (trisomie 21), trisomie 18 (Edwards Syndroom) of trisomie 13 (Patausyndroom)? Op welke manier kijk je aan tegen het eventueel voortijdig beëindigen van een zwangerschap bij een kind met een aandoening? Bovenstaande wordt tijdens een van de eerste controles met je besproken. Het is belangrijk om je vooraf in te lezen over dit onderwerp. Als je hiervoor in aanmerking komt zal je hierover meer informatie krijgen van je verloskundige of gynaecoloog.
Bij een verhoogde kans uitslag kan het zijn dat je kind toch geen aandoening heeft. Als je zekerheid wilt of overweegt de zwangerschap af te breken, is verder onderzoek nodig. Met de NIPT kan de uitslag voor 99% worden bevestigt (TRIDENT-1). Als uit het onderzoek blijkt dat je een verhoogde kans hebt op een kind met downsyndroom, trisomie 18 of 13, bepaal je ook zelf of je vervolgonderzoek wilt. Afwegingen die je hierbij kan maken zijn: hoeveel wil je weten over je kind voordat het wordt geboren? Als uit de combinatietest blijkt dat je kind mogelijk een aandoening heeft, wil je dan wel of geen vervolgonderzoek laten doen? Je kunt dan kiezen voor en vruchtwaterpunctie of een vlokkentest.

Niet-verhoogde kans

Bij een niet-verhoogde kans wordt een vervolgonderzoek niet geadviseerd, de kans is dan erg klein dat je kind toch een aandoening heeft. Je bepaalt zelf of je de screening op downsyndroom wilt laten doen.

De 20-weken echo

Veel aanstaande ouders vragen zich af of hun kind wel gezond zal zijn. Dat is begrijpelijk. Gelukkig worden de meeste kinderen gezond geboren. Met de 20-weken echo wordt gekeken naar afwijkingen. Dit onderzoek maakt deel uit van prenatale screening. De 20-weken echo wordt volledig vergoed vanuit de basiszorgverzekering.

Voorbeelden van afwijkingen die tijdens de 20 weken echo kunnen worden gezien:

  • open rug
  • open schedel
  • waterhoofd
  • hartafwijkingen
  • breuk of gat in het middenrif
  • breuk of gat in de buikwand
  • afwezigheid of afwijking van de nieren
  • afwijkende ontwikkeling van de botten
  • afwijkingen van armen of benen

Verder wordt er gekeken of je kindje goed groeit en of er voldoende vruchtwater is.

Een 20-weken echo zonder afwijkingen is geen garantie voor een gezond kind. Niet alle afwijkingen worden gezien op de echo. De echo brengt geen risico’s met zich mee voor moeder en kind. Het is belangrijk om te weten dat het geen ‘pretecho’ is, de 20-weken echo is een medisch onderzoek. Het bepalen van het geslacht is ook niet het doel van de echo. Als de echoscopist het geslacht kan zien, zal hij/zij dit alleen op jouw verzoek vertellen.

De 20-weken echo kan geruststellend zijn maar realiseer je dat niet alle afwijkingen altijd gezien worden. Onduidelijke beeldvorming of afwijkingen kunnen je ook ongerust maken en je voor moeilijke keuzes stellen t.a.v. eventueel verder onderzoek. Je bepaalt zelf of je deze onderzoeken wilt en of je bij een ongunstige uitslag nog vervolgonderzoek wilt laten doen. Je kunt op elk moment stoppen met het onderzoek.

Het vervolgonderzoek bestaat uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek in het Radboud UMC. Je kind wordt dan nader onderzocht. Bij bepaalde afwijkingen is het voor het kind beter dat het geboren wordt in een gespecialiseerd ziekenhuis. Dan kan het kind meteen na de geboorte de juiste zorg krijgen. Sommige afwijkingen hebben grote gevolgen voor het kind, voor jou en je partner. Je staat dan voor de moeilijke keuze om de zwangerschap uit te dragen of te laten beëindigen. Praat hier dan over met je partner, verloskundige, huisarts en/of gynaecoloog. Als je besluit dat je de zwangerschap voortijdig wilt beëindigen, dan kan dat tot 24 weken zwangerschap

Bloedverlies

Bloedverlies geeft vaak veel zorgen over de zwangerschap. Bij één op de vijf zwangere vrouwen treedt in de eerste 16 weken bloedverlies op, in de helft van deze gevallen is het bloedverlies onschuldig. Het kan echter ook het eerste verschijnsel zijn van een miskraam. Hierbij heb je niet alleen last van bloedverlies maar ook van buikpijn en krampen. Heb je helderrood bloedverlies en krampen, neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog.

