Achtergrondinformatie over melatoninetest

Slaap kan door verschillende redenen verstoord zijn. Eén van deze redenen kan een stoornis in timing van de biologische klok zijn, de zogenoemde circadiane ritme slaap-waakstoornissen. De timing kan ‘te laat’ zijn afgesteld of  ‘te vroeg’ of kan soms juist verschuiven. Om deze slaapstoornissen aan te tonen kan het nodig zijn om te weten wanneer de melatonineproductie op gang komt, dit noemen we het bepalen van de dim light melatonin onset (DLMO). De DLMO is namelijk een betrouwbare maat voor het begin van de slaapfase van de biologische klok.

Ook kan DLMO gebruikt worden om te bepalen op welk tijdstip de behandelingen voor de circadiane ritme slaap-waakstoornis melatonine ofwel lichttherapie, ingezet moeten worden. In sommige gevallen kan er bij patiënten die melatonine gebruiken ook sprake zijn van een vertraagde afbraak van melatonine, In dat geval is het belangrijk om de melatonine te stoppen of dosering juist sterk te verlagen. Om dit aan te tonen kan een melatoninetest overdag gedaan worden.

Een DLMO bepaling kan zinvol zijn bij patiënten met de volgende circadiane ritme slaap-waakstoornissen:

  • Delayed sleep-wake phase disorder (DSWPD): hierbij is de slaapfase van de biologische klok vertraagd ten opzichte van de gewenste slaaptijden. Patiënten klagen over moeite met inslapen en/of moeite met wakker worden op de gewenste tijdstippen in de ochtend. Hierbij wordt er een te late melatonineaanmaak gevonden. Dit is de meest voorkomende circadiane ritme slaap-waakstoornis en komt vooral in de puberteit voor, maar ook bij patiënten met autisme of ADHD.

  • Advanced sleep-wake phase disorder (ASWPD): hierbij is de slaapfase vervroegd ten opzichte van de gewenste slaaptijden. Patiënten klagen hierbij over het niet wakker kunnen blijven in de avond en/of te vroeg ontwaken in de nacht.

  • Non-24 hour sleep-wake rhythm disorder: hierbij is er sprake van een ‘vrijlopende’ klok, waarbij het slaap-waakritme niet gesynchroniseerd is aan het 24-uurs dag-nachtritme. De slaapfase zal op sommige momenten hetzelfde zijn als de gewenste slaaptijden, maar voor het grootste gedeelte uit de pas lopen. Patiënten klagen over wisselende in en doorslaapproblemen, waarbij de inslaaptijd vaak per dag een aantal uur opschuift. Dit komt vooral voor bij mensen met een visuele beperking waar ook de niet-visuele lichtperceptie niet functioneert. Bij patiënten met een verdenking op een non-24h sleep-wake rhythm disorder is het van belang om het slaapritme goed in kaart te brengen met een slaapdagboek of actigrafie en ook kan het zinvol zijn om 2 keer een 24 uurs curve in te zetten om de verschuiving van de slaapfase aan te tonen.

In de behandeling van circadiane ritme slaap-waakstoornissen kan gebruik gemaakt worden van zogenoemde ‘Zeitgebers’. Deze zeitgebers hebben invloed op het ritme van de biologische klok. De belangrijkste hiervan is daglicht, anderen zijn voedingspatroon, lichaamsbeweging, temperatuur en sociale interactie. Deze Zeitgebers kunnen als eerst stap ingezet worden in de behandeling van circadiane ritme slaap-waakstoornissen. Strategisch gekozen timing van licht- en donkertherapie en vaste bedtijden zijn de interventie van eerste keus. Ook is het belangrijk om aandacht te hebben bewegings- en voedingsadviezen, waarbij er aandacht moet zijn voor regelmaat en timing.

Aan stapeling dient gedacht te worden, als melatonine aanvankelijk een goed effect heeft, maar naar verloop van tijd slaapproblemen ontstaan. Dit bestaat vaak in eerste instantie uit frequent wakker worden in de nacht, later kunnen ook inslaapproblemen ontstaan. Een melatoninetest overdag in met twee meetmomenten in de middag kan de hoge concentraties melatonine aantonen.


