Deze patiënt bleef mij bij

‘Als jonge intensivist deed ik het echt anders. Ik hield van de heroïek van het handelen. Op de IC komt het aan op direct handelen. Meteen stabiliseren en prikken, snel intuberen voor de beademing. Nu kies ik vaker eerst voor het gesprek over behandelwensen, tenminste als we de tijd hebben. Mijn ervaring is dat veel patiënten voor zo’n gesprek openstaan. Mensen met een ernstige aandoening hebben beelden, ideeën en wensen voor de laatste levensfase. Als ze die op dat moment nog goed kunnen uiten, kunnen we samen koersen op zinnige én gewenste zorg.'

'Als voorbeeld denk ik meteen aan deze mevrouw met ernstige COPD. Dat is een ernstige longaandoening waarbij langzaamaan verergering optreedt bijvoorbeeld door infecties. Aanvallen worden heftiger, de longen gaan achteruit en de conditie verslechtert zo dat zelfs bewegen of eten moeilijk worden. Uiteindelijk overlijd je aan COPD. Deze mevrouw ziet haar ziektepad helder voor zich. Een krachtige vrouw, die graag zelf keuzes maakt over lijf en leven. Met haar voerde ik op haar verzoek het gesprek over haar behandelwensen. Ik vertelde haar over de medische mogelijkheden. Op de IC nemen we vitale lichaamsfuncties over: beademing, dialyseren, lijnen aanbrengen, medicatie om diep in slaap te blijven. Al die ingrepen doen we om acute problemen op te lossen, niet om de ziekte die eronder ligt te behandelen. Deze mevrouw zei meteen: ‘De IC is voor mij de grens, dit soort ingrijpen wil ik niet’. Dat hebben we vastgelegd. Want wanneer zich acute problemen aandienen, weten ook andere zorgverleners wat haar wensen zijn. Het gesprek en het vastleggen van de afspraken stelde deze patiënte gerust. Mocht ze het willen veranderen, dan kan dat altijd en weet ze bij wie ze terecht kan.

Natuurlijk, wij artsen vinden het zelf moeilijk om dit te bespreken. Het zijn existentiële vragen, dit is de confrontatie met de dood. Hier zijn we ook niet op getraind. Alles in onze opleiding is gericht op doen, niets op dingen achterwege laten. Maar niet alles wat kan, moet. Dus nu trainen we collega’s in het voeren van deze gesprekken: onze oncologen, longartsen, geriaters en cardiologen. Zo wordt het gewoner om deze gesprekken te voeren. Dat is winst.’

Dave Tjan, intensivist

De betrokkenen in dit verhaal hebben expliciet toestemming gegeven voor deze publicatie.