Monitoring IC

Op de intensive care (IC) houden wij de lichamelijke situatie van onze patiënten steeds goed in de gaten. We controleren belangrijke waarden. We noemen dit monitoren. Het resultaat zetten we in het elektronisch zorg dossier. Zo weten we altijd hoe het met de patiënt gaat.

Waarden controleren

De belangrijkste waarden die wij controleren, zijn:

  • bloeddruk
  • hartfrequentie en hartritme
  • zuurstof in het bloed
  • vochtbalans
  • urineproductie

Het beeld van de monitor

Bloeddruk

De bloeddruk in het lichaam zorgt ervoor dat alle organen genoeg bloed en zuurstof krijgen. Als mensen ziek zijn, kan het lichaam vaak geen goede bloeddruk geven. De organen kunnen dan in de problemen komen.

Op de IC meten we de bloeddruk op twee manieren:

  • via een bloeddrukband (oranje getallen op de monitor)
  • via een zogenaamde arterielijn (rode getallen op monitor): hiermee kunnen we iedere seconde de bloeddruk meten en daardoor sneller ingrijpen, mocht dit noodzakelijk zijn

Hartfrequentie en hartritme

De hartfrequentie geeft aan hoeveel slagen het hart per minuut maakt. De groene lijn bovenin laat het hartritme zien.

Zuurstof in het bloed

We meten hoeveel procent van de cellen in het bloed verzadigd zijn met zuurstof. Dit heet saturatie (blauwe getallen). Bij een lage saturatie krijgt het lichaam te weinig zuurstof. We passen dan de hoeveelheid toegediende zuurstof aan. Daardoor kunnen we de saturatie weer binnen de normaal waarden krijgen.

Vochtbalans

We houden bij hoeveel vocht iemand binnen krijgt en hoeveel vocht het lichaam verlaat. Zo weten we of het lichaam te veel vocht vasthoudt of uitscheidt. Bij veel ziektes is de vochtbalans verstoord. We grijpen dan in met medicijnen.

Urineproductie

Als het lichaam te weinig urine produceert, kan dit betekenen dat de nieren niet goed werken. Daarom houden we de urineproductie goed in de gaten. De hoeveelheid urine die het lichaam produceert, is ook belangrijk bij het bepalen van de vochtbalans.