  • Bepalen DLMO (dimlight melatonin onset)  voor diagnostiek naar slaapstoornis gerelateerd aan timing van biologische klok of wel circadiane ritme slaapwaakstoornis (DSWPD, ASWPD, non 24h sleep wake rhythm disorder).

  • Bepalen geschikte tijdstip voor inzetten behandelingen bij een aangetoonde circadiane ritme slaap-waakstoornis

  • Bepalen afbraak van melatonine gedurende de dag bij verdenking op stapeling


Via deze website kunt u als extern werkend zorgverlener een melatoninecheck aanvragen bij Ziekenhuis Gelderse Vallei.

Na de aanvraag sturen wij uw patiënt een set met kauwwatten toe waarmee in speeksel de melatonineconcentratie bepaald kan worden. De patiënt retourneert het onderzoeksmateriaal naar het laboratorium van Ziekenhuis Gelderse Vallei. Op uw verzoek houdt de patiënt hierbij gedurende een week een slaaplogboek bij.

Nadat het laboratorium de kauwwatten heeft ontvangen kunt u gemiddeld binnen 21 werkdagen de uitslag verwachten. Deze ontvangt u digitaal met een behandeladvies.

Het van belang dat het onderzoek wordt gedaan in het schemerlicht, omdat daglicht de melatonineaanmaak onderdrukt en daarmee de uitslag van test kan verstoren.

Melatonineinname kan het onderzoek verstoren. Dit dient minstens 2 weken voor het onderzoek gestaakt te worden, na 4 weken staken is een verstorend effect uitgesloten.

Ook andere medicatie kan de melatoninebepaling beïnvloeden, oa. benzodiazepines en bètablokkers kunnen de melatonineaanmaak onderdrukken. Weer andere medicijnen kunnen de melatonineafbraak remmen (fluvoxamine) of stimuleren (carbamazepine, omeprazol).Overweeg deze daarom indien mogelijk voorafgaand aan het onderzoek te staken.

Er zijn verschillende aanvraagsets beschikbaar. In de basis wordt gewerkt een 5-punts meting, waarbij om het uur een speekselmonster wordt verzameld. In bepaalde situaties kan worden volstaan met een 2 punts meting.

Hieronder kunt u een overzicht vinden met enkele richtlijnen voor welke test zinvol is. Daarbij is het goed om rekening te houden met de inslaaptijd van de patiënt, de DLMO ligt gemiddeld 2 uur voor inslapen. Omdat het van belang is om de stijging te kunnen aantonen dient de test 3-4 uur voor het inslapen te beginnen.

Onderstaande standaardcurves kunnen in de meeste gevallen de DLMO aan tonen, in sommige gevallen kan de uitslag adviseren om een alternatieve curve te doen. Bij extreem late of vroege slapers kan het zinvol zijn om een bepaling te doen beginnend op een vroeger of later tijdstip.   

5 punts meting van 19-23 uur:

  • Kinderen van 5-12 jaar met verdenking DSWPD   (laat inslapen en moeite met wakker worden in ochtend)

5 punts meting van 20-00 uur:

  • Kinderen van 13-17 jaar met verdenking DSWPD (laat inslapen en moeite met wakker worden in ochtend)

5 punts meting 21-1 uur:

  • Volwassenen met verdenking DSWPD (laat inslapen en moeite met wakker worden)
  • Kinderen met verdenking DSWPD die zeer laat inslapen

5 punts meting van 1-5 uur

  • Volwassenen met verdenking DSWPD die zeer laat in slaap vallen.

5 puntsmeting van 17-21 uur:

  • Verdenking ASWPD (vroeg slaperig in de avond en vroeg wakker)

2 punts meting in de middag

  • Bij verdenking stapeling van melatonine overdag

5 punts meting variabele tijden

  • Bij extreem verschoven ritmes

24 uurs curve met meting elk uur

  • Patiënten bij wie de 5 punts melatonine curve geen duidelijke diagnose heeft opgeleverd en er wel verdenking blijft op een afwijkende biologische klok stoornis
  • Patiënten met een zeer sterk vervroegd of verlaat slaapritme, waarbij het moeilijk is op voorhand de juiste tijden van 5 punts meting te bepalen