Samen de transmurale zorg evalueren
Het Verloskundig SamenwerkingsVerband (VSV) Gelderse Vallei is gestart met het evalueren van haar transmurale protocollen en zorgpaden. Haar werkwijze kan een voorbeeld zijn voor andere transmurale protocollen en afspraken. Samen op weg naar de beste kwaliteit.
In het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) werken alle partijen rond de geboortezorg (zoals verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen, kraamzorg) in onze regio samen aan verbetering van kwaliteit.
Het VSV heeft hiervoor een speciale werkgroep kwaliteit, waarvan Maaike Gerritse (gynaecoloog) voorzitter is. Maaike Gerritse: ‘Wat we onder andere hebben afgesproken is dat we jaarlijks een transmuraal protocol evalueren. Hierbij onderzoeken we in hoeverre men zich houdt aan het protocol en of er verbeterpunten zijn: dit noemen we de zelfevaluatie.’
‘Als eerste namen we het protocol Hemorrhagia postpartum (HPP), veel bloedverlies na de bevalling, onder handen. In de regio rondom Nijmegen waarin wij met het VSV vallen, is dit niet eerder zo gedaan. Omdat dat we als VSV trots zijn op dit project en ik me goed kan voorstellen dat ook andere specialismen transmurale protocollen en afspraken hebben ontwikkeld, wil ik dit graag delen. Misschien zien anderen zo mogelijkheden om hun eigen transmurale zorg te verbeteren.’
Methode
Een werkgroep, bestaande uit een eerstelijns verloskundige, gynaecoloog en basisarts gynaecologie, verrichtte dossieronderzoek naar het gebruik van het protocol. Hiervoor leverden de eerstelijns verloskundigenprakijken zwangerschapskaarten en partusverslagen aan van de vrouwen met een HPP. Daarnaast werden gegevens uit de diverse informatiesystemen gebruikt voor het onderzoek.
Het HPP-protocol beschrijft de acties die in de eerste en tweede lijn genomen moeten worden. Vrijwel alle onderdelen van het protocol zijn toetsbaar. Voorafgaand aan het dossieronderzoek is een checklist gemaakt, met daarin de onderdelen van het protocol. Twee verschillende beoordelaars beoordeelden de dossiers onafhankelijk van elkaar en bespraken deze daarna in de werkgroep.
Na het dossieronderzoek zijn de resultaten ervan doorgenomen met een vertegenwoordiging van de eerste en tweede lijn. Een plan van aanpak is gemaakt met prioriteiten in de verbeterpunten.
Uitkomsten
Zowel in de eerste als in de tweede lijn gaan veel zaken goed. Er is wel een aantal verbeterpunten voor zowel de eerste als de tweede lijn gevonden. Binnenkort wordt geëvalueerd of deze verbeterpunten daadwerkelijk beter worden nageleefd. Daarnaast zijn er verbeterpunten voor het protocol naar boven gekomen.
Conclusies
Voor het eerst binnen het VSV Gelderse Vallei is een dergelijke zelfevaluatie verricht naar het eigen handelen. Het getuigt van veel vertrouwen dat eerstelijns verloskundigenpraktijken, gynaecologen en het ziekenhuis belangeloos hun data beschikbaar stelden. Daarnaast maakt het duidelijk dat het verbeteren van kwaliteit van zorg bij alle leden van het VSV hoog op de agenda staat.