Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
NOAC (antistolling)
NOACs zijn Nieuwe Orale AntiCoagulantia of wel antistollingsmiddelen waarvoor u niet naar de trombosedienst hoeft. Antistollingsmiddelen zijn medicijnen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
NOACs worden voorgeschreven bij atriumfibrilleren, maar ook bij mensen met een longembolie of trombosebeen.
Voorbeelden van deze medicijnen zijn:
- Dabigatran (Pradaxa)
- Rivaroxaban (Xarelto)
- Apixaban (Eliquis)
Edoxaban (Lixiana)
Hiervan gebruikt u dagelijks een vaste dosering. NOACs moeten tijdens het eten worden ingenomen in verband met het risico op het aantasten van het maag/darmslijmvlies.
Web Content Viewer
Component Action Menu- ${title}
Voordelen
De belangrijkste reden voor het geven van een NOAC is de bescherming tegen een stolsel. De kans op een ernstige bloeding is mogelijk lager dan bij het gebruik van tabletten van de trombosedienst.
Het heeft ook praktische voordelen:
- u hoeft niet geprikt te worden voor controle van de bloedwaarde van antistolling, omdat deze bloedwaarde constant is
- u krijgt elke dag dezelfde dosis
- als u een operatie of andere ingreep moet ondergaan, kunt u in overleg met uw behandelaar kortdurend stoppen met NOAC. Als u weer mag starten met het medicijn, is het weer snel ingewerkt.
Nadelen
Een nadeel van een NOAC is dat bij een ernstige inwendige bloeding er nog geen middel is om de antistollende werking van de NOAC direct te stoppen. Gelukkig komen deze situaties weinig voor. Bovendien verliezen NOACs hun werking geleidelijk als er geen nieuwe dosis wordt ingenomen en kan een eventuele operatie 12 tot 24 uur na de laatst ingenomen tablet wel plaatsvinden.
Ook kunnen er stollingsstoffen via een infuus worden toegediend waardoor het bloed weer stolbaar wordt. voor één van de NOACs (Pradaxa) is wél een middel beschikbaar om de werking direct te stoppen. Voor de andere drie NOACs volgt dit op korte termijn.
Bijwerkingen
Door antistollingsmedicijnen kunnen bloedingen ontstaan. Dit risico is met geen enkel middel volledig weg te nemen. Let daarom altijd op het ontstaan van buikpijn, maagpijn, bloed bij de ontlasting of zwarte ontlasting (dit laatste wijst op bloedverlies in de maag) en op het ontstaan van grote blauwe plekken of bloedverlies elders.
Medicijnen die het risico op een bloeding verhogen zijn: Diclofenac, Ibuprofen, Naproxen, Aleve, Advil, Aspirine, APC, Arthrotec. Zij hebben een slechte invloed op het maagdarmslijmvlies waardoor sneller bloedingen kunnen ontstaan. Neem deze niet in. Paracetamol is wel toegestaan.
Neem bij een bloeding altijd contact op met de huisarts of huisartsenpost. Neem uw bloedverdunner nog niet in en bespreek eerst met de arts wat u het beste kan doen.
Overige bijwerkingen
- slokdarmklachten
- maagklachten
- hoofdpijn
- jeuk
Gaat de bijwerking niet over binnen twee weken of u twijfelt, neem dan contact op met de voorschrijvend arts.
Adviezen
- Stop nooit zomaar met antistollingsmiddelen, welke u ook gebruikt. Neem de medicatie altijd in, op het juiste tijdstip en de juiste tijd, de juiste hoeveelheid, anders bent u niet beschermd.
- Neem de medicatie in met eten.
- Geef altijd door aan uw tandarts en arts dat u een bloedverdunner gebruikt, ook bij een opname in het ziekenhuis. Doe het kaartje dat u ontvangt in uw portemonnee.
- Raadpleeg uw arts als u veel last heeft van bijwerkingen.
Controle
Ieder jaar krijgt u een controle van de nier- en leverfunctie om te zien of uw lichaam de tabletten goed kan verwerken. Zo bepaalt de arts of er aanpassing van de dosering moet plaatsvinden.
Heeft u een verminderde nierfunctie en/of u bent ouder dan 75 jaar, dan wordt bij u 2 maal per jaar de nier- en leverfunctie gecontroleerd.