Krijg je in de tweede helft van je zwangerschap bloedverlies, dan kan dit te maken hebben met de placenta of veroorzaakt worden door wondjes aan de baarmoedermond. Neem in dit geval altijd contact op met de verloskundige of gynaecoloog. Meestal wordt er dan een echo afgesproken om de oorzaak van het bloedverlies vast te stellen.

Miskraam

In het geval van een miskraam spreekt men ook wel van het verlies van een ‘jonge zwangerschap’. Vaak is de oorzaak van een miskraam onbekend. Het kan zijn dat iets in het samenvoegen van de eicel en de zaadcel niet goed is gegaan, of in de ontwikkeling van de eerste celdelingen. Hierdoor kan het embryo zich niet goed ontwikkelen en wordt het door het lichaam afgestoten. In veel gevallen gaat het om een vroege miskraam, dat wil zeggen vóór de twaalfde week van de zwangerschap. De kans op een vroege miskraam is 10 tot 15%. Naarmate een vrouw ouder is, neemt de kans op een miskraam toe

Klachten bij een miskraam

Bloedverlies en buikpijn vroeg in de zwangerschap kunnen de eerste tekenen zijn van een miskraam.

Behandeling bij een miskraam

Als een miskraam is vastgesteld, zijn er verschillende manieren waarop het zwangerschapsweefsel door het lichaam wordt afgestoten. Het meest natuurlijke is om af te wachten tot het lichaam het weefsel vanzelf afstoot, dit wordt een spontane miskraam genoemd. De baarmoeder drijft hierbij zelf het zwangerschapsweefsel naar buiten, dit gaat gepaard met krampen met bloedverlies en is een natuurlijk proces. Als de miskraam compleet is gaan de pijn en het bloedverlies vanzelf over. Het voordeel van een spontane natuurlijke miskraam is dat er geen ingreep nodig is. Als de miskraam niet vanzelf op gang komt wordt de vrouw doorverwezen naar de gyneacoloog. Deze kijkt samen met de vrouw wat de beste optie is.

Lees meer: http://deverloskundige.nl/miskraam 


Buikpijn

Je baarmoeder groeit tijdens de zwangerschap, hierdoor worden alle buikorganen die hoger liggen dan de baarmoeder opzij gedrukt.

Als eerste zullen de darmen opzij gaan, dit kan een onrustig of opgeblazen gevoel in de buik geven. Ook zetten de darmen door de zwangerschapshormonen uit. Hierdoor kan de stoelgang moeizamer verlopen waardoor je ook buikpijn kunt krijgen.

De blaas ligt tegen de baarmoeder aan, als je een volle blaas hebt duwt deze tegen de baarmoeder. Dit kan een drukkend gevoel in de onderbuik geven maar kan verder geen kwaad.

Het groeien van de baarmoeder kan ook wat pijn veroorzaken. Je zult wellicht af en toe pijnscheuten voelen in de liezen, onder in de buik of richting de vagina. Meestal zul je dit tijdens bewegingen voelen maar soms ook zonder aanleiding. Deze pijnscheuten worden bandenpijn genoemd. De baarmoeder wordt in de buik op haar plaats gehouden door 'banden'. Bandenpijn ontstaat doordat er spanning en rek komt te staan op deze banden door de groei van de baarmoeder. Deze pijnscheuten zijn dan ook onschuldig maar ze kunnen wel behoorlijk pijnlijk zijn

Wanneer bel je je verloskundige of gynaecoloog?  http://deverloskundige.nl/over-de-verloskundige/subtekstpagina/181/wanneer-contact-opnemen-met-de-verloskundige/#70-contact-opnemen-met-je-verloskundige-signalen-pdf 

Intake

Je eerste bezoek aan de verloskundige of gynaecoloog is altijd spannend, je weet ten slotte niet wat je kunt verwachten. Lees hieronder wat er allemaal aan de orde komt bij de intake, zo kun je je alvast voorbereiden. Heb je je profiel ingevuld bij het installeren van de Zwapp, dan kun je deze mailen of printen en meenemen bij je eerste bezoek aan de verloskundige.

