Afscheid longarts Frank Wilschut: ‘De zorg is zoveel beter geworden’
Longarts Frank Wilschut gaat van zijn welverdiende pensioen genieten. Donderdag 25 augustus was zijn laatste werkdag. Meer dan 25 jaar is hij verbonden geweest aan Ziekenhuis Gelderse Vallei. In de jaren ’80 als arts-assistent in het ziekenhuis in Bennekom. Na zijn vervolgopleiding tot longarts in Maastricht kwam hij vanaf 1997 in dienst van de vakgroep longgeneeskunde. Daarnaast 10 jaar kernstaflid, lid van de medisch-ethische commissie en nauw betrokken bij wetenschappelijk onderzoek en onderzoek naar nieuwe medicatie bij longziekten.
Wilschut: ‘Inmiddels is de zorg zo veranderd, verbeterd vooral. Betere diagnostiek, alles geprotocolleerd, meer kwaliteitsvisitaties, steeds vaker kijkoperaties en daardoor een afname van ligdagen. Behandelingen zijn ook effectiever.’
Geldt dat ook voor longkanker?
‘Longoncologie was lang mijn aandachtsgebied. Ook longkanker kan beter behandeld worden. Maar vaak wordt het pas in stadium 4 ontdekt, wanneer het al is uitgezaaid. Waar vroeger de gemiddelde overleving 8 maanden was, is dat nu 16 maanden. Het blijft een snelgroeiende kanker. Nu hebben ze het over screening bij rokers, maar daar ben ik geen voorstander van. De kosteneffectiviteit is gering. Zoiets moet je dan jaarlijks doen en het levert veel zorgen op bij mensen bij wie wat gevonden wordt. Vaak is dat geen kanker, maar littekenweefsel of iets anders. Nee, in mijn optiek maak je dan van gezonde mensen patiënten. Je kunt beter gezond leven.’
En als beter worden er niet meer in zit?
‘Dan maximaal inzetten op goede palliatieve zorg. De ervaring die ik daarmee heb opgedaan, komt me van pas als SCEN-arts. Dat zijn artsen die Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland bieden. Dat doe je naast je werk als medisch specialist of huisarts. Ik ben al jaren een SCEN-arts. Het mooie daarvan is dat je bij de mensen thuis komt. Dan toets je als onafhankelijk arts of het euthanasieverzoek voldoet aan de zorgvuldigheidseisen van de wet. Ook ondersteun je de arts als dat nodig is. Betekenisvol werk dat ik graag blijf doen. Daar zijn 4 weken dienst in het jaar mee gemoeid en in elke week bezoek ik dan 3 tot 10 personen.’
Waarom stopte je eigenlijk met longoncologie?
‘Ik ging 3 jaar geleden minder werken. Als specialist in loondienst heb je een 55plus-regeling en daar heb ik gebruik van gemaakt. Wouter de Jong, Wouter Westendorp en Arthur Mulders namen het stokje over. En mijn focus kwam te liggen op interstitiële longziekten, zoals COPD. En op allerlei bezigheden buiten het werk. Sporten, werken in de tuin, reizen.’
En dat ga je nu intensiveren?
‘Zeker. Mijn partner is inmiddels ook met pensioen en ik heb drie kleinkinderen verder weg wonen. Daar ga ik nu nog meer van genieten. Ik heb geen enkele dag met tegenzin gewerkt en ga de patiëntenzorg erg missen. Dat ik 3 jaar eerder stop is ook omdat ik het verval voor wil zijn. Ik ben gezond en scherp, heb geen medische fouten gemaakt en dat wil ik zo houden, plus ik vind teveel andere dingen in het leven leuk. Zelfs covid heeft me aan het denken gezet. Dat was zo’n zware tijd met veel dubbele diensten, vaak slapen in het ziekenhuis. Dan realiseer je je dat je een dagje ouder wordt. Ik weet dat er een geweldige vakgroep verder gaat, met een goede opvolger voor mij. Dus bedank ik iedereen, van patiënten, verpleegkundigen, polikliniekassistenten en andere collega’s van polikliniek en verpleegafdeling tot aan cardiologen en huisartsen met wie we veel contact hebben, voor de ongelooflijk fijne samenwerking. Bedankt en het beste, allemaal!’
Nieuwsoverzicht