Stoma complicaties

Een stoma kan verschillende soorten complicaties geven. Op deze pagina vindt u een overzicht van de complicaties en situaties waarin u contact moet opnemen met uw stomaverpleegkundige of arts.

Wanneer u stoma een beetje bloedt tijdens de verzorging, hoeft u zich daar geen zorgen over te maken. Het slijmvlies van het stoma is teer weefsel dat snel bloedt. U kunt even een koud nat gaasje op de stoma leggen of wat hydrocoloïdpoeder op het wondje doen.

Kleine poliepjes of oneffenheden op de stoma kunnen regelmatig bloeden. De stomaverpleegkundige kan deze plekjes aanstippen. Wanneer u plotseling veel bloed in uw ontlasting heeft, moet u uw huisarts of specialist

Wanneer de buik onder de stoma verandert in een bult kan er sprake zijn van een breukje in de spierlaag van de buikwand. Een uitstulpende bult rondom het stoma kan wijzen op een parastomale hernia (stomabreuk). Als het stoma langer is dan normaal of meer uitstulpt kan dat wijzen op een prolaps. U hoeft zich niet direct zorgen te maken wanneer de kleur van het stoma onveranderd is (rozerood). Wanneer de productie normaal is, u geen pijnklachten heeft en het opvangmateriaal goed aan te brengen is en goed blijft zitten, hoeft u niet direct een stomaverpleegkundige of arts te raadplegen. U kunt wachten tot u reguliere afspraak. Neem bij twijfel contact op met de stomaverpleegkundige voor advies.

Wanneer bij de operatie het laatste deel van de darm naar de anus toe niet verwijderd is, dan is het normaal dat u iets slijm verliest. De darm is bekleed met slijmvlies, die wat darmslijm blijft produceren. Dit slijm kan een sterk gevoel van aandrang geven. Het darmslijm hoort geurloos te zijn en transparant, wittig tot licht geel van kleur.

Vlak na de operatie kan het oude resten of bloed bevatten. Per persoon kunnen de klachten verschillen van dagelijks veelvuldig slijmverlies tot één keer per week of per maand een kleine hoeveelheid. Het is altijd verstandig om bij overmatig slijmverlies uw behandelend specialist of de stomaverpleegkundige te informeren. 

Stomadragers met een colostoma kunnen net als mensen zonder stoma last krijgen van diarree. De maatregelen hiervoor verschillen niet. Wel is het handig om leegbare zakjes achter de hand te hebben. Bij diarree is het belangrijk ruim te blijven drinken. Houden de klachten aan, raadpleeg dan uw huisarts.

Bij stomadragers met een ileostoma is er meestal sprake van dunne ontlasting. Wanneer de productie toeneemt is het van belang de basisregel te blijven hanteren. De basisregel is: leeg u zakje bij 1/3 vulling en gebruik per keer legen één glas drinken extra.

Vul bij de volgende maaltijd zoveel gram zout aan als het aantal keren dat u uw zakje geleegd hebt. Dus wanneer u tussen middagmaaltijd en het avondeten twee keer uw zakje geleegd hebt, moet u tijdens de avondmaaltijd twee gram zout gebruiken. Als een stomazakje meer dan zeven keer per dag geleegd moet worden, dan is de productie te hoog. Indien dit een keer voorkomt, is dit niet echt een probleem. Gebeurt dit meerdere dagen na elkaar, dan spreken we van een high output stoma of wel een stoma met een te hoge productie. Goede adviezen over voeding, vocht en medicijngebruik kunnen dan helpen. Lukt het niet om het vocht en zoutverlies op deze wijze aan te vullen, bijvoorbeeld omdat u moet braken, raadpleeg dan uw stomaverpleegkundige of huisarts.

Te dunne ontlasting kan verschillende oorzaken hebben:

  • de plaats van het stoma op de darm
  • de darm werkt nog niet voldoende na een operatie
  • onvoldoende voedselinname
  • te veel of juist te weinig vezelgebruik
  • obstipatie en moeizame doorgang in de darmen
  • voedselvergiftiging of ziekte
  • medicijngebruik

Is de dunne ontlasting het gevolg van een verandering in voeding, in uw dagelijkse routine of vochtinname? Misschien kan het onderstaande u helpen: Eet magere producten, beperk melkproducten, vruchtensappen en frisdranken. Gebruik extra zout, bijvoorbeeld extra bouillon. Probeer kleine maaltijden en tussenmaaltijden te eten van brood, beschuit of crackers Raadpleeg bij een ileostoma met een ‘langdurige’ te hoge stomaproductie van meer dan één liter per 24 uur, uw stomaverpleegkundige.

