Deze patiënt bleef mij bij

‘Wij gynaecologen hebben altijd een hoge drempel om een eerste keizersnede te doen. Want je weet dat het consequenties kan hebben voor de bevallingen erna. Maar soms heb je geen andere keus. En als ik weer voor deze situatie zou komen te staan, zou ik opnieuw zo handelen. Maar ik was me wel erg bewust van de gevolgen voor dit stel.

Dit jonge stel had een dramatisch verloop van de eerste zwangerschappen. Haar eerste zwangerschap leek goed te gaan totdat ze bij 41 weken geen leven meer voelde. De baby bleek in de buik overleden. Dat is zo verschrikkelijk. Een mooi voldragen kind en dan ineens geboorte én overlijden, maar ook kraamtijd én rouwperiode tegelijk. De bevalling verliep natuurlijk. In haar tweede zwangerschap was ze afwisselend bij de verloskundige en in het ziekenhuis onder controle. Ik leerde hen kennen toen er geconstateerd was dat ook dit tweede kind in de buik was overleden, nu bij 19 weken. De derde zwangerschap eindigde in een vroege miskraam. Er is steeds weer uitvoerig onderzoek gedaan naar de oorzaak van het overlijden in deze zwangerschappen, maar helaas hebben we deze niet kunnen achterhalen. En dat is zo onbevredigend, want dan weet je ook niet welk risico zij loopt bij een volgende zwangerschap.

Ondanks al deze ellende bleef dit echtpaar ontzettend positief. Dat was echt opvallend. In tijden van groot verdriet zie je vaak verschillende reacties bij mensen zoals boosheid, ongeloof, verwijt, wantrouwen. Bij dit stel bleef er ondanks alles vertrouwen in de toekomst, zij hebben hun optimisme niet verloren, terwijl ze ook realistisch bleven. Het stel hielp elkaar, ze hadden een goed steunend netwerk om zich heen en ook het geloof hielp hen. Zo’n stel dat het beste in elkaar naar boven haalt. Zij straalden dit ook uit, waardoor je als zorgverlener nog meer dan anders het onderste uit de kan wilt halen om hen te helpen.

Pas bij de vierde zwangerschap ging het goed. Gezien hun voorgeschiedenis zag ik ze tijdens deze zwangerschap vaak. Uiteindelijk bleek het kind met 38 weken telkens te draaien in de baarmoeder. Vanwege de voorgeschiedenis hebben we deze bevalling we ingeleid toen het kind met het hoofdje naar beneden lag. Tijdens de inleiding ging het kind toch weer dwarsliggen. Dan sta je voor de keuze: nu een keizersnede en het kind er veilig uit krijgen, of toch proberen het te draaien en verder gaan, met de kans dat het kind weer dwars gaat liggen. Ik vond dit te risicovol en koos voor een keizersnede. Ik besefte heel goed dat dit stel, als dit mogelijk was, graag een groot gezin wilde, en dat door het litteken in de baarmoeder er meer risico zou zijn voor de kinderen hierna. Terugkijkend ga je alles opnieuw overwegen en dacht ik wel eens: was het anders gegaan als we niet hadden gekozen voor de inleiding? Maar ook dit deden we met goede redenen, wel mede bepaald door hun verleden. De keizersnede ging goed en er werd een gezond kind geboren. Zo’n opluchting. Je gunt het ze zo. Ja, dan pink ik samen met de ouders wel een traantje weg.

Dit stel heeft hierna nog twee kinderen gekregen. Beide keren zorgde ik voor de medische begeleiding. Tijdens deze zwangerschappen waren er problemen met de aanleg en ligging van de placenta. Mogelijk als gevolg van de eerdere keizersnede. Hierdoor was er opnieuw een reden voor een keizersnede. Tijdens de laatste zwangerschap hebben we gekozen voor een second opinion in een academisch centrum, omdat de placenta ingegroeid leek. Deze beoordeling was medisch gezien geïndiceerd, maar ook prettig voor mij, want dan kijkt iemand mee. Het risico bleek mee te vallen. Toen de tijd daar was, kwam ik er tijdens een vrije dag graag voor terug om de keizersnede samen met een collega te doen. Alles verliep goed.

Eerlijk gezegd verwacht ik ze nog wel eens terug. Dan zal ik hen weer met veel plezier begeleiden. Ik word als dokter blij van ze. Van hun bewonderenswaardige positieve houding. Dat past goed bij hoe ik graag in het leven wil staan.'

M.C. Spaargaren

De betrokkenen in dit verhaal hebben expliciet toestemming gegeven voor deze publicatie.