Borstvoeding
- ${title}
Borstvoeding
In Ziekenhuis Gelderse Vallei ondersteunen wij u als (aanstaande) ouders wanneer wenselijk tijdens de zwangerschap bij het maken van de voedingskeus en na de bevalling bij het voeden van uw pasgeboren baby. Bijvoorbeeld door middel van borstvoeding.
Web Content Viewer
- ${title}
Borstvoeding/moedermelk is doorgaans de meest optimale voeding voor uw pasgeboren baby. Het biedt gezondheidsvoordelen voor zowel moeder als kind. Op deze pagina vindt u beknopt wat belangrijke informatie over borstvoeding. Onderaan vindt u de linkjes naar verschillende folders en filmpjes met meer informatie.
Web Content Viewer
- ${title}
Voordelen van borstvoeding
Moedermelk biedt vele gezondheid voordelen voor moeder en kind. Moedermelk biedt onder andere de baby actieve bescherming tegen infecties (zoals maag-, darm-, en luchtweginfecties en middenoorontstekingen) en werkt beschermend tegen het ontstaan van allergieën. Op de langere termijn zorgt borstvoeding voor een kleinere kans op suikerziekte, hart- en vaatziekten, overgewicht / obesitas en diabetes. Voor de moeder vermindert langdurig voeden de kans op borstkanker en botontkalking op latere leeftijd.
Huid-op-huidcontact direct na de geboorte
Indien uw conditie en de conditie van uw kind het toelaat, krijgt u na de bevalling direct de gelegenheid om ongestoord kennis te maken. Een op tijd geboren gezonde baby zal doorgaans circa 9 fases doorlopen om tot de eerste drinkervaring aan de borst of fles te komen. Ongestoord huidcontact ondersteunt dit proces. De baby blijft idealiter dan ook tot na de eerste voeding en eventueel zelfs tot na de tweede voeding bloot op uw buik (ook na een keizersnede). Huid-op-huidcontact biedt veel gezondheidsvoordelen voor uw baby en voor het starten met borstvoeding geven.
Begeleiding bij borstvoeding
Als u borstvoeding wilt geven, begeleiden wij u direct na de bevalling bij het aanleggen van uw kindje om de borstvoeding goed op gang te helpen. Onze verpleegkundigen werken volgens de internationale principes van de Vijf standaarden/Tien vuistregels van WHO/UNICEF.
Unicef en de WHO zijn ervan overtuigd dat de gezondheidszorg en in het bijzonder de pre- en postnatale zorg, een grote invloed uitoefenen op het welslagen van de borstvoeding. Als vervolg op de gedragscode van 1981 zijn in 1990 op internationaal niveau de volgende tien uitgangspunten geformuleerd voor een goed borstvoedingsbeleid:
Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen ervoor zorg te dragen dat:
- Zij een beleid t.a.v. borstvoeding op papier hebben, dat standaard bekend gemaakt wordt aan alle betrokken medewerkers.
- Alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid.
- Alle zwangere vrouwen voorgelicht worden over de voordelen en de praktijk van het geven van borstvoeding.
- Moeders “binnen een uur” na de bevalling geholpen worden met borstvoeding geven.
- Aan (aanstaande) moeders uitgelegd wordt hoe ze hun baby moeten aanleggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden.
- Pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie.
- Moeder en kind dag en nacht bij elkaar op een kamer blijven.
- Borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd.
- Aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen gegeven wordt.
- Borstvoedingsbegeleidingsgroepen (moedergroepen) gevormd kunnen worden en dat (aanstaande) moeders bij het beëindigen van de zorg naar deze groepen verwezen worden.
De World Health Organisation (WHO) adviseert exclusief borstvoeding in de eerste zes maanden na de bevalling voor betere gezondheidsuitkomsten voor moeder en kind. Zo ook het Voedingscentrum. Nadelige effecten van bijvoeden met kunstvoeding kunnen zijn:
- Er ontstaat onzekerheid over de hoeveelheid/kwaliteit van de moedermelk (meer vertrouwen in kunstvoeding).
- De baby wordt op een manier gevoed die technisch anders is dan het drinken aan de borst.
- Kunstvoeding wordt minder makkelijk verteerd door het maagdarmstelsel:
-
- de baby is langer verzadigd waardoor hij minder frequent/effectief/hoeveelheid drinkt aan de borst en de moedermelk productie minder stimuleert
- meer kans op een hoog bilirubine gehalte (geelzien). Juist moedermelk en in het bijzonder colostrum, zorgt voor een goede stoelgang waardoor goede afbraak bilirubine
- Minder goede glucosewaarden als de baby meer kunstvoeding/minder moedermelk krijgt.
- Meer kans op ziekte en infectie bij de baby. Kunstvoeding bevat namelijk veel minder (diverse) voedingsstoffen dan moedermelk en geen antistoffen.
- Een reactie bij de baby op het eiwit in de kunstvoeding. Kunstvoeding wordt namelijk gemaakt van koeienmelk. Koemelkeiwit is een niet lichaamseigen stof.
