Nieuwe techniek voor aantonen antistoffen bij mycoplasma pneumoniae pneumonie
Tot juni 2022 werd er een agglutinatietest gebruikt voor het aantonen van antistofagglomeraties (meestal IgM) tegen mycoplasma. Vanaf heden verricht het laboratorium voor medische microbiologie een aparte IgM- en een IgG-meting met een CLIA-techniek. Hierbij zullen geen titers meer afgegeven worden. Wel is deze techniek geschikt om een seroconversie aan te tonen.
Vroeg in de infectie is PCR op een keeluitstrijk de beste methode om bacterieel DNA aan te tonen. Als uw patiënt al langer dan 2 weken dan klachten heeft, kunnen we IgM-antistoffen gaan aantonen in het bloed. Door een vervolgmonster na 14 dagen (of enkele weken later) af te nemen kunnen we onderzoeken of er ook hoge waarden IgG-antistoffen ontstaan. Een seroconversie is bewijzend voor recente infectie.
Net als bij kinkhoestserologie is het dus gewenst om een vervolgmonster af te nemen indien het eerste serologiemonster vroeg in de infectie wordt getest en IgM-positief wordt bevonden.