Sondevoeding

Een sonde is een dun slangetje waarmee vloeibare voeding wordt toegediend. Een sonde kan ingebracht worden via de neus.

Een sonde kan ook via de huid rechtstreeks in de maag worden geplaatst. Dit wordt een PEG-sonde genoemd. Indien de sonde rechtstreeks in de dunne darm zit, spreken we van een PEJ-sonde.

Wanneer is sondevoeding nodig?

  • bij ernstige slikstoornissen
  • bij ondervoeding voorafgaand aan een operatie of behandeling, waarbij het niet lukt om via een andere weg in een goede voedingstoestand te komen
  • bij andere lichamelijke aandoeningen waarbij normaal eten onvoldoende of niet lukt

Uw behandelend arts verwijst u naar de diëtist en voedingsverpleegkundige.
De diëtist inventariseert uw voedingsbehoefte. Wanneer sondevoeding nodig is, krijgt u een verwijzing naar de voedingsverpleegkundige.
 
De voedingsverpleegkundige bekijkt welke sonde het best bij u past en informeert u over de toediening van sondevoeding. Zij is ook aanspreekpunt bij vragen tijdens uw behandeling.