Gasvorming is per persoon verschillend. Wanneer u voor de operatie altijd al veel last van winderigheid had, dan is dat na de operatie niet veranderd. Gasvorming kan ook het gevolg zijn van snel eten (stress), praten tijdens het eten, drinken van koolzuurhoudende drank, roken, en gebruik van kauwgum. Daarnaast kunnen voedingsmiddelen zoals uien, knoflook en koolsoorten bijdragen aan meer gasvorming.

Gasvorming kan ook een teken zijn dat de darmbacteriën niet in balans zijn. Het kan zinvol zijn om een paar weken probiotica, samengesteld van meer soorten goede bacteriën uit te proberen. Informatie hierover kunt u krijgen van de stomaverpleegkundige.

Het gebruik van kruiden kunnen gasvorming verlichten. Kruiden die vaak genoemd worden zijn: anijs, dille, koriander, venkel, kummel (karwijzaad), lavas (maggiplant) gember, bonenkruid, kurkuma (geelwortel), tijm, rozemarijn, salie en komijn. U kunt hiermee experimenteren door de kruiden aan uw maaltijd toe te voegen. Het gebruik van speciale kruidentabletten wordt afgeraden.

Strijk bij geuroverlast bijvoorbeeld na het legen van een zakje of ontluchten van het zakje in het toilet een lucifer af en blaas deze direct weer uit. Karnemelk drinken kan ook geurneutraliserend werken.

Bij urinestomadragers kan het eten van sommige voedingsmiddelen, zoals vis, de urine tijdelijk een andere geur geven. Gasvorming kan ook een teken zijn van opstoppingen van de ontlastingstroom. Bijvoorbeeld bij obstipatie of wanneer er een breukje ontstaan is in de buikwand. Dit gaat dan ook gepaard met een wisselend ontlastingspatroon. Neem zo nodig contact op met de stomaverpleegkundige.

Wanneer de stoma goed is ingegroeid in de huid, komen er weinig bacteriële of virale infecties voor. Wast u goed uw handen voordat u uw stoma verzorgt. Omdat de huid door de huidplaat wordt afgesloten, kan er bij verminderde weerstand gemakkelijk een schimmelinfectie ontstaan. Heeft u veel jeuk onder en rond uw huidplaat, neem dan contact op met uw stomaverpleegkundige.

Lekkage is een veelvoorkomend probleem met vaak vervelende gevolgen. Naast bevuilde kleding of beddengoed, kan de stomaproductie op de huid huidirritatie veroorzaken. Er is al sprake van lekkage als er ontlasting of urine tussen de huidplaat en de huid komt. Dit kan een jeukend tot branderig gevoel geven. Controleer bij het verwijderen van de huidplaat daarom de achterzijde van de verwijderde huidplaat. Raadpleeg bij het geregeld optreden van lekkages de stomaverpleegkundige.

Wat kunt u zelf doen?

  • controleer de achterzijde van de huidplaat
  • controleer de huid rondom de stoma; ziet de huid er hetzelfde uit als de rest van de huid op uw buik?
  • controleer de (te knippen) opening in de huidplaat; de juiste opening is 1 mm ruimer dan de stoma zelf
  • voorkom dat u plakt op het vochtige stomaslijmvlies
  • controleer of er lucht en ruimte in het zakje aanwezig is

Pancaking is een veel voorkomend probleem bij colo- en ileostomadragers. Bij pancaking is er sprake dat de ontlasting niet in het stomazakje zakt, maar als een prop op de stoma blijft staan. Door de kleding en het ontluchtingsfilter wordt de lucht uit het zakje en het zakje vlak gedrukt. Hierdoor ontstaat in het zakje een vacuüm en kleven de plastic folielaagjes aan elkaar.

In het zakje is dan geen ruimte voor de ontlasting en hierdoor kunnen eerder lekkages ontstaan. Oplossingen zijn er op gericht iets lucht in het zakje te houden. De eerste tip is: probeer of het afplakken van het ontluchtingsfilter met de stickertjes uit de doos van de opvangzakjes helpt. 