Tijdens het eerste bezoek krijg je diverse onderzoeken: je bloeddruk wordt gemeten en je wordt gewogen. Daarnaast wordt je uitgerekende datum bepaald en bespreken we de volgende onderwerpen:

  • Uitgerekende datum: bij je eerste of tweede bezoek krijg je een echo aangeboden. Met deze termijnecho kan de verloskundige of gynaecoloog zien hoe lang je zwanger bent;
  • Vorige zwangerschappen: de verloskundige of gynaecoloog zal vragen of dit voor jullie de eerste zwangerschap is. Als je eerder zwanger bent geweest, wordt ook gevraagd hoe deze zwangerschappen zijn verlopen;
  • Je gezondheid: om een beeld te krijgen van je gezondheid zal de verloskundige of gynaecoloog vragen naar eventuele ziekten, operaties, bloedtransfusies en behandelingen;
  • We stellen je de volgende vragen:
  • Heb je de laatste maanden medicijnen gebruikt?
  • Heb je gezondheidsklachten?
  • Ben je bekend bij andere specialisten?
  • Rook je of heb je gerookt?
  • Gebruik je alcohol of drugs of heb je die gebruikt?
  • De gezondheid van je familieleden: Komen er in je familie of die van je partner ziekten of aandoeningen voor? Denk bijvoorbeeld aan diabetes (suikerziekte), taaislijmziekte (CF), een open rug, een spierziekte, downsyndroom of hartafwijkingen.
  • Je leefomstandigheden: we willen graag een beeld krijgen van wie jij bent. Leef je bijvoorbeeld alleen of met een partner? Wat zijn je bezigheden? Als er bijzondere omstandigheden zijn in je leven, dan is het verstandig dit te laten weten. Misschien heb je of krijg je tijdens de zwangerschap te maken met veranderingen, bijvoorbeeld op het gebied van relaties, financiën, huisvesting of werk.
  • Onderzoeken: je krijgt uitleg over het bloedonderzoek rond de 10 weken en als je wilt kunnen we je uitleg geven over onderzoek naar aangeboren afwijkingen

Aan het einde van de intake wordt er samen met jullie bekeken welke zorg jij nodig hebt in de zwangerschap en bij welke zorgverlener je onder zorg komt (verloskundige of gynaecoloog). 

Bloeddruk in de zwangerschap

Een normale bloeddruk is een bovendruk van rond de 125 mmHg en een onderdruk van ongeveer 75 mmHg ('125 over 75'). Er is sprake van een hoge bloeddruk als de bovendruk hoger is dan 140 mmHg of de onderdruk hoger dan 90 mmHg. Een hoge bloeddruk komt bij 5 tot 18% van de zwangerschappen voor.

Tijdens een zwangerschap neemt je bloeddruk geleidelijk af, totdat je zo’n twintig weken zwanger bent. Dan wordt de laagste waarde bereikt. Dit wordt de ‘mid-pregnancy-drop’ genoemd. In de tweede helft van de zwangerschap stijgt je bloeddruk weer iets.

Hoge bloeddruk

In de zwangerschap kan een hoge bloeddruk gepaard gaan met eiwitverlies in de urine. Dit wordt pre-eclampsie (in de volksmond zwangerschapsvergiftiging) genoemd.

Klachten
Bij een licht verhoogde bloeddruk hoeven er geen klachten te zijn. Bij een sterk verhoogde bloeddruk zijn veelvoorkomende klachten:

  • hoofdpijn
  • wazig of lichtflitsen zien
  • pijn boven in de buik of een bandgevoel boven in de buik
  • misselijkheid en braken
  • plotseling veel vocht vasthouden

Heb je last van bovenstaande klachten? Neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog.

Lage bloeddruk

Een lage bloeddruk wordt onder andere veroorzaakt door de zwangerschapshormonen. Deze verwijden de wand van je bloedvaten, hierdoor kunnen ze minder goed samentrekken.

  • Leg je benen omhoog als je zit. Het bloed stroomt dan makkelijker terug naar je hoofd. Je kunt ook het voeteinde van je bed met een kussen verhogen.
  • Sta rustig op uit een stoel of bed en vermijd plotselinge bewegingen.
  • Als je duizelig bent, ga dan even zitten en neem wat te eten en/of te drinken.