De noodzaak van bijvoeden:
De Tien Vuistregels van WHO/UNICEF gaan over borstvoeding (bevorderen), kolven en bijvoeding (voorkomen en starten). Wanneer er een medische indicatie is om bij te voeden en wanneer er ontoereikend moedermelk beschikbaar is moet het gebruik van kunstvoeding zorgvuldig maar zeker starten. Ook te weinig voeden heeft namelijk vergelijkbare en andere (mogelijk ernstiger) nadelen.
In sommige situaties is er meer kans dat uw baby na de bevalling moet worden bij gevoed, bijvoorbeeld omdat:
- er meer kans is dat uw productie wat later op gang komt. Bijvoorbeeld omdat u bekend bent met het Poly Cysteus Ovarium Syndroom, een verhoogd BMI of diabetes mellitus of omdat u een keizersnede krijgt
- u een verhoogde kans heeft op een (te) lage melkproductie. Bijvoorbeeld omdat u een borstoperatie heeft ondergaan, de productie na een eerdere bevalling (te) laag bleef of u bent bekend met Insufficient Glandular Tissue (onderontwikkelde borsten)
- u gaat bevallen van een baby die binnen het protocol “Glucosecontroles pasgeborenen” valt
- u een meerling verwacht of een baby waarbij het zelf drinken wellicht een uitdaging zal zijn. Bijvoorbeeld door een schisis of aandoeningen waarbij weinig energie en/of spiertonus verwacht wordt
Om bijvoeden met kunstvoeding te voorkomen of beperken, kolven sommige aanstaande moeders tijdens hun zwangerschap al wat colostrum af. Hierover leest u meer in de folder antenataal kolven. Om na te gaan of dit in uw situatie een optie is, kunt u overleggen met uw zorgverlener.
Algemene vragen
Voor algemene vragen tijdens de zwangerschap of na de bevalling, met betrekking tot het geven van borstvoeding, kunt u in eerste instantie terecht bij:
- uw arts/verloskundige
- uw kraamverzorgende of verpleegkundige
- uw consultatiebureau
- de website of vrijwilligers van La Leche League
De contactgegevens van de vrijwilligers staan op de website. U kunt ook zelf contact opnemen met een (zelfstandige) lactatiekundige.
Lactatiekundige
De meeste ouders ondervinden weinig problemen bij het geven van borstvoeding. Soms zijn er echter omstandigheden waarbij extra hulp en advies nodig is. In zo’n situatie kan de lactatiekundige met haar specialistische kennis hulp bieden.
Een lactatiekundige geeft voorlichting en advies over borstvoeding bij:
- problemen bij het aanleggen van de baby
- het weigeren van de borst, pijnklachten
- (terugkerende) borstontsteking
- onvoldoende melkproductie
- onvoldoende groei van de baby
- vroeggeboorte
- ziekte of handicap bij moeder of baby
- (relactatie) weer beginnen met borstvoeding geven na een periode van geen borstvoeding (meer) geven
- overige problemen
Hier vindt u meer informatie over verwijzing, verzekering en een vergoedingenoverzicht.
Bereikbaarheid lactatiekundige Ziekenhuis Gelderse Vallei
Komt u er met eerdergenoemde zorgverleners (onder 'algemene vragen') niet uit en heeft u problemen met het geven van borstvoeding? Neem dan contact op met onze lactatiekundige. Zij is vaak op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag aanwezig tussen 8.00uur en 15.00uur voor cliënten die opgenomen zijn in Ziekenhuis Gelderse Vallei.
Zij is bereikbaar op (0318) 43 47 63. De lactatiekundige is niet in de gelegenheid om een uitgebreid behandelplan met u te maken en te evalueren of om een huisbezoek te doen maar kan wel met u meedenken voor de korte termijn en u doorverwijzen naar een vrijgevestigde lactatiekundige.
WHO-code
De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een 'Internationale code voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk' afgesproken. Dit betekent dat u als ouders zelf mag kiezen voor de voeding van uw kind, zonder beïnvloeding van commerciële partijen. Dankzij deze WHO-code mag er in Nederland geen reclame voor babyvoeding onder 6 maanden worden gemaakt.
Soms is het medisch noodzakelijk om uw baby bij te voeden. Wij werken om die reden samen met bedrijven die zich niet altijd aan de WHO-code houden, door gebruik te maken van hun producten.
De WHO-code wil:
- borstvoeding beschermen en bevorderen
- dat ouders de juiste en voldoende voorlichting krijgen
- dat vervangingsmiddelen voor moedermelk - wanneer nodig - juist worden gebruikt
- dat richtlijnen voor de verkoop van en reclame voor babyvoeding worden nageleefd
De WHO code is in het Nederlands te lezen.
Web Content Viewer
- ${title}
Voorlichting over borstvoeding
Onder de kop 'Folders' op deze pagina vindt u alle (borstvoeding) gerelateerde folders.
Op de website van het voedingscentrum vindt u de volgende miniserie:
- voorbereiden op borstvoeding
- starten met borstvoeding
- borstvoeding en kolven
- borstvoeding en werken en daarna nog het filmpje
- borstvoeding geven: hoe werkt het?
Voor laagdrempelig contact en het uitwisselen van ervaringen kunt u terecht in het borstvoedingscafe. Het is altijd een deskundige aanwezig.
Instructievideo afkolven met uw eigen handen
Kijk hier de video over afkolven met uw eigen handen tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding in Ziekenhuis Gelderse Vallei
Web Content Viewer
- ${title}