Nazorg

Op deze pagina vindt u meer informatie over nazorg na een beroerte. Hieronder leest u over de hulp van andere disciplines en de verschillende nazorgtrajecten.

Het is belangrijk om na een beroerte (CVA) zo snel mogelijk te starten met behandelen en revalideren. Afhankelijk van de ernst en uw persoonlijke situatie stelt uw behandelteam een behandelplan op en adviseert een locatie om te revalideren.

Waarom revalideren?

Na een beroerte is er vaak sprake van enig spontaan herstel, maar helaas niet altijd en meestal niet voldoende. Voor verder herstel en om verantwoord te leren omgaan met uw lichamelijke beperkingen heeft u revalidatie nodig. Een team van medisch specialisten, therapeuten, een maatschappelijk werker en een verpleegkundige adviseert u in dit traject. Meestal bestaat de revalidatie uit een combinatie van fysiotherapie, logopedie en ergotherapie.

Hulp van andere afdelingen

Na een beroerte zijn er verschillende afdelingen die u ondersteunen bij herstel. Hieronder vindt u hierover meer informatie. 

Ergotherapie

De ergotherapeut helpt bij het opnieuw aanleren van alledaagse handelingen. Er wordt onderzocht welke problemen u dagelijks ondervindt.

Logopedie

De logopedist helpt bij slik, spraak of taalproblemen. Bij slikproblemen kijkt de logopedist met behulp van een slikproef hoe het slikken gaat. Er kan daarna bijvoorbeeld geadviseerd worden om verdikte voeding en/of drinken te gebruiken. Soms is de slikfunctie helemaal niet meer aanwezig en moet er een neus/maag sonde ingebracht worden. Dit houdt in dat de voeding door een slangetje via de neus rechtstreeks in de maag terecht komt. De logopediste controleert elke week de slikfunctie.

Fysiotherapie

De fysiotherapeut helpt u om zo goed mogelijk om te gaan met uw handicap. Ook ondersteunt de fysiotherapeut bij de opbouw van de conditie. Zo snel mogelijk in beweging komen na een CVA is erg belangrijk.

Oefengroep

De fysiotherapeut, de ergotherapeut en logopedist zijn betrokken bij de oefengroep. In de oefengroep worden allerlei oefeningen gedaan om onder andere de coördinatie en kracht te trainen. 

Wanneer?

Maandag 11.00  12.00 uur
Dinsdag 11.00  12.00 uur
Donderdag 11.00  12.00 uur
Vrijdag 11.00  12.00 uur

Oefenboek

U ontvangt van de ergo-, logo- en/of fysiotherapeut een oefenboek. Hierin staat aangegeven welke oefeningen voor u het meest geschikt zijn. Het is belangrijk om dit boek goed te gebruiken. Oefenen in de eerste fase na een beroerte is heel belangrijk. Vooral om de uitvalsverschijnselen minder te laten worden. Maar doe het oefenen met beleid. Het is ook belangrijk om rust te nemen. 

Maatschappelijk werker

Een maatschappelijk werker kan u helpen in de verwerking van de ziekte. Ook bemiddelen maatschappelijk werkers tussen het ziekenhuis en andere zorginstellingen. Samen met u helpen ze met een geschikt vervolgtraject.

Screening

Kort na opname wordt u besproken door diverse specialisten in een screeningsoverleg. Hierin wordt een plan opgesteld om de zorgbehoefte en eventuele doelen vast te stellen.

Multidisciplinair overleg (MDO)

Het MDO is een overleg tussen de verschillende disciplines die bij uw zorg betrokken zijn. In dit overleg worden uw ziekte en het vervolgtraject besproken.

Het MDO bestaat uit:

  • neuroloog
  • revalidatiearts
  • fysiotherapeut
  • ergotherapeut
  • CVA-ketenadviseur
  • logopedist
  • diëtist
  • maatschappelijk werker
  • de verantwoordelijke verpleegkundige

Nazorgtrajecten

Direct naar huis

U kunt ook direct naar huis met óf zonder therapie. Als u met therapie naar huis gaat kan deze bestaan uit: 

  • fysiotherapie
  • ergotherapie
  • logopedie

Daarnaast worden alle patiënten die direct naar huis gaan, aangemeld voor de polikliniek CVA nazorg. Deze afspraak kan bij de verpleegkundige zijn of telefonisch plaatsvinden. In de brief die u van het ziekenhuis krijgt, vindt u hierover meer informatie. 

Poliklinische revalidatie

Bij een goede conditie van de patiënt behoort poliklinisch revalideren tot de mogelijkheden. Daarbij kan de patiënt dus na ontslag vanuit het ziekenhuis naar huis. Voorwaarde hiervoor is beschikbaarheid van de juiste hulpmiddelen en (mantel)zorg in de thuissituatie.

Klinische revalidatie in Klimmendaal

Als u jongeren dan 70 jaar bent en een goede conditie heeft, is het mogelijk om te revalideren in Klimmendaal. Deze revalidatie gebeurd door middel van een opname op een revalidatieafdeling. De revalidatiearts beoordeeld of u in aanmerking komt voor een revalidatie. En zorgt ervoor dat u wordt aangemeld in samenwerking met Groot Klimmendaal Revalidatiecentrum Arnhem.

Korte revalidatie in een verpleeghuis

De patiënten die hiervoor in aanmerking komen hebben een relatief korte revalidatie nodig met de verwachting dat zij kunnen terugkeren naar hun thuissituatie. De revalidatie vindt plaats in een van de verpleeghuizen die met het ziekenhuis samenwerken. De patiënten worden vanuit het MDO rechtstreeks via de CVA-ketenadviseur aangemeld.

Langdurige revalidatie verpleeghuis

Voor deze vorm van revalidatie wordt u opgenomen op een revalidatieafdeling in een verpleeghuis. De opname duurt minimaal 3 maanden.

Definitieve opname in een verpleeghuis

Het kan voorkomen dat de patiënt niet in aanmerking komt voor revalidatie. In dit geval kan er een definitieve plek gezocht worden in het verpleeghuis op een somatisch of geriatrische afdeling.

Verpleeghuisaanvraag

Bij de verpleeghuisaanvraag is er altijd een gesprek met de maatschappelijk werker. Hierin wordt de procedure besproken, het verpleeghuis van voorkeur komt aan bod, maar ook de overbruggingszorg is een belangrijk onderwerp. De meeste patiënten worden niet direct opgenomen in het verpleeghuis van eerste voorkeur. Dit heeft te maken met de lange wachtlijsten.

Tips voor partners en naasten

  • richt u niet te lang op het wegnemen van het probleem, maar leer ermee om te gaan
  • richt uw aandacht op wat uw partner nog wel kan
  • vraag niet te veel van uw partner

  • wees alert op eigen gezondheidsproblemen
  • boosheid, irritatie of ongeduld zijn normale emoties en hebben niets te maken met tekortschieten in uw nieuwe rol

  • neem uw partner op een respectvolle manier in bescherming tegen de buitenwereld
  • als uw partner zich ongewenst gedraagt in een bepaalde situatie, bespreek dan zijn gedrag buiten die situatie, maar wel zo snel mogelijk daarna

  • houd rekening met een trager tempo van informatieverwerking bij uw partner
  • controleer of uw partner de aangeboden informatie opneemt en opslaat

  • ga zelf niet mee in de emotie van uw partner, maar probeer rustig te blijven
  • geef uw partner ruimte om zijn emoties te uiten wanneer deze veroorzaakt worden door confrontatie met zijn beperkingen