Infecties en griep tijdens de zwangerschap

Ook wanneer je zwanger bent kun je griep krijgen. De klachten die bij griep horen zijn hetzelfde als wanneer je niet zwanger bent, al ben je tijdens deze periode natuurlijk extra voorzichtig met je lichaam en je ongeboren baby. Je zult voornamelijk goed moeten uitzieken maar er zijn er wel een aantal tips die van belang zijn om goed door deze periode van ziekte heen te komen:

  • Vocht is erg belangrijk, zorg ervoor dat je voldoende drinkt;
  • Neem voldoende rust;
  • Als de koorts lang aanhoudt, is het verstandig contact op te nemen met de huisarts.

Verder zijn er nog een aantal algemene aanbevelingen bij griep:

  • Was regelmatig je handen en raak zo min mogelijk je neus en mond aan;
  • Droog je handen niet aan een handdoek maar aan iets wat je daarna weggooit;
  • Nies of hoest in je elleboogsplooi of gebruik een papieren zakdoek;
  • Was het beddengoed op 60 graden of warmer;
  • Zorg voor voldoende frisse lucht in huis door te ventileren.

Besmettelijkheid in je omgeving

Soms kan het doormaken van een besmettelijke ziekte gevolgen hebben voor je ongeboren kindje. Heeft iemand in je omgeving een kinderziekte die samengaat met vlekjes op de huid (bijvoorbeeld waterpokken, rode hond of de vijfde ziekte) of ben je in contact geweest met iemand die een andere besmettelijke ziekte heeft? Neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog.

Griepprik

Tijdens een zwangerschap kan het geen kwaad om een griepprik te halen. Zwangeren die tot een specifieke risicogroep horen, wordt aangeraden de griepprik te halen. Deze risicogroepen zijn:

  • zwangere vrouwen met een hartziekte;
  • zwangere vrouwen met een longziekte;
  • zwangere vrouwen met diabetes.

Coronavaccinatie

  • zwangere vrouwen mogen zich te laten vaccineren, voor zover bekend is dit veilig in zwangerschap en kraambed

Termijnecho

Vroege echo

Een vroege echo is een echo-onderzoek dat kan worden uitgevoerd vanaf 7 weken zwangerschap. Deze echo wordt alleen gemaakt als daar een medische indicatie voor is. Redenen voor een vroege echo kunnen zijn:

  • Het beoordelen van een intacte zwangerschap, bijvoorbeeld bij bloedverlies of als je eerder een miskraam hebt gehad;
  • Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap uit te sluiten; bijvoorbeeld als je heftige buikpijn hebt tussen de 5-10 weken zwangerschap

Termijnecho

Om je uitgerekende datum vast te stellen wordt tussen de 10-12 weken een termijnecho gemaakt waarmee de zwangerschapsduur exact wordt bepaald. Vanaf dat moment staat je uitgerekende datum vast. Afhankelijk van de zwangerschapsduur, de ligging van de baarmoeder en de dikte van de buikwand wordt de echo via de buik (uitwendige echo) of via de vagina (inwendige echo) gemaakt. De vaginale echo geeft een kwalitatief beter beeld met meer gedetailleerde informatie, daarom is de vaginale echo eerste keus tot 10 weken zwangerschap. Bij een vaginale echo wordt een dunne echokop in de vagina gebracht. Het onderzoek is niet pijnlijk.

De meeste zwangerschappen voorbij de 10-12 weken zijn ook met een uitwendige echo te zien. Er wordt geleidende gel op de buik aangebracht en de echokop wordt over de buik bewogen.

Zwangeren kunnen zelf meekijken met het echo-onderzoek, de echoscopist of gynaecoloog geeft uitleg bij wat er in beeld komt. Het maken van een echo geeft geen gezondheidsrisico's. Je kunt een echo laten maken na verwijzing door je huisarts, verloskundige of gynaecoloog. Deze echo valt binnen het basispakket en wordt vergoed door je zorgverzekeraar.

Sporten en bewegen

Tijdens de zwangerschap kun je in principe blijven sporten zoals je gewend bent. Ga echter minder (intensief) sporten of stop ermee als het sporten klachten geeft of als je vermoeider raakt dan normaal. Ga niet opeens meer sporten of meer bewegen nu je zwanger bent. En zorg ervoor dat je tijdens het sporten voldoende vocht binnen krijgt, drink voldoende water.

