Kinderarts Pieter Meijers met pensioen: ‘Ik heb alleen maar wind mee gehad’
‘Kinderen met ADHD, huilbaby’s, tieners die hun kamer niet meer afkomen, kinderen met overgewicht; ik vind alles interessant en leuk. Ik ben echt van de generalistische kindergeneeskunde. Iedere leeftijdsfase heeft zijn eigen groei, ontwikkeling en problemen. Ik heb me nooit vastgelegd op één domein. Dat is toch zonde? Dan word je een grammofoonplaat.’ Kinderarts Pieter Meijers stopt na bijna 35 jaar werken in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Maar ook weer niet helemaal.
Niet achter de geraniums?
‘Ik werk één dag in de week in de GGZ, en dat blijf ik doen. Daar zie ik vooral kinderen met ADHD en autisme. Zo is het een mooie overgang tussen een volle werkweek en het pensioen. Daarmee hoop ik de cognitieve vervlakking tegen te gaan. Verder zit ik in tig clubjes en sportverbanden, dus daar heb ik al aangekondigd dat ik niet altijd meer nee hoef te zeggen. En mijn vrouw en ik reizen graag. We volgen onze twee zonen; daar waar zij marathons lopen, juichen wij ze toe.’
Even terug in de tijd. Hoe waren de beginjaren als kinderarts?
‘Ik werkte in Amsterdam, maar wilde graag naar een perifeer ziekenhuis. Hier zochten ze in 1990 een kinderarts, specifiek een man. Eigenlijk zochten ze een werkpaard. De aanname was dat vrouwen toch te veel thuis wilden zijn. Tijden zijn erg veranderd. Zo gebruikte ik in het begin tijdens de diensten de mobilofoon van de dierenarts. Mobiele telefoons waren er niet. Ik ben ook wel eens van mijn bed gelicht door de politie als ik niet had gereageerd op een oproep.
Destijds wist ik al dat de vier ziekenhuizen in Wageningen, Ede, Bennekom en Veenendaal samen zouden gaan, maar dat duurde nog tot 2000. Ik startte in Bennekom, was daar de enige kinderarts, en vormde een maatschap met de kinderartsen van de andere ziekenhuizen. We waren nog vrijgevestigd, daarom moest ik mijn voorganger, kinderarts Jan Pilage, uitkopen. We hadden eigenlijk toen maar één gezamenlijk gespreksonderwerp, het ging altijd over geld en efficiëntere bedrijfsvoering. Dat is gelukkig veranderd toen we in 1997 in loondienst gingen.’
En hoe is het nu in Ziekenhuis Gelderse Vallei?
‘Onze vakgroep bestaat op dit moment uit 13 kinderartsen, 10 vrouwen en 3 mannen. Er zijn een stuk of 10 arts-assistenten, sinds 2014 zijn we een opleidingsplaats voor kinderartsen. Erg leuk om te doen.
Ons vak is vooral het omgaan met mensen, met natuurlijk een specifiek doel. Je ziet een variatie aan persoonlijkheden aan je voorbijtrekken. De kinderen zijn altijd een feestje. Ouders acteren wel wat scherper dan vroeger, vind ik. Het gaat om hun kind; ik zie dat het meeste ongewenste gedrag ingegeven wordt door angst. Het is de kunst om vriendelijk om te gaan met boze mensen. Ik maak graag grapjes en kijk altijd goed of iemand dat kan hebben. Ik heb me nooit bedreigd gevoeld, maar ja, ik ben dan ook 1.94 meter, man, grijs en op leeftijd.
We hebben een harmonieuze club en helpen elkaar verder en vooruit. We bespreken veel en nemen ook wel eens een patiënt over van de ander. Als ik zo terugkijk, overheerst het gevoel dat ik in mijn werkzame jaren in ons ziekenhuis alleen maar de wind mee heb gehad.’