Insulinepomptherapie diabetes

De behandeling van diabetes mellitus bestaat onder meer uit het toedienen van insuline. Insuline kan via een insulinepomp toegediend worden. Een insulinepomp is geschikt voor een kleine groep patiënten. Het diabetesteam beoordeelt of u wel- of niet in aanmerking komt voor deze behandeling.

Hoe werkt een insulinepomp?

Een insulinepomp geeft regelmatig een kleine hoeveelheid (snelwerkende) insuline af. Door de regelmatige afgifte blijft de glucosewaarde over het algemeen stabieler dan bij langwerkende insuline via een injectiepen.

De pomp kan zo worden ingesteld dat de standaard insulineafgifte per uur verschilt. Ook kan deze een extra dosering insuline geven voor de maaltijd. U heeft dus geen injectiepen meer nodig. Voor meer informatie over insuline: zie insuline behandeling.

Therapie vraagt tijd en inzet

Om insulinepomptherapie een goede kans van slagen te geven, is het zeker bij de aanvang van de therapie van belang dat u hier veel tijd en aandacht aan besteedt. Het is een misverstand dat de diabetes door de pomp zelf wordt gereguleerd.

De insulinepomp is een klein apparaatje dat u bij u draagt aan een riem, onder uw kleding of op het lichaam. De meeste pompen zijn verbonden aan een slangetje en een dun naaldje. Dat laatste zit onder de huid van de buik. Het apparaat heeft vaak een afstandsbediening om het gebruik nog gemakkelijker te maken. De pomp onthoudt hoeveel insuline is afgegeven, zodat dit achteraf via de computer kan worden bekeken. Als de pomp niet goed werkt, geeft deze een waarschuwingssignaal.

Indicaties en voorwaarden bij gebruik van insulinepomp

Een insulinepomp is dus een computergestuurd apparaatje voor continue onderhuidse toediening van snelwerkende insuline. In het Engels wordt het ook wel CSII genoemd: continuous subcutaneous insulin infusion.

De doelstelling van CSII (insulinepomptherapie) is verbeterde instelling van de diabetes mellitus en een verhoging van de kwaliteit van leven.

Indicaties voor CSII

  • matig tot slechte diabetesregulatie ondanks intensieve insulinetherapie
  • nuchter hoge bloedglucosewaarden, waarbij ophogen van de basale insuline leidt tot hypoglycaemieën
  • onverklaarbare schommelingen in de bloedglucosewaarden
  • hypo-unawareness
  • zwangerschap of de wens daartoe
  • motivatie/wens van de patiënt

Contra indicaties voor CSII

  • onvoldoende gezichtsvermogen
  • onvoldoende handvaardigheid
  • onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
  • allergische reactie op pompnaald en/of katheterpleisters

Voorwaarden voor CSII

  • zelfcontrole, minimaal 4 keer per dag
  • voldoende kennis, inzicht en vaardigheden met betrekking tot ziektebeeld
  • verantwoordelijkheidsgevoel
  • gemotiveerd zijn
  • regelmatig bezoek aan internist en diabetesverpleegkundige

Mogelijke voordelen van insulinepomptherapie

  • optimaliseren van de diabetesregulatie
  • minder schommelingen in de bloedglucosewaarden
  • minder hypoglycaemieën
  • flexibelere levensstijl
  • minder injecties door een toedieningssysteem voor 2 tot 3 dagen

Mogelijke nadelen van insulinepomptherapie

  • kans op ontregeling bij pomp-/katheterproblemen
  • littekens door de pompnaald
  • sociaal-psychologische problemen door het afhankelijk zijn van een insulinepomp

Soorten insulinepompen

Er zijn verschillende soorten insulinepompen: zowel met een infuusslangetje als draadloze. U kunt de opties met de diabetesverpleegkundige bespreken. De meeste pompen zijn waterdicht zodat u deze niet hoeft los te koppelen bij het douchen of zwemmen.