Zwemmen, fietsen, wandelen en fitness zijn sporten die je heel goed tot het einde van de zwangerschap kunt beoefenen. Minder verstandig zijn sporten waarbij je het risico loopt om iets tegen je buik aan te krijgen, sporten waarbij je gemakkelijk met andere mensen botst of waarbij je kunt vallen. Denk bijvoorbeeld aan hockey, volleybal, skiën en voetbal. Duiken met zuurstofflessen wordt afgeraden tijdens de zwangerschap.

Lees meer:  http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/29/bewegen/ 

Bloedonderzoek rond 12 weken

Tijdens je eerste bezoek vertelt de verloskundige of gynaecoloog over een bloedonderzoek dat je kunt laten doen. Een laboratorium onderzoekt je bloed op een aantal zaken:

  • hemoglobinegehalte (Hb); ijzergehalte in het bloed
  • glucosewaarde; suikerwaarde in het bloed
  • bloedgroep: wat is je bloedgroep A, B, AB of O? ben je Rhesus D-negatief of Rhesus C-negatief? Bevat je bloed antistoffen tegen bloedgroepen die je zelf niet hebt?
  • Infectieziekten syfilis (lues), hepatitis B of HIV.

Bloedgroep

Tijdens de zwangerschap en de bevalling kunnen er rode bloedcellen van je kind in je eigen bloed terechtkomen. Als je kind een andere bloedgroep heeft dan jij, kan je lichaam antistoffen maken tegen het bloed van je kind. Het laboratorium onderzoekt of je zulke antistoffen hebt. Dat is belangrijk om te weten omdat sommige antistoffen tijdens de zwangerschap het bloed van je kind kunnen afbreken. Je kind kan dan bloedarmoede krijgen. Bij vrouwen met een negatieve Rhesus-D factor wordt bij 27 weken zwangerschap opnieuw bloed afgenomen. Het laboratorium onderzoekt of er antistoffen zijn en bepaalt tevens of je kind Rhesus-D negatief of positief is. Als het kind Rhesus-D positief is, krijg je een injectie met anti-D toegediend bij 30 weken zwangerschap en binnen 48 uur na de bevalling. Zo wordt voorkomen dat je antistoffen gaat aanmaken. Ben je Rhesus-C negatief, dan wordt bepaald of er antistoffen zijn. Er bestaat geen injectie om de vorming van antistoffen te voorkomen. Heb je deze antistoffen, dan word je verwezen naar de gynaecoloog voor aanvullend onderzoek.

Infectieziekten

Als het bloedonderzoek uitwijst dat je besmet met een van de bovenstaande infectieziekten dan heeft de baby kans om ziek te worden. Vaak is het mogelijk om jou al tijdens de zwangerschap te behandelen en zo je baby te beschermen. Daarom krijg je het bloedonderzoek vroeg in de zwangerschap aangeboden, zo kan een behandeling bijtijds worden gestart.

Syfilis (lues)

Syfilis (ook wel ‘lues’ genoemd) is een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Om besmetting van de baby te voorkomen, is het belangrijk dat de ziekte zo vroeg mogelijk in de zwangerschap wordt opgespoord. Blijkt uit het bloedonderzoek dat je syfilis hebt? Dan word je verwezen naar een gynaecoloog en krijg je antibiotica.

Hepatitis B

Hepatitis B is een infectieziekte van de lever. De ziekte wordt veroorzaakt door het hepatitis B-virus. Soms hebben mensen geen klachten en weten ze niet eens dat ze met het virus besmet zijn. Het bloedonderzoek laat zien of je het hepatitis B-virus bij je draagt. Het virus is tijdens de zwangerschap niet schadelijk voor de gezondheid van je kind maar tijdens de geboorte kan een baby alsnog een infectie met dit virus oplopen. Blijkt uit het bloedonderzoek dat je het hepatitis B-virus bij je draagt, dan krijgt je baby kort na de geboorte een injectie met antistoffen.

HIV

HIV is het virus dat de ziekte aids veroorzaakt. HIV is dankzij nieuwe virusremmers tegenwoordig een chronische ziekte. Je kunt met HIV besmet raken als je onveilig vrijt met iemand die besmet is of als je in aanraking komt met besmet bloed. Als uit het bloedonderzoek blijkt dat je met HIV bent besmet dan word je doorverwezen naar een gespecialiseerd HIV-centrum. Je kunt het virus niet alleen tijdens de zwangerschap of bevalling via je bloed op je baby overdragen maar ook daarna via borstvoeding. De kans op besmetting kan zeer sterk worden verminderd door virusremmers te gebruiken tijdens de zwangerschap.