Een uitstulpende bult rondom het stoma kan wijzen op een parastomale hernia (stomabreuk). Als het stoma langer is dan normaal of meer uitstulpt kan dat wijzen op een prolaps. U hoeft zich niet direct zorgen te maken wanneer de kleur van het stoma onveranderd is (rozerood). Wanneer de productie normaal is, u geen pijnklachten heeft en het opvangmateriaal goed aan te brengen is en goed blijft zitten, hoeft u niet direct een stomaverpleegkundige of arts te raadplegen.

Neem bij twijfel contact op met de stomaverpleegkundige voor advies. Bij een parastomale hernia is het belangrijk dat het stomaopvangmateriaal soepel is. Hierdoor kan het de steeds veranderende buikvorm goed volgen. Zowel bij een parastomale hernia als bij een prolaps moet het gebruik van huidplaten met een bolling (convex) zoveel mogelijk vermeden worden. Om klachten van een parastomale hernia of prolaps zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk na de buikoperatie rustig aan te doen en de volgende activiteiten te vermijden:

  • stofzuigen
  • duwen winkelwagen, kinderwagen en rolstoel
  • tillen boven de 5 kilo
  • ramen lappen
  • zwaar sporten
  • grasmaaien of tuin omspitten
  • meubels verplaatsen

Stomasteunbandage of broek

Bij een stomabreukje (parastomale hernia) kan de stomaverpleegkundige adviseren een bandage om de buik en over het stomamateriaal te dragen. Deze wordt dan voor u besteld bij de leverancier van uw stomamateriaal. Het is raadzaam om overdag bij uw activiteiten deze band/broek te dragen. Wanneer u regelmatig zwaar werk doet dan kan het dragen van een steunband wat extra ondersteuning geven en mogelijk een breukje helpen voorkomen. De steunbandage (per band vanaf € 40,-) wordt dan niet vergoed door uw verzekeraar. 

De eerste weken na aanleg van een stoma kan de huid gevoelig of pijnlijk zijn bij verwisselen van het materiaal. Deze klachten nemen vanzelf af. Veel stomadragers met een ileostoma geven aan dat het randje huid direct om de stoma pijnlijk en branderig aan kan voelen. Dit ontstaat doordat de huid in contact komt met de ontlasting en de huidplaat vaak direct om de stoma iets oplost.

Dit probleem kan verlicht worden met hydrocoloïdpoeder, een iets dikkere huidplaat, pasta of een pastaringetje. Het is ook belangrijk het zakje regelmatig en tijdig te legen. Gebruik geen crèmes, poeder, pasta of zalven onder uw huidplaat zonder voorschrift van de stomaverpleegkundige en/of arts. Wanneer er regelmatig ontlasting aan de achterzijde van de huidplaat komt, waardoor de huid pijnlijk is of rood wordt, neem dan contact op met stomaverpleegkundige.

Als een stomazakje meer dan 7 keer per dag geleegd moet worden, dan is de productie te hoog. Indien dit 1 keer voorkomt, is dit niet echt een probleem. Maar gebeurt dit meerdere dagen na elkaar, dan spreken we van een high output stoma of wel een stoma met een te hoge productie. Goede adviezen over voeding, vocht en medicijngebruik kunnen dan helpen.

Urostoma
Bij een urostoma kan door slijmophoping soms verstopping optreden. De stoma produceert geen urine en er ontstaat een pijnlijk gevoel in de rug/flanken. Neem in deze situatie contact op met stomaverpleegkundige of de polikliniek urologie. Belt u buiten kantooruren met de huisartsenpost. Urinestomadragers kunnen door ruim te drinken, deze verstoppingen voorkomen.

Colostoma
Bij een colostoma is er sprake van een verstopping wanneer er een aantal dagen onvoldoende of geen stomaproductie is en u een vol gevoel heeft. Het advies is om veel te drinken en te bewegen. Wanneer de verstopping aanhoudt, neemt u dan contact op met uw huisarts of stomaverpleegkundige.

Ileostoma
Bij een ileostoma is er sprake van een verstopping wanneer langer dan een halve dag de stomaproductie wegblijft en u een vol gevoel heeft, al dan niet met misselijkheid. Sommige stomadragers met een ileostoma hebben ook een patroon dat dagdelen de stoma niet tot nauwelijks productief is. Zonder de klachten is er dus geen sprake van verstopping. Advies: veel drinken en veel gaan bewegen (bijvoorbeeld wandelen). Buik masseren. Raadpleeg huisarts / stomaverpleegkundige of buiten kantooruren de huisartsenpost.