Borstverkleining

Zware en/of hangende borsten kunnen rug-, schouder- en/of nekklachten veroorzaken. Dit heet mammahypertrofie. Met een borstverkleining kunnen we de klachten verminderen. Ook een grootteverschil tussen beide borsten kunnen we met een borstoperatie verhelpen.

Wat is mammahypertrofie?

Mammahypertrofie betekent dat de borsten zodanig groot zijn, dat u er last van heeft. Last kan zijn pijn in rug, schouders of nek en bewegingsvrijheid bij sporten of werk. Bij een borstverkleining verwijderen we overtollig borstklierweefsel. Na de operatie zullen de borsten kleiner en steviger zijn, maar heeft u blijvende littekens.

Het aanpassen van de grootte kan ook een oplossing zijn als er meerdere cupmaten verschil tussen beide borsten is. Het is niet altijd mogelijk om de borsten volledig gelijk te maken. De vorm en gevoeligheid van de tepels kunnen anders zijn dan voor de operatie.

Voor behandeling van mammahypertrofie

Koop voor uw opname een sportbeha met uw nieuwe cupmaat. Deze neemt u mee naar de operatie. Zorg ook voor pyjama’s met een voorsluiting. Dat is makkelijker bij het verzorgen van de operatiewond. De oksels moeten haarloos zijn. U mag de avond voor de operatie zelf ontharen.

Rookt u? Dan heeft u meer kans op complicaties. Stop daarom (tijdelijk) met roken vanaf enkele weken voor de operatie tot drie weken na de operatie.

Heeft u overgewicht? Het is beter om voor de operatie af te vallen. Doet u het na de operatie, dan kunnen de borsten weer verslappen.

Tijdens de behandeling

Uw plastisch chirurg komt voor de operatie langs om een werktekening op uw borsten te maken. U kunt dan ook vragen stellen. De chirurg haalt op basis van de tekening weefsel weg aan de onderzijde van de borsten. Hij verplaatst de tepel en de tepelhof naar boven en verkleint de tepelhof. De borstverkleining duurt ongeveer 90 minuten en is onder algehele narcose.

Borstvoeding

Het is mogelijk na een borstoperatie borstvoeding te geven. Want bij het verplaatsen van de tepel en de tepelhof blijft een groot deel van de melkgangen onbeschadigd. Het klierweefsel moet dan wel voldoende melk vormen. Soms is het nodig de melkgangen door te snijden. Dan kunt u geen borstvoeding meer geven. U overlegt met uw plastisch chirurg welke methode het beste bij u past.