Heb je syfilis of ben je besmet met het hepatitis B-virus of HIV? Dan heeft dat niet alleen gevolgen voor je gezondheid maar ook voor je sociale leven. Het is belangrijk dat je maatregelen neemt om te voorkomen dat je partner of andere mensen in je leefomgeving besmet raken. Je huisarts of de GGD kan je daarover adviseren.

Meer informatie over het bloedonderzoek en screening op infectieziekten vind je op

Seksualiteit

Er zijn diverse fabels over seks tijdens de zwangerschap die de ronde doen. Zo wordt wel gedacht dat vrijen de rust en veiligheid van de baby kan verstoren of dat het zelfs een miskraam kan veroorzaken. Dit is onzin!

De vliezen in de baarmoeder en het vruchtwater beschermen de baby en de slijmprop in de baarmoedermond zorgt dat niets de baarmoeder in kan. Er bestaat geen enkele kans dat de penis tijdens geslachtsgemeenschap tot bij je baby kan komen. Je hoeft ook niet bang te zijn dat de baby last heeft van het samentrekken van je baarmoeder door een orgasme. Na het vrijen kan je wat bloed verliezen omdat je baarmoedermond extra doorbloed is. Dit bloedverlies is onschuldig.

Belangrijk is dat je het onderwerp met je partner bespreekt en samen zoekt naar een houding waarbij jullie je allebei fijn voelen. Het is heel normaal om tijdens de zwangerschap minder of geen behoefte te hebben aan seks maar je kunt ook juist meer zin hebben.

Alleen in bepaalde situaties, zoals bij bloedverlies, dreigende geboorte of bij gebroken vliezen wordt geslachtsgemeenschap afgeraden

Lees meer: http://deverloskundige.nl/zwangerschap/tekstpagina/75/vrijen-zwanger/ 

Prenatale screeningstesten

Tijdens de zwangerschap kun je kiezen om onderzoek te doen naar de gezondheid van je kindje. De volgende drie onderzoeken zijn mogelijk:

  • Screening op downsyndroom, edwardssyndroom en patausyndroom (NIPT-test)Screening op downsyndroom, edwardssyndroom en patausyndroom (NIPT-test)
  • 13 weken echo
  • 20 weken echo

NIPT

De NIPT staat voor Niet Invasieve Prenatale Test. Dit is een bloedonderzoek bij de zwangere. Het onderzoek kan vanaf 11 weken zwangerschap. Zwangeren kunnen vanaf 1 april 2017 kiezen voor de NIPT, maar dat kan alleen als zij meedoen aan een wetenschappelijke studie (TRIDENT-2).

In het bloed van de zwangere is een klein beetje erfelijk materiaal (DNA) van de placenta te vinden. Dit DNA is bijna altijd hetzelfde als dat van het kind. Het laboratorium kan zo onderzoeken of het kind down-, edwards- of patausyndroom heeft. Het laboratorium kan ook andere chromosoomafwijkingen vinden bij het kind, in de placenta (moederkoek) en zeer zeldzaam ook bij de zwangere zelf. Dat noemen we nevenbevindingen.

Er zijn verschillende soorten nevenbevindingen: van heel ernstige tot minder ernstige aandoeningen. Van elke 1.000 zwangeren die kiezen voor de NIPT, krijgen ongeveer 4 vrouwen te horen dat er een nevenbevinding is. Om zeker te weten om wat voor nevenbevinding het gaat, is vervolgonderzoek nodig, meestal een vruchtwaterpunctie of vlokkentest.

Afwijkende uitslag

Bij een afwijkende uitslag kan het zijn dat je kind toch geen aandoening heeft. Als je zekerheid wilt of overweegt de zwangerschap af te breken, is verder onderzoek nodig om de uitslag van de combinatietest of NIPT te bevestigen. Na een afwijkende uitslag van de combinatietest, wordt je vervolgonderzoek aangeboden in de vorm van de NIPT, een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest. Als je hiervoor in aanmerking komt zal je hierover meer informatie krijgen van je verloskundige of gynaecoloog.

Niet-afwijkende uitslag

Bij een niet-afwijkende uitslag wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd: de kans is dan erg klein dat je kind toch een aandoening heeft.

