Slaap

Slaap is een eerste levensbehoefte, net als eten en drinken. Eén van de belangrijkste functies van slaap is het herstel van lichaam en van geest. We slapen ongeveer 1/3 van ons leven. Gemiddeld is dit 25 jaar! Op deze pagina vind je alle belangrijke informatie over slaap.

Slaapproblemen komen veel voor tijdens ziekte en een ziekenhuisopname. Dit kunt u bijvoorbeeld merken doordat u moeite heeft met inslapen of doorslapen, u onrustig slaapt of vroeg wakker wordt. Over het algemeen herstelt de slaap zich vanzelf. 

Als u een korte tijd slaapproblemen heeft, dan kan het lichaam dat goed aan. Ook tijdens uw opname heeft dit geen negatief effect op uw lichamelijke herstel. U kunt een aantal dingen toepassen om uw slaap zo goed mogelijk te beschermen en slaapproblemen niet onnodig lang te laten duren. U leest hier meer over onder 'Slaapadviezen'. 

De slaap staat onder invloed van de biologische klok en de slaapdruk. De slaapdruk stijgt geleidelijk als u wakker bent en neemt af als u gaat. De biologische klok heeft zijn eigen ritme, is overdag actief en minder actief in de nacht. Deze beide processen zorgen ervoor dat u op het juiste moment in slaap kan vallen.


Bekijk hier de video met meer uitleg over slaap. 

In de slaap zijn er verschillende slaapfases te onderscheiden. Lichte slaap, diepe slaap en REM (droom) slaap. Normaal gesproken doorloop je de fasen van slaap in zo’n 1,5 tot 2 uur. Dit noem je een slaapcyclus. Zo’n slaapcyclus doorloop je gemiddeld 4 tot 5 keer per nacht. Het is normaal om aan het eind van die slaapcyclus even wakker te worden. Aan het begin van de nacht bestaat een slaapcyclus vooral uit diepe slaap. Tegen de ochtend wordt de slaap steeds lichter. Je gaat dan meer dromen.

De gemiddelde volwassene heeft een slaapbehoefte van 7,5 tot 8 uur per nacht, maar dit is per persoon verschillend. Met het ouder worden wordt de slaapbehoefte minder. Ook wordt je vaker wakker in de nacht en is er minder diepe slaap.

Bekijk hier de video 'Wat is slaap?'. In de video wordt uitgelegd hoe de normale slaap verloopt. 

Slaapadviezen

Heeft u last van slaapproblemen? Probeer dan onderstaande adviezen eens toe te passen. 

Houd tijdens uw opname in het ziekenhuis vast aan een vast slaapwaakritme, bij voorkeur uw ritme van thuis. Gaat u thuis om 22.00 uur slapen? Probeer dat ook in het ziekenhuis te doen. Lukt het niet om uw vaste ritme aan te houden? Overleg dan met de zorgverleners om te kijken hoe u er samen voor kunt zorgen dat u uw slaapwaakritme hetzelfde blijft. Probeer 8 uur nadat u bent gaan slapen wakker te worden. En weer aan de dag te gaan beginnen. 

Uitslapen (ook na een slechte nacht) en dutjes overdag, zorgen ervoor dat de slapeloosheid toeneemt. Probeer dit daarom zoveel mogelijk te voorkomen. Hiermee zorgt u ervoor dat de slaapdruk in de avond hoog genoeg is om goed in slaap te vallen. 

Begin de dag met voldoende licht, open uw gordijnen of vraag aan de verpleegkundige om deze voor u te openen. Dit helpt de biologische klok om wakker te worden.

Probeer overdag zo mogelijk actief te blijven en waar mogelijk te bewegen. Eet bij voorkeur niet in bed, maar ga hiervoor even uit bed. Door overdag actief te zijn, neemt de slaapdruk in de avond ook meer toe. 

Zorg ervoor dat u regelmatig blijft eten. Ontbijt daarom in de ochtend en ga niet met een volle maag naar bed. Uw lichaam blijft dan namelijk nog een tijdje bezig om al uw eten te verwerken en blijft daardoor ook actief. 

Ligt u 's nachts wakker? Ga dan even uit uw bed. Lukt het niet om uit bed te komen? Ga dan even rechtop zitten in bed en doe even een lampje aan. 

Zorg ervoor dat bepaalde factoren uw slaap niet kunnen verstoren. 

  • koffie of zwarte thee: drink dit niet meer in de avond en het liefst 6 uur voor het slapen niet meer
  • lichamelijke klachten: als lichamelijke klachten uw slaap verstoren, bespreek het dan met uw zorgverlener zodat u samen op zoek kunt gaan naar een oplossing
  • geluid en lichtbronnen: gebruik een slaapmasker of oordopjes wanneer u last heeft van geluiden of lichtbronnen die niet te voorkomen zijn
  • op de klok kijken: draai uw wekker of klok om, als u steeds de tijd ziet kan dit voor onrust zorgen

Spanning en stress

Ziekte en een ziekenhuisopname kunnen ervoor zorgen dat u zich zorgen maakt of stress gaat opbouwen. Stress kan de slaap verstoren. De volgende tips kunnen helpen om die stress te verminderen en zo de slaap te verbeteren:

Als u spanning ervaart, is het belangrijk om dit uit te spreken. Zo kan uw zorgverlener of uw naaste uw spanning wegnemen of extra rekening met uw houden. Vaak ervaren mensen ook minder spanning als ze dit uitspreken. 

Blijf in contact met uw familie en vrienden. Zo voelt u zich minder eenzaam en kunt u uw gedachten met hen delen. 

Probeer elke dag 10 minuten stil te staan bij de zorgen die u ervaart. Door deze op te schrijven, kan het ervoor zorgen dat u hier minder mee bezig bent in uw hoofd. 

Heeft u met name in de nacht last van de zorgen in uw hoofd? Bespreek dit dan met de verpleegkundigen die in de nacht werken. Door er samen tijdens de nacht over te spreken, kan het ervoor zorgen dat u daarna weer kunt gaan slapen. 

Het is belangrijk om die methoden toe te passen die u helpen te ontspannen. Wordt u rustig van bepaalde muziek? Zet deze dan op. Helpt het om even tv te kijken of te lezen? Doe dat dan vooral. 

Op onze website staan ook ontspanningsoefeningen die u kunt toepassen.

Merkt u dat bovenstaande tips u niet helpen om te ontspannen? Meld dit dan bij de verpleegkundige. Samen kunnen jullie dan kijken of er professionele hulp nodig is. 

Slaapmedicijnen

Vaak heeft slaapmedicatie maar een beperkt effect als u last heeft van slaapproblemen. Daarnaast geeft het gebruik van medicatie een groot risico op bijwerkingen. Hierbij valt te denken aan:

  • afhankelijk zijn van de medicatie; u kunt niet meer zonder uw slaapmedicatie
  • vermoeidheid overdag
  • vallen

Daarom raden wij het gebruik van slaapmedicatie bij slaapproblemen af.