{}

Neuroloog Britta Nijsse promoveert op proefschrift Cognition after stroke various perspectives

22 September 2020

Woensdag 2 september is onze neuroloog Britta Nijsse in Maastricht op het proefschrift “Cognition after stroke; various perspectives” gepromoveerd. Haar onderzoek vond plaats binnen een samenwerkingsverband tussen Maastricht University, Universiteit Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen en het ETZ in Tilburg.

Samenvatting proefschrift ‘Cognition after stroke; various perspectives’

Door betere acute beroertezorg overleven meer mensen een beroerte. Van de vele overlevers is een groot aantal beroertepatiënten licht-aangedaan; ze hebben weinig fysieke problemen. Echter, veel van deze patiënten ervaren wel cognitieve problemen. In dit proefschrift tonen wij aan dat 3-4 jaar na de beroerte nog de helft van de patiënten cognitieve stoornissen heeft. Daarnaast heeft 89% van de patiënten op dat moment 1 of meer (subjectieve) cognitieve klachten. Persoonlijke factoren (zoals coping-stijl en persoonlijkheidskenmerken) bleken gerelateerd aan het ervaren van cognitieve klachten, in tegenstelling tot demografische of beroerte-gerelateerde factoren.

Zorgprofessionals dienen zich meer bewust te worden van deze persoonlijke factoren tijdens de revalidatieperiode om betere zorg op maat te kunnen leveren. Dit is belangrijk aangezien cognitieve klachten een grote invloed hebben op participatie-problemen, waardoor mensen vast kunnen lopen in het dagelijks leven. Zo is er een cursus ontwikkeld (in samenwerking met het Nederlands Paramedisch Instituut) waarin verschillende disciplines binnen de revalidatie leren hoe ze de revalidatiezorg meer kunnen richten op de individuele, unieke patiënt door persoonlijke factoren in acht te nemen ('wie is deze persoon achter de beroerte?').

Een andere bevinding in dit proefschrift is dat er op de lange termijn ook stoornissen in sociale cognitie voorkomen. Sociale cognitie omvat het vermogen van individuen om sociale informatie waar te nemen, het gedrag van anderen te interpreteren en adequaat te reageren in sociale situaties. Zo waren er bijvoorbeeld stoornissen op het gebied van emotieherkenning en gedragsregulatie. Deze stoornissen bleken bovendien gerelateerd aan gedragsverandering, iets wat frequent voorkomt na een beroerte. Herkenning van stoornissen in sociale cognitie is belangrijk, aangezien psycho-educatie aan patiënten en naasten kan leiden tot beter begrip en acceptatie. Toekomstig onderzoek moet zich richten op de behandeling van stoornissen in sociale cognitie na een beroerte.


Nieuwsoverzicht
Suggesties?
Complementary Content Deferred Modules
${loading}
Deferred Modules