Je bepaalt zelf of je de screening op downsyndroom wilt laten doen. Als uit het onderzoek blijkt dat je een verhoogde kans hebt op een kind met downsyndroom, trisomie 18 of 13, bepaal je ook zelf of je vervolgonderzoek wilt. Afwegingen die je hierbij kan maken zijn:

  • Hoeveel wil je weten over je kind voordat het wordt geboren?
  • Als uit het vervolgonderzoek blijkt dat je kind inderdaad een aandoening heeft, hoe bereid je je hierop voor?
  • Op welke manier kijk je aan tegen het leven met een kind met downsyndroom (trisomie 21), trisomie 18 (Edwardssyndroom) of trisomie 13 (Patausyndroom)?
  • Hoe kijk je aan tegen het eventueel voortijdig beëindigen van een zwangerschap bij een kind met een aandoening?

13 weken echo

De 13 wekenecho is een medisch onderzoek naar lichamelijke afwijkingen bij uw kind. U kiest zelf of u de 13 wekenecho wilt

Waarom de 13 wekenecho?

U kunt laten onderzoeken of uw kind een lichamelijke afwijking heeft. Een lichamelijke afwijking betekent dat een deel van het lichaam van het kind er anders uitziet dan normaal. De 13 wekenecho lijkt veel op de 20 wekenecho. Bij beide onderzoeken bekijkt een echoscopist met een echo-apparaat of uw kind lichamelijke afwijkingen heeft.Bij uw eerste bezoek vraagt uw verloskundig zorgverlener of u meer wilt weten over de 13 wekenecho. In een uitgebreid gesprek krijgt u dan informatie over het onderzoek en de wetenschappelijke studie. U kiest zelf of u de 13 wekenecho wilt. Denk goed na over de volgende vragen:

  • Hoeveel wilt u tijdens de zwangerschap al weten over uw kind?
  • Als u te horen krijgt dat uw kind een lichamelijke afwijking heeft, wat wilt u dan doen?

Wanneer kunt u de 13 wekenecho krijgen?

U kunt de 13 wekenecho laten doen van 12+3 tot en met 14+3 weken zwangerschap. Dus vanaf twaalf weken en drie dagen tot en met veertien weken en drie dagen zwangerschap.

Hoe gaat de 13 wekenecho?

Een echoscopist maakt een echo van uw kind door een echokop te bewegen over uw buik. Het maken van een echo doet geen pijn en is niet gevaarlijk, uw kind voelt er niets van. De echo duurt ongeveer 30 minuten.

Hoe en wanneer krijgt u de uitslag?

De echoscopist vertelt u meteen na de echo de uitslag. Bij 95 van de 100 zwangerschappen ziet de echoscopist geen aanwijzing voor een afwijking. Vervolgonderzoek is dan niet nodig.

Vervolgonderzoek

Bij ongeveer 5 van de 100 zwangere vrouwen ziet de echoscopist iets wat een afwijking kan zijn. Het is niet altijd duidelijk of het inderdaad een afwijking is, hoe erg de afwijking is en wat dit voor uw kind betekent. Heeft de echoscopist iets afwijkends gezien? U kunt dan kiezen voor vervolgonderzoek.

Wat kost de 13 wekenecho?

U betaalt niets voor het uitgebreide gesprek met uw verloskundige en gynaecoloog en de 13 wekenecho. De kosten van vervolgonderzoek gaan soms af van uw eigen risico.

Wat u verder nog moet weten

In Nederland kunt u alleen kiezen voor de 13 wekenecho als u meedoet aan de wetenschappelijke IMITAS studie. Die studie onderzoekt wat de voor- en nadelen zijn van de 13 wekenecho. Deelnemen aan de wetenschappelijke studie en de 13 wekenecho kan vanaf 16 jaar.

20 weken echo

De 20 wekenecho is een medisch onderzoek naar lichamelijke afwijkingen bij het kind. U kiest zelf of u dit onderzoek wilt.

Waarom de 20 wekenecho?

U kunt laten onderzoeken of uw kind een lichamelijke afwijking heeft. Een lichamelijke afwijking betekent dat een deel van het lichaam van het kind er anders uitziet dan normaal. Voorbeelden van lichamelijke afwijkingen zijn een open rug, open schedel, waterhoofd, hartafwijkingen, gat in het middenrif, gat in de buikwand, afwijking van de nieren of afwijking van de botten. Bij uw eerste bezoek vraagt uw verloskundig zorgverlener of u meer wilt weten over de 20 wekenecho. In een uitgebreid gesprek krijgt u dan informatie over onderzoek. U kiest zelf of u 20 wekenecho wilt. Denk goed na over de volgende vragen:

  • Hoeveel wilt u tijdens de zwangerschap al weten over uw kind?
  • Als u te horen krijgt dat uw kind een lichamelijke afwijking heeft, wat wilt u dan doen?

