De EPD-balans opmaken
Sinds livegang van ons nieuwe Nexus-EPD zijn er 5 maanden verstreken. We blikken erop terug met chirurg en chief medical information officer (CMIO) Erik Ponfoort. Wat ging er goed en waar liggen nog pijnpunten? En welke veranderingen zijn er voor verwijzers in de regio?
‘Op weg naar de livegang leek iedereen het EPD op de een of andere manier al te hebben aangeraakt. Toch was het erg wennen toen we er eenmaal echt mee gingen werken. Je moet je weg vinden in zo’n nieuw systeem en een deel van de werkafspraken moest nog worden uitgewerkt. Over de gehele linie ben ik wel tevreden. De implementatie hier ging veel gemakkelijker omdat we al met een deel van het systeem werkten. Ook landelijke organisaties voor data-uitwisseling in de zorg zien dit als een overzichtelijk systeem. De Sint Maartenskliniek heeft voor Nexus gekozen en nu zijn er 6 ziekenhuizen met gebruikerswensen. Van die doorontwikkelingen kunnen we allemaal profiteren. Bovendien houden we financiële ruimte over voor extra modules en e-zorgpaden. Daarmee hoeven mensen voor bepaalde zorg het ziekenhuis niet meer te bezoeken, dus je ziet dat daar veel belangstelling voor is vanuit andere ziekenhuizen, maar ook vanuit huisartsen.’
Patiëntbrieven
Erik Ponfoort: ‘Nu zijn specialisten nog veel tijd kwijt met het voorbereiden van de poli’s. Wat zat er in het oude systeem, wat in het nieuwe en hoe krijg je daar snel overzicht over? Verder is het maken van huisartsenbrieven veranderd. In het oude systeem maakte de specialist volledige brieven en nu is het meer opgedeeld en fragmentarischer. Dat is een vast format dat past binnen de filosofie van Nexus. Dat willen we nog wel aanpassen, en tegelijk moeten we onze manier van werken erop aanpassen. Voor huisartsen zal dit ook wennen zijn. Want zij gaan meer en kortere updates krijgen in plaats van één lange en volledige brief.’