Wanneer kunt u de 20 wekenecho krijgen?

U kunt de 20 wekenecho laten doen van week 18 tot week 21 van uw zwangerschap. Dus tot 21 weken en 0 dagen van uw zwangerschap. Het liefst laat u de echo doen in week 19 . Dat is dus 19 weken en 0 dagen tot en met 19 weken en 6 dagen van uw zwangerschap.

Hoe gaat de 20 wekenecho?

Een echoscopist maakt een echo van uw kind door een echokop te bewegen over uw buik. Het maken van een echo doet geen pijn en is niet gevaarlijk, uw kind voelt er niks van. De echo duurt ongeveer 30 minuten.

Hoe en wanneer krijgt u de uitslag?

De echoscopist vertelt u meteen na de echo de uitslag. Bij 95 van de 100 zwangerschappen ziet de echoscopist geen afwijkingen. Vervolgonderzoek is dan niet nodig.

Vervolgonderzoek

Bij ongeveer 5 van de 100 zwangere vrouwen ziet de echoscopist iets wat een afwijking kan zijn. Het is niet altijd duidelijk of het inderdaad een afwijking is, hoe erg de afwijking is en wat dit voor uw kind betekent. Heeft de echoscopist iets afwijkends gezien? U kunt dan kiezen voor vervolgonderzoek

Wat kost de 20 wekenecho?

U betaalt niets voor het uitgebreide gesprek met uw verloskundige en gynaecoloog, en ook de 20 wekenecho zelf kost u niets. De kosten van vervolgonderzoek gaan soms af van uw eigen risico.

Wat u verder nog moet weten

Alle zwangeren in Nederland kunnen kiezen voor een 20 wekenecho.

Kraamzorg

Als je de kraamzorg gaat regelen zijn er verschillende organisaties waaruit je een keuze kunt maken (zie deelnemerslijst). Deze organisaties verlenen de kraamzorg direct na de geboorte of bij thuiskomst uit het ziekenhuis, ook al is het in de avond of nacht.

Tijdens de bevalling en in je kraamtijd geeft de kraamverzorgende je alle zorg en ondersteuning die je nodig hebt. De verloskundige zal zelf tijdens de bevalling de kraamzorg bellen voor assistentie, het moment hiervan hangt af van hoe de bevalling verloopt en wat jouw wens hierin is.
De kraamverzorgende heeft als doel dat jij en je partner na de kraamtijd vol vertrouwen voor jullie kindje kunnen zorgen.

Lees meer:
http://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/24/kraamzorg/ 

Obstipatie

Obstipatie betekent verstopping van de darmen, waardoor je meer moeite hebt met de stoelgang. Het is normaal dat de darmen tijdens de zwangerschap langzamer werken en je dus minder vaak ontlasting hebt.
Een verstopping kan ontstaan door een veranderde hormonale werking in je lichaam tijdens de zwangerschap. Het hormoon progesteron veroorzaakt een verslapping van de spiertjes in je darmwand waardoor de stoelgang moeizamer gaat en het zelfs pijn kan doen. Als de baarmoeder groter wordt, worden de darmen opzij gedrukt en ook dat kan voor obstipatie zorgen.

Aambeien

Aambeien zijn uitgezette adertjes in het slijmvlies van de anus. De wanden van de bloedvaten gaan open staan door het zwangerschapshormoon progesteron. De groeiende baarmoeder en het gewicht van de baby zorgen voor extra druk op de bloedvaten. Ook door een moeizame stoelgang of door het persen tijdens de bevalling kunnen aambeien ontstaan. Aambeien kunnen bloedverlies en jeuk veroorzaken of pijnlijk zijn. Met de volgende tips kun je de kans op aambeien verminderen:

  • Eet vezelrijke voeding (veel groente, fruit en granen);
  • Drink minstens anderhalve liter water per dag;
  • Beweeg voldoende, zo wordt de ontlasting zachter waardoor je minder hoeft te persen

Als je toch last hebt van aambeien is bij de apotheek of drogist een verzachtende zalf verkrijgbaar, bijvoorbeeld Curanol: